Anna, paleis Richmond, 8 juli 1540
Het is de tweede dag van het onderzoek waarin moet worden vastgesteld of mijn huwelijk met de koning rechtsgeldig was of niet. Als ik niet zo vreselijk neerslachtig was zou ik hen uitlachen, zoals ze daar plechtig bijeenzitten om het bewijsmateriaal door te vlooien dat ze zelf in elkaar hebben gezet. We weten toch allemaal al wat de uitslag zal zijn. De koning heeft de geestelijken er niet bij geroepen, de enigen die door hem betaald worden en in zijn eigen kerk werkzaam zijn, de enigen die er nog over zijn nu de gelovigen langs de muren van York op schavotten worden opgehangen, die hem kunnen vertellen dat hij louter door begeerte naar een mooi gezichtje wordt gedreven en dat hij op zijn knieën om vergeving van zijn zonden zou moeten smeken en zijn huwelijk met mij zou moeten erkennen. Zij zullen doen wat hun meester van hen verlangt en verklaren dat ik al door een eerder contract aan iemand gebonden was, dat ik nimmer vrij ben geweest om te trouwen, dat ons huwelijk dus ongeldig is. Ik mag niet vergeten dat dit een ontsnappingsmogelijkheid voor mij is, dat het vele malen erger had kunnen zijn. Als hij had besloten me wegens wangedrag af te danken, hadden ze toch nog getuigen gehoord, hadden ze me toch nog schuldig bevonden.
Ik zie een niet nader te identificeren sloep naar de grote steiger varen, en dan zie ik de boodschapper van de koning, Richard Beard, al aan wal springen voordat de touwen zijn vastgeknoopt. Hij loopt met lichte tred de steiger op, kijkt naar het paleis en ziet mij. Hij steekt zijn hand op en loopt kwiek de gazons over en naar mij toe. Hij is een drukbezet man, hij moet voortmaken. Ik ga hem langzaam tegemoet. Ik weet dat dit het einde betekent van mijn hoop om een goede koningin voor dit land, een goede stiefmoeder voor mijn kinderen en een goede echtgenote voor een slechte echtgenoot te zijn.
Ik steek zwijgend mijn hand uit naar de brief die hij voor mij bij zich heeft. Hij geeft hem me zwijgend aan. Dit is het einde van mijn jeugd. Dit is het einde van mijn ambities. Dit is het einde van mijn droom. Dit is het einde van mijn heerschappij. Misschien is dit wel het einde van mijn leven.