Jane Boleyn, Calais, december 1539
Ze zal nooit ofte nimmer bij hem in de smaak vallen, het arme kind, van haar leven niet, in nog geen duizend jaar. Het verbaast me dat zijn ambassadeurs hem niet hebben gewaarschuwd dat ze uitsluitend voor ogen hebben gehad dat ze een verbond tegen Frankrijk en Spanje wilden sluiten, een protestants verbond tegen de katholieke koningen, en dat ze helemaal niet aan de smaak van koning Hendrik hebben gedacht.
Ze kan niets doen om het soort vrouw te worden dat bij hem in de smaak valt. Hij heeft een voorkeur voor schrandere, bevallige, glimlachende vrouwen die een beloftevolle uitstraling hebben. Zelfs Jane Seymour straalde, hoewel ze stil en gehoorzaam was, een gedweeë warmte uit die zinnelijk genot deed vermoeden. Maar deze vrouw is net een kind, onhandig als een kind, met de eerlijke blik van een kind en een open, vriendelijke glimlach. Zo te zien vindt ze het geweldig als er iemand een diepe buiging voor haar maakt, en toen ze de schepen in de haven voor het eerst zag, was het net of ze wilde gaan applaudisseren. Als ze moe is of zich overweldigd voelt, wordt ze bleek als een drenzend kind en ziet ze eruit alsof ze in tranen kan uitbarsten. Als ze bang is, wordt haar neus rood, net als bij een boer die het koud heeft. Het zou reuze amusant zijn, ware het niet dat het heel tragisch is, dit klungelige meisje dat in de elegant gehakte schoenen van Anna Boleyn stapt. Wat bezielde hun toen ze dachten dat zij wel aan de verwachtingen zou voldoen?
Maar haar onhandigheid geeft me wel een ingang bij haar. Ik kan haar vriendin zijn, haar grote vriendin en bondgenoot. Ze zal een vriendin hard nodig hebben, de arme ziel; ze zal een vriendin nodig hebben die de weg weet in een hof als het onze. Ik kan haar laten kennismaken met alle dingen die ze moet weten, ik kan haar de vaardigheden leren die ze zich eigen moet maken. En wie kan dat nu beter dan ik, die heeft vertoefd in de kern van het voornaamste hof dat Engeland ooit gekend heeft, en die heeft gezien hoe dat zichzelf verteerd heeft? Wie kan nu beter de veiligheid van een koningin waarborgen dan ik, die heeft gezien hoe een koningin zichzelf te gronde heeft gericht, en haar familie met zich mee de afgrond in getrokken heeft? Ik heb beloofd dat ik de vriendin van deze nieuwe koningin zal zijn, en ik kan die belofte gestand doen. Ze is jong, nog maar vierentwintig jaar, maar ze zal groeien. Ze is onwetend, maar ze kan dingen leren. Ze is onervaren, maar dat trekt het leven zelf wel recht. Ik kan veel betekenen voor deze wonderlijke jonge vrouw, en het zal een waar genoegen en een grote kans voor me betekenen om haar leidsvrouw en mentor te zijn.