Anna, paleis Greenwich, 3 januari 1540
Hofdame Jane Boleyn maakt een bezorgde indruk, en ik zeg tegen haar dat ze naast me moet komen zitten en vraag haar dan in het Engels of er iets is.
Ze wenkt mijn tolk en zegt dan dat haar een vrij delicate kwestie dwarszit.
Ik denk dat het iets te maken heeft met de volgorde bij de bruiloft, want ze maken zich vreselijk druk over de indeling van de dienst en over wat voor sieraden iedereen mag dragen. Ik knik, alsof het een ernstige kwestie is, en vraag of ik haar ergens mee kan helpen.
‘Integendeel, ik wil ú juist graag helpen,’ zegt ze zachtjes tegen Lotte. Zij vertaalt het voor mij; ik knik. ‘Ik heb gehoord dat uw ambassadeurs vergeten zijn het contract mee te nemen dat u van een eerdere verloving ontslaat.’
‘Wát?’ Ik zeg het zo fel dat ze de betekenis van het Duitse woord zo al begrijpt, en ze knikt. Haar gezicht staat net zo ernstig als het mijne.
‘Dus ze hebben het u niet verteld?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Niks,’ zeg ik in het Engels. ‘Ze vertellen niks.’
‘Dan ben ik blij dat ik het er met u over kan hebben voordat iemand u een slecht advies geeft,’ zegt ze rad, en ik wacht tot de woorden vertaald zijn. Ze buigt zich naar voren en pakt mijn handen. De hare zijn warm, haar gezicht staat geconcentreerd. ‘Als ze u naar uw vorige verloofde vragen, moet u zeggen dat die verloving is verbroken en dat u het document hebt gezien,’ zegt ze ernstig. ‘Als ze vragen waarom uw broer heeft verzuimd dat mee te sturen, kunt u zeggen dat u dat niet weet, dat het niet uw verantwoordelijkheid is om te zorgen dat alle papieren in orde zijn – want dat was uw verantwoordelijkheid ook niet.’
De adem stokt me in de keel; haar gedrevenheid maakt me op de een of andere manier angstig. Ik kan geen reden bedenken waarom mijn broer zo nonchalant met mijn huwelijk is omgesprongen, maar dan herinner ik me dat hij eeuwig en altijd een wrok jegens mij heeft gekoesterd. Uit kwaadaardigheid heeft hij zijn eigen plan verloochend; op het laatste moment kon hij het toch niet aan om mij zomaar zonder slag of stoot bij hem weg te laten gaan.
‘Ik zie dat u geschrokken bent,’ zegt ze. ‘Lieve vrouwe Anna, ik waarschuw u: laat ze nooit ook maar een moment denken dat er geen document is, dat uw vorige verloving nog van kracht is. U moet een krachtige en overtuigende leugen vertellen. U moet hun vertellen dat u de documenten hebt gezien en dat uw vorige verloving zonder meer verbroken is.’
‘Maar dat was ook zo,’ zeg ik langzaam. Ik herhaal het in het Engels, zodat ze me niet verkeerd kan begrijpen. ‘Ik héb het document gezien. Het is geen leugen. Ik ben vrij om te trouwen.’
‘Weet u dat zeker?’ vraagt ze gespannen. ‘Dat soort dingen gebeurt soms zonder dat een meisje weet wat voor plannen er gemaakt worden. Niemand zal het u kwalijk nemen als u het niet zeker weet. Aan mij kunt u het wel vertellen. Mij kunt u vertrouwen. Vertelt u mij de waarheid maar.’
‘Hij is verbroken,’ zeg ik weer. ‘Ik weet zeker dat hij verbroken is. De verloving was het plan van mijn vader, maar niet van mijn broer. Toen mijn vader ziek werd en vervolgens overleed, kreeg mijn broer de heerschappij en toen is de verloving verbroken.’
‘Maar waarom hebt u het document dan niet bij u?’
‘Mijn broer,’ begin ik. ‘Mijn domme broer… Mijn broer gaat nonchalant met mijn welzijn om.’ Lotte vertaalt het snel. ‘Mijn vader is nog maar heel kort geleden gestorven en mijn moeder is erg verdrietig, dus hij heeft veel te veel aan zijn hoofd gehad. Mijn broer bewaart het document in ons archief, ik heb het zelf gezien. Hij is waarschijnlijk vergeten het mee te geven. Er moest zo veel geregeld worden.’
‘Als u er ook maar enigszins aan twijfelt, moet u het mij vertellen,’ zegt ze op waarschuwende toon. ‘Dan kan ik u adviseren wat we het best kunnen doen. Uit het feit dat ik naar u toe gekomen ben om u van advies te dienen kunt u afleiden dat ik u volkomen trouw ben. Maar als er ook maar een kleine kans bestaat dat uw broer het document niet in zijn bezit heeft, moet u het mij vertellen, vrouwe Anna; u moet het mij voor uw eigen veiligheid vertellen, zodat ik samen met u kan bedenken wat we dan het best kunnen doen.’
Ik schud mijn hoofd. ‘Dank u wel voor uw goede zorgen, maar die zijn niet nodig. Ik heb het document met mijn eigen ogen gezien, en mijn ambassadeurs hebben het ook gezien,’ zeg ik. ‘Er is geen beletsel; ik weet zeker dat ik vrij ben om met de koning te trouwen.’
Ze knikt, alsof ze nog op iets anders wacht. ‘Ik ben zeer verheugd.’
‘En ik wil met de koning trouwen.’
‘Als u het huwelijk liever geen doorgang wilt laten vinden, nu u hem gezien hebt, kan dat,’ zegt ze heel zacht. ‘Dit is uw kans om te ontsnappen. Als hij u niet bevalt, kunt u veilig terug naar huis, zonder dat er ook maar een kwaad woord over u valt. Ik kan u daarbij helpen. Ik kan tegen hen zeggen dat u tegen mij gezegd hebt dat u het niet zeker weet, dat u misschien wel aan een ander contract gebonden bent.’
Ik haal mijn handen van de hare. ‘Ik wil niet ontsnappen,’ zeg ik eenvoudigweg. ‘Het is een grote eer voor mij en mijn land, en een grote vreugde voor mijzelf.’
Jane Boleyn kijkt sceptisch.
‘Heus,’ zeg ik. ‘Ik verlang ernaar om koningin van Engeland te worden; ik begin van dit land te houden en wil hier mijn leven verder doorbrengen.’
‘Echt waar?’
‘Ja, op mijn erewoord.’ Ik aarzel en vertel haar dan wat daar de belangrijkste reden voor is. ‘Thuis was ik niet erg gelukkig,’ beken ik. ‘Ik stond niet erg hoog in aanzien en werd niet goed behandeld. Hier kan ik iemand zijn, hier kan ik goed doen. Thuis zal ik nooit meer zijn dan een ongewenste zus.’
Ze knikt. Veel vrouwen weten hoe het is om in de weg te lopen, terwijl de belangrijke aangelegenheden van de mannen zonder hen gewoon doorgaan.
‘Ik wil een kans krijgen,’ zeg ik. ‘Ik wil een kans krijgen om de vrouw te zijn die ik kan zijn. Niet het schepsel van mijn broer, niet de dochter van mijn moeder. Ik wil hier blijven en mezelf worden.’
Ze is even stil, en ik verbaas me over de heftigheid van mijn eigen gevoelens. ‘Ik wil een zelfstandige vrouw zijn,’ zeg ik.
‘Een koningin is niet vrij,’ merkt ze op.
‘Ze is beter dan de gehate zus van een hertog.’
‘Goed dan,’ zegt ze zacht.
‘De koning zal wel boos op mijn ambassadeurs zijn omdat ze de papieren zijn vergeten,’ zeg ik.
‘Ik weet het wel zeker,’ zegt zij, en haar ogen glijden naar opzij. ‘Maar ze hebben gezworen dat u vrij bent om te trouwen, dus het zal vast wel doorgaan allemaal.’
‘Bestaat er geen mogelijkheid om het huwelijk uit te stellen?’ Ik verbaas me over mijn gevoelens. Ik ben er sterk van doordrongen dat ik veel voor dit land kan betekenen, dat ik hier een goede koningin kan zijn. Ik wil meteen beginnen.
‘Nee,’ zegt ze. ‘De ambassadeurs en de raad van de koning lossen dit wel op. Daar ben ik van overtuigd.’
Ik wacht even. ‘Hij wíl toch wel met me trouwen?’
Ze glimlacht naar me en raakt even mijn hand aan. ‘Natuurlijk. Het is een kleine kink in de kabel, meer niet. De ambassadeurs gaan hun best doen om het document boven water te krijgen en dan kan het huwelijk doorgang vinden. Zolang u maar zeker weet dat het document bestaat.’
‘Dat bestaat,’ zeg ik, en ik spreek de waarheid, niets dan de waarheid. ‘Dat durf ik te zweren.’