Jane Boleyn, Rochester, december 1539

‘Haar adviseren over haar kleding!’ sist lady Browne me toe, alsof ík er iets aan kan doen dat de nieuwe koningin van Engeland er zo zonderling uitziet. ‘Jane Boleyn, vertel op! Had ze niet in Calais voor andere kleren kunnen zorgen?’

‘Wie had haar daar dan moeten adviseren?’ vraag ik in alle redelijkheid. ‘Al haar dames kleden zich immers net zo.’

‘Lord Lisle had haar raad kunnen geven. Hij had haar kunnen zeggen dat ze niet als een in bombazijn geklede broeder in Engeland kan verschijnen. Hoe moet ik haar hofdames in het gareel houden als ze zich een hoedje lachen om hoe ze eruitziet? Ik heb Catharina Howard bijna een klap in haar gezicht moeten geven. Dat kind is nog maar één dag in dienst van de koning en ze doet nu al na hoe de koningin loopt, en het ergste is nog wel dat ze haar feilloos weet te imiteren.’

‘De jonge hofdames zijn altijd ondeugend. U krijgt ze wel onder de duim.’

‘We hebben pas in Londen tijd voor kleermakers. Ze zal de reis moeten afmaken zoals ze hem begonnen is, ook al ziet ze eruit als een pakketje. Wat doet ze op dit moment?’

‘Ze is aan het bijkomen,’ zeg ik, op mijn hoede. ‘Ik vond dat ik haar maar even met rust moest laten.’

‘Ze wordt koningin van Engeland,’ zegt mevrouw vinnig. ‘Dat is voor geen enkele vrouw een rustig leven.’

Ik doe er het zwijgen toe.

‘Moeten we iets tegen de koning zeggen? Zal ik het er met mijn man over hebben?’ vraagt lady Browne heel zacht. ‘Moeten we staatssecretaris Cromwell niet vertellen dat we… zo onze bedenkingen hebben? Gaat u er iets over tegen de hertog zeggen?’

Ik denk snel na. Ik ga echt niet als eerste kritiek op deze koningin uiten. ‘Misschien moet u eens met sir Anthony spreken,’ zeg ik. ‘Onder vier ogen, als zijn vrouw.’

‘Moet ik zeggen dat we het erover eens zijn? Lord Southampton realiseert zich vast wel dat ze niet geschikt is om koningin te zijn. Het ontbreekt haar in alle opzichten aan gratie! En ze zegt bijna geen woord!’

‘Ik heb er zelf geen mening over,’ zeg ik vlug.

Ze moet meteen lachen. ‘O, Jane Boleyn, u hebt altijd een mening; u ontgaat niets.’

‘Dat zou kunnen. Maar als de koning haar heeft gekozen omdat ze de protestantse alliantie met zich meebrengt, als lord Cromwell haar gekozen heeft omdat zij veiligheid tegen Spanje en Frankrijk verschaft, dan doet het er voor hem misschien wel niet toe dat ze een kap draagt zo groot als een huis. Ze kan altijd een andere kap gaan dragen. En ik wil beslist niet degene zijn die de koning influistert dat de vrouw met wie hij zich plechtig en onverbrekelijk verloofd heeft, niet geschikt is om koningin te zijn.’

Toen ze dit hoorde, bleef ze stokstijf staan. ‘Doe ik er volgens u niet verstandig aan om kritiek op haar te leveren?’

   Ik denk aan het meisje met het witte gezicht dat in Calais haar hoofd om de hoek van de deur van haar privékamer stak, dat te verlegen en te bang was om met haar eigen hofhouding in één kamer te zitten, en ik merk dat ik haar tegen deze onvriendelijke houding wil verdedigen. ‘Nou, zelf heb ik geen kritiek op haar,’ zeg ik. ‘Ik ben haar hofdame. Ik zal haar misschien advies geven met betrekking tot haar jurken of haar kapsel, als ze me daarom vraagt, maar ik heb geen woord van kritiek op haar.’

‘Of nog niet, in elk geval,’ verbetert lady Browne me kil. ‘Totdat u er zelf beter van denkt te worden.’

Daar ga ik maar niet op in, want op het moment dat ik antwoord wil geven gaat net de deur open en kondigt een wachter aan: ‘Vrouwe Catharina Carey, hofdame van de koningin.’

Ze is het. Mijn nichtje. Ik moet eindelijk dan toch de confrontatie met het kind aangaan. Ik produceer een glimlach en steek haar mijn handen toe. ‘Kleine Catharina!’ roep ik uit. ‘Wat bent u groot geworden!’

   Ze pakt mijn handen vast, maar draait haar gezicht niet omhoog om mijn wang te kussen. Ze kijkt me rustig aan, alsof zij míj de maat neemt. De laatste keer dat ik haar gezien heb stond ze achter haar tante Anna, de koningin, op het schavot, en hield ze haar mantel vast toen de koningin haar hoofd op het blok legde. De laatste keer dat ze mij gezien heeft was voor de rechtszaal, toen ik naar binnen geroepen werd om te getuigen. Ik weet nog hoe ze me toen aankeek: nieuwsgierig. Ze keek me heel nieuwsgierig aan, alsof ze nog nooit eerder zo’n vrouw had gezien.

‘Hebt u het koud? Hoe was uw reis? Wilt u wat wijn?’ Ik trek haar naar het vuur toe, en ze loopt mee, maar niet van harte. ‘Dit is lady Browne,’ zeg ik. Haar reverence is mooi; ze is sierlijk. Ze is goed opgevoed.

‘En hoe gaat het met uw moeder? En met uw vader?’

‘Ze maken het goed.’ Haar stem klinkt helder, met een vleugje boersheid in haar uitspraak. ‘Mijn moeder heeft u een brief gestuurd.’

Ze haalt hem uit haar zak en geeft hem aan mij. Ik loop ermee naar het licht van de grote vierkante kaars die we hier in de koninklijke hofhouding gebruiken, en ik verbreek het zegel.

Jane,

Zo begint Maria Boleyn, zonder enige aanspreektitel, alsof ik niet de naam van haar huis in mijn naam draag, alsof ik niet lady Rochford ben, terwijl zij op Rochford Hall woont. Alsof zij niet over mijn erfenis en mijn huis beschikt, en ik de hare heb, die niets voorstellen.

Lang geleden heb ik de liefde van mijn echtgenoot verkozen boven de ijdelheid en het gevaar van het hof, en als mijn zus en u hetzelfde hadden gedaan – God hebbe haar ziel – waren we misschien allemaal veel gelukkiger geweest. Ik heb geen behoefte om terug te keren naar het hof, maar ik wens u en de nieuwe koningin Anna meer geluk dan de vorige heeft gehad, en ik hoop dat uw eerzucht u het geluk brengt dat u nastreeft en niet wat sommige mensen denken dat u toekomt.

Mijn oom heeft mijn dochter Catharina aan het hof ontboden en zij zal hem gehoorzamen en voor het nieuwe jaar arriveren. Ik heb haar te verstaan gegeven dat ze alleen de koning en haar oom moet gehoorzamen, dat ze zich alleen door mijn advies en door haar eigen goede geweten mag laten leiden. Ik heb haar ook gezegd dat u uiteindelijk voor mijn zus noch voor mijn broer een vriendin bent geweest, en ik heb haar geadviseerd om u met het respect dat u toekomt te bejegenen.

Maria Stafford

Als ik dit briefje gelezen heb, beef ik, en dan lees ik het nog een keer, alsof het de tweede keer anders zou kunnen zijn. Het respect dat mij toekomt? Het respect dat mij toekomt? Ik heb toch alleen maar tot het allerlaatste moment gelogen en bedrogen om die twee te redden, en daarna heb ik de familie toch alleen maar beschermd tegen de ramp die zij over ons hebben afgeroepen? Wat had ik nog meer kunnen doen? Hoe had ik het anders gedaan moeten hebben? Ik heb mijn oom de hertog gehoorzaamd, zoals van mij werd verwacht, ik heb gedaan wat hij me opdroeg, en mijn dank is dat ik zijn trouwe familielid ben en als zodanig geëerd word.

Wie denkt zij wel dat ze is dat ze mij een vrouw noemt die een goede echtgenote had kunnen zijn? Ik heb met mijn hele ziel en zaligheid van mijn echtgenoot gehouden en ik had alles voor hem kunnen zijn, als zij er niet was geweest, en haar zus, en als zij dat net niet voor hem gespannen had, waar hij niet doorheen kon breken, en dat ik ook niet voor hem kon openen. Als hij niet door de schande van zijn zus ten onder was gegaan, zou hij vandaag de dag toch nog leven? Als hij niet samen met Anna genoemd en onthoofd was, zou hij nu toch nog mijn echtgenoot en de vader van onze zoon zijn? En wat heeft Maria gedaan om hem te redden? Zij heeft toch altijd alleen maar gedaan wat haar goed uitkwam?

Ik kan het wel uitschreeuwen van pure woede en wanhoop omdat zij deze gedachten weer in mijn hoofd losmaakt. Dat ze haar vraagtekens durft te zetten bij mijn liefde voor George, dat ze het mij durft te verwijten! Ik ben verbijsterd over de kwaadaardigheid die uit haar brief spreekt, en de verhulde beschuldiging. Wat had ik anders moeten doen, wil ik haar wel in het gezicht schreeuwen. U zat daar, dus u was bepaald niet de reddende engel voor George en Anna. Wat hadden wij anders kunnen doen?

   Maar zo is ze altijd geweest – haar zus en zij; ze hebben me altijd het gevoel gegeven dat zij het beter zagen, beter begrepen, dat ze beter nadachten. Zodra ik met George getrouwd was, was ik me ervan bewust dat zijn zussen als voornamere vrouwen werd en beschouwd dan ik: eerst was de een de geliefde van de koning geweest, en daarna de ander. Een van hen was uiteindelijk echtgenote van de koning en koningin van Engeland geworden. Zij waren voor voornaamheid in de wieg gelegd! De zusjes Boleyn! En ik was maar een schoonzus. Nou ja, het zij zo. Ik heb de positie waar ik mij vandaag de dag in bevind niet bereikt en ik ben geen getuige geweest en heb geen dure eed gezworen om nu op mijn nummer gezet te worden door een vrouw die bij het eerste teken van gevaar gevlucht is en met een man is getrouwd om zich op het platteland te verschuilen en tot de protestantse God te bidden dat er ooit betere tijden mogen aanbreken.

Catharina, haar dochter, kijkt me nieuwsgierig aan. ‘Heeft ze u dit laten lezen?’ vraag ik met bevende stem. Lady Browne kijkt me met gretig vragende blik aan.

‘Nee,’ zegt Catharina.

Ik gooi hem in het vuur, alsof de brief bewijsmateriaal tegen mij is. Gedrieën kijken wij hoe hij tot grijze as verbrandt. ‘Ik antwoord haar later wel,’ zeg ik. ‘Het was niet zo belangrijk. Nu ga ik even kijken of ze uw kamer wel in gereedheid hebben gebracht.’

Dat is een smoesje om bij hen en de zachte as van het briefpapier in de haard weg te kunnen. Ik loop snel het vertrek uit, roep de kamermeisjes en geef hun een standje omdat ze niet goed opgelet hebben, en dan ga ik stil naar mijn eigen kamer en druk mijn gloeiende voorhoofd tegen het koele, dikke glas. Ik zal deze laster negeren, ik zal deze belediging negeren, ik zal deze vijandigheid negeren. Wat er ook de oorzaak van moge zijn. Ik bevind me in het centrum van het hof. Ik dien mijn koning en mijn familie. Uiteindelijk zullen ze inzien dat ik de meest hoogstaande van de hele familie ben, de dochter Boleyn die koning en familie tot het eind toe heeft gediend, die nooit is teruggedeinsd, die nooit heeft gehaperd, ook al is de koning dik en gevaarlijk geworden en is de hele familie dood, op mij na.

De Erfenis Van De Boleyns
titlepage.xhtml
index_split_000.xhtml
index_split_001.xhtml
index_split_002.xhtml
index_split_003.xhtml
index_split_004.xhtml
index_split_005.xhtml
index_split_006.xhtml
index_split_007.xhtml
index_split_008.xhtml
index_split_009.xhtml
index_split_010.xhtml
index_split_011.xhtml
index_split_012.xhtml
index_split_013.xhtml
index_split_014.xhtml
index_split_015.xhtml
index_split_016.xhtml
index_split_017.xhtml
index_split_018.xhtml
index_split_019.xhtml
index_split_020.xhtml
index_split_021.xhtml
index_split_022.xhtml
index_split_023.xhtml
index_split_024.xhtml
index_split_025.xhtml
index_split_026.xhtml
index_split_027.xhtml
index_split_028.xhtml
index_split_029.xhtml
index_split_030.xhtml
index_split_031.xhtml
index_split_032.xhtml
index_split_033.xhtml
index_split_034.xhtml
index_split_035.xhtml
index_split_036.xhtml
index_split_037.xhtml
index_split_038.xhtml
index_split_039.xhtml
index_split_040.xhtml
index_split_041.xhtml
index_split_042.xhtml
index_split_043.xhtml
index_split_044.xhtml
index_split_045.xhtml
index_split_046.xhtml
index_split_047.xhtml
index_split_048.xhtml
index_split_049.xhtml
index_split_050.xhtml
index_split_051.xhtml
index_split_052.xhtml
index_split_053.xhtml
index_split_054.xhtml
index_split_055.xhtml
index_split_056.xhtml
index_split_057.xhtml
index_split_058.xhtml
index_split_059.xhtml
index_split_060.xhtml
index_split_061.xhtml
index_split_062.xhtml
index_split_063.xhtml
index_split_064.xhtml
index_split_065.xhtml
index_split_066.xhtml
index_split_067.xhtml
index_split_068.xhtml
index_split_069.xhtml
index_split_070.xhtml
index_split_071.xhtml
index_split_072.xhtml
index_split_073.xhtml
index_split_074.xhtml
index_split_075.xhtml
index_split_076.xhtml
index_split_077.xhtml
index_split_078.xhtml
index_split_079.xhtml
index_split_080.xhtml
index_split_081.xhtml
index_split_082.xhtml
index_split_083.xhtml
index_split_084.xhtml
index_split_085.xhtml
index_split_086.xhtml
index_split_087.xhtml
index_split_088.xhtml
index_split_089.xhtml
index_split_090.xhtml
index_split_091.xhtml
index_split_092.xhtml
index_split_093.xhtml
index_split_094.xhtml
index_split_095.xhtml
index_split_096.xhtml
index_split_097.xhtml
index_split_098.xhtml
index_split_099.xhtml
index_split_100.xhtml
index_split_101.xhtml
index_split_102.xhtml
index_split_103.xhtml
index_split_104.xhtml
index_split_105.xhtml
index_split_106.xhtml
index_split_107.xhtml
index_split_108.xhtml
index_split_109.xhtml
index_split_110.xhtml
index_split_111.xhtml
index_split_112.xhtml
index_split_113.xhtml