Wim wil ons vermoorden (2016)
Wout Morra, onze advocaat die ons vanaf het moment dat wij daadwerkelijk moesten beslissen of we zouden getuigen met raad en daad bijstaat, belt ons, en vertelt dat het beveiligingsteam een afspraak wil. Ze willen Sonja, Peter de Vries en mij een mededeling doen.
Dat kan niet goed zijn, het kan maar twee dingen betekenen. Of ze hebben een poging tot liquidatie verijdeld of hij gaat een liquidatie laten uitvoeren, en gelet op de samenstelling van het gezelschap dat is uitgenodigd, zal dat om Peter, Sonja en mij gaan.
Piet neemt het woord en vertelt ons dat hij er lang over heeft nagedacht hoe hij dit moet brengen. De boodschap is dat Wim erin is geslaagd opdracht te geven ons te laten liquideren. Hij heeft bevolen dat ik eerst moet gaan, en daarna Peter en Sonja.
Ik voel mijn bloeddruk stijgen en het begint te bonzen in mijn kop. Ik heb dit voorspeld, maar nu het zover is, wil ik niet dood. Het beeld van mijn prachtige kleinkinderen doemt voor mij op, en ik kan mijn tranen nauwelijks bedwingen.
Ik wil niet huilen ten overstaan van iedereen en al helemaal niet omdat ik zelf altijd degene ben geweest die dit heeft voorspeld. Dan had ik er niet aan moeten beginnen. Maar het doet me wel wat: mijn eigen broer die me wil vermoorden.
Niet eerder was de dreiging zo dichtbij.
Er zit volgens Piet echter ook een andere kant aan dit verhaal. Met deze daad bevestigt Wim immers alles wat wij over hem hebben verklaard.
‘Ik wil toch ook graag de positieve kanten benadrukken,’ zegt Piet daarom.
‘Ja, doe dat vooral,’ zeg ik luchtig.
‘Uit deze daad blijkt dat hij eigenlijk nooit uit de EBI mag.’
‘Daar ben ik het volledig mee eens,’ zeg ik. ‘Hij creëert zijn eigen grond om hem daar te houden. En hij bevestigt alles wat ik al over hem heb verklaard.’
Zeker, er zijn ook positieve elementen aan deze situatie. Maar die wegen niet op tegen de treurigheid van het verhaal. Het treurigst vind ik zijn voorspelbaarheid, dat zijn enige manier om te reageren moord is. Het feit dat zijn gedrag altijd wordt ingegeven door wraak, een emotie die alles in hem overheerst en hem onvoorzichtig maakt.
Hij moet zijn honger naar wraak stillen en kan zich niet beheersen.
Bij sommigen had hij er wel tien jaar over gedaan. Dat wist ik, en dat verwachtte ik. Het feit dat ik boven aan zijn lijstje sta, maakt duidelijk dat hij mij het meest haat, mij het meest zijn situatie verwijt.
Het is de eerste keer dat hij mij met de dood bedreigt, en ik kan me nu pas voorstellen waarom Sonja hem al die tijd niet zielig heeft gevonden. Ik had alleen maar aangehoord hoe hij haar en anderen met de dood bedreigde, maar was nog niet door hemzelf met de dood bedreigd. Nu hij dat doet, is mijn medelijden met hem over.
Ook dat is positief.