De tegenaanval (2014)

De bedreigingen van Sonja bereikten in maart 2014 hun hoogtepunt: ze dook opnieuw onder bij Francis.

We konden niets anders bedenken dan dat ik als garantie op haar leven tegen hem moest zeggen dat ze alle gesprekken had opgenomen die ze met hem had gevoerd, en dat als er met haar kinderen, Peter of haarzelf iets zou gebeuren, die automatisch bij de politie terecht zouden komen.

Ze zou hem levenslang geven.

Dat heb ik doorgegeven. Even was hij uit het veld geslagen. Dit had hij niet zien aankomen. Zij is in zijn ogen zo stom, zij moest dat met iemand anders gedaan hebben, was zijn conclusie. Sonja kan dat niet alleen, zij kan dit niet bedenken en heeft daar de apparatuur niet voor.

Gewoonlijk als iemand iets doet wat hem niet bevalt, ontploft hij. Maar dat is anders als het écht ergens om gaat, om iets dat voor hem een probleem kan opleveren. Dan blijft hij ijzig kalm, gaat direct de situatie analyseren en zet een strategie uit. Een tegenaanval.

Hij hield stil, ging voor me staan. Zijn ogen leken dwars door mij heen te kijken.

Mijn hart klopte in mijn keel. God, hij zou mij ontmaskeren, hij had me door. Ik had dit spel te ver doorgevoerd, hij zou me ter plekke fouilleren en de opnameapparatuur vinden. Voor de zekerheid, want: ‘Controle is geen wantrouwen, hè.’

Ik werd misselijk en had het gevoel dat ik moest overgeven. Ik begon te praten, wetende dat tegenspreken in dit soort situaties geen zin heeft, want dan wordt hij nog wantrouwiger. Dus gaf ik hem onmiddellijk gelijk.

Zeker moest ze dat met een ander gedaan hebben, zij is daar inderdaad echt te stom voor. Ze kan niet eens een internet-overboeking doen, laat staan iets anders met technische apparatuur. Maar met wie?

W: Met Peter. Ze hebben dit samen verzonnen. Ze spelen een spel met me.

O nee, ik wilde graag de verdenking van mezelf afleiden, maar het was ook niet mijn bedoeling dat dit bij Peter terecht zou komen, daar had hij het toch al zo slecht mee voor.

Ik voelde me schuldig. Die arme Peter wist van niks. Sonja en ik hadden samen voor deze strategie gekozen, maar Peter stond daarbuiten en nu kreeg hij de schuld.

A: Nee, dat geloof ik niet. Dat doet Peter niet.

W: Francis dan?

A: Nee, zeker niet.

Ik voelde dat mijn ontkenning ervoor zorgde dat hij mij juist meer ging vertrouwen. Doordat ik als enige nog in aanmerking kwam als haar hulp, wekte ik de indruk dat ik het niet van mezelf wilde afleiden.

Hij ontspande.

W: Ga jij zorgen dat je die opnames krijgt. Ik zie jou vanavond.

Goddank, ik was weer even veilig. Zolang hij mij kan gebruiken, zit ik goed.

Die ochtend had echter zo’n impact op mijn zenuwstelsel gehad, dat ik het niet aankon om mij in de avond alweer te bepakken met afluisterapparatuur. Maar het gesprek staat in mijn geheugen gegrift.

We vertrokken vanaf de woning van Sandra en zijn door Oost gaan lopen.

W: En? Heb je ze?

A: Nee, ze zegt dat ze ze veilig heeft opgeborgen. En ze gaat het mij niet vertellen, want als het erop aankomt ben ik met jou.

W: Wat een vieze kankerhoer. Ik wist het al. Praat ze ook met de politie?

A: Weet ik veel. Waarom zou ze die opnames opbergen als ze al met de politie praat?

W: Ze praat met de politie. Maar het maakt me niet uit. Je weet wat ik doe met mensen die met de politie praten. Maar bij haar ga ik het anders doen. Ik ga haar heel langzaam laten sterven. Echt laten lijden. Eerst haar kinderen, haar kleinkind en dan zij. Ik laat haar niet doodschieten. Ik laat haar martelen. Dagenlang.

A: Nou, ze zegt juist dat als er iets met haar of haar kinderen gebeurt, dat die opnames dan naar de politie gaan. Dus dat lijkt me niet verstandig. Daar heb je niks aan.

W: Maakt me niet uit. Is ze naar het buitenland?

A: Waarom zou ze?

W: Ik weet niet wat ze van plan is. Ze doet dit met Peter.

A: Nee, dat geloof ik niet. Die zou dit nooit durven.

Ik moest de verdenking bij mezelf vandaan houden.

A: Ze zegt: ik heb jou ook opgenomen. Alle boodschappen die je van hem moest doorgeven, dat hij mijn kinderen dood zou laten schieten. Peter en mij. Ik heb alles. En nog veel meer, want ik neem al heel lang alles op.

W: Dus ze gaat jou ook ophangen. Wat een viezerik. Ze gaat jou ook ophangen.

A: Hoezo dan? Ik heb toch alleen maar jouw boodschappen doorgegeven? Ik help toch alleen maar? Ik ontken gewoon dat jij dat tegen mij hebt gezegd. Dan stopt het bij mij.

W: Ze gaat jou ophangen. Ze is een vieze verrader. Hoelang neemt ze al op?

A: Weet ik niet. Dat zegt ze niet. Maar je moet rustig blijven denken. Denk na wat je allemaal tegen haar hebt gezegd, wat ze daarmee kan. Jij verspreekt je nooit.

W: Ik heb gewoon een beetje boos gedaan. Maar ik weet natuurlijk niet hoelang ze al opneemt, en of ze al met de politie praat. Wat ze daar gaat zeggen. Ik moet die opnames hebben. En ik krijg ze ook, hoor. Op zeker. Ik trek haar gewoon van de straat en martel haar net zo lang tot ze zegt waar ze zijn. Ik breek elk botje in haar lichaam. Snij d’r helemaal aan stukjes.

A: Doe normaal!

W: Wat doe normaal? Ik doe normaal. Dit had ze kunnen verwachten.

A: Ik ga wel zoeken in haar flat, kijken of ik het kan vinden.

W: Ja, ga zoeken. Wat een kankerhoer. Dit moet opgelost worden.

Ik kreeg het gevoel dat wij onze hand hadden overspeeld. Hij was zo eng rustig onder de situatie, dit had niet het effect waar we op hadden gehoopt. Dit zou niet goed gaan. Ik moest het op de een of andere manier terugdraaien. Maar hoe?

Ik ging weer naar hem toe.

A: Nou, ik heb uren met haar opgetrokken, maar volgens mij bluft ze, volgens mij heeft ze helemaal niks. Ze is niet goed. Ze dreigt alleen maar.

W: Denk je?

A: Ja, ik ken d’r toch, ik ken d’r als geen ander. Ze kan helemaal niks, ze kan niet eens een computer aanzetten. Het is een debiel.

Als ik enigszins geloofwaardig over wilde komen, moest ik haar helemaal tot aan de grond afbreken.

A: Maar ik snap haar wel, ze is bang voor jou, ze is bang dat je haar kinderen dood laat schieten. Ze weet niet meer wat ze moet doen. Het is een noodsprong.

W: Ze is bang, hè? Moet ze ook zijn.

A: Ik denk dat ze spijt als haar op d’r hoofd heeft dat ze het heeft gezegd. Ze was bloednerveus.

W: Dat begrijp ik. Ze weet hoe ik ben. Of ze doet het met Peter, dat ze wel opnames heeft, dat ze met een heel spel bezig zijn.

A: Nou, ik zie niet in waarom.

W: Je weet het niet, hè? Je weet niet wat ze van plan zijn.

A: Nou, ik denk dat het bluf is.

W: Denk je?

A: Ik weet het zeker.

W: We gaan het zien.

Judas
cover.html
half.html
title.html
copy.html
front.html
toc.html
chap01.html
part01.html
chap02.html
chap03.html
chap04.html
chap05.html
chap06.html
chap07.html
chap08.html
chap09.html
chap10.html
chap11.html
chap12.html
chap13.html
chap14.html
chap15.html
chap16.html
chap17.html
chap18.html
chap19.html
chap20.html
chap21.html
chap22.html
chap23.html
chap24.html
chap25.html
chap26.html
chap27.html
chap28.html
chap29_split_000.html
chap29_split_001.html
chap29_split_002.html
chap29_split_003.html
chap29_split_004.html
chap29_split_005.html
chap29_split_006.html
chap29_split_007.html
chap29_split_008.html
chap29_split_009.html
chap29_split_010.html
chap29_split_011.html
chap29_split_012.html
chap29_split_013.html
chap29_split_014.html
chap29_split_015.html
chap29_split_016.html
chap29_split_017.html
chap29_split_018.html
chap29_split_019.html
chap29_split_020.html
chap29_split_021.html
chap29_split_022.html
chap29_split_023.html
chap29_split_024.html
chap29_split_025.html
chap29_split_026.html
chap29_split_027.html
chap29_split_028.html
chap29_split_029.html
chap29_split_030.html
chap29_split_031.html
chap29_split_032.html
chap29_split_033.html
chap29_split_034.html
chap29_split_035.html
chap29_split_036.html
chap29_split_037.html
chap30.html
chap31.html
chap32.html
chap33.html
chap34.html
chap35.html
chap36.html
chap37.html
chap38.html
chap39.html
part02.html
chap40.html
chap41.html
chap42.html
chap43.html
chap44.html
chap45.html
chap46.html
chap47.html
chap48.html
chap49.html
chap50.html
chap51.html
chap52.html
chap53.html
chap54.html
chap55.html
chap56.html
chap57.html
chap58.html
chap59.html
chap60.html
chap61.html
chap62.html
chap63.html
chap64.html
chap65.html
chap66.html
chap67.html
chap68.html
chap69.html
chap70.html
chap71.html
chap72.html
chap73.html
chap74.html
chap75.html
chap76.html
chap77.html
chap78.html
chap79.html
a15e1d396149.html