Gouden hart (2003)
Twee weken na het overlijden van Cor zou Francis eenentwintig worden. Cor had voor haar verjaardag een ketting met een gouden hart gekocht. Maar net als vele andere roerende goederen die Cor op de dag van zijn overlijden nog bezat, was ook die weg.
Cors huis was goed beveiligd met camera’s. Hij wilde alles kunnen zien wat zich in en om zijn huis afspeelde en zo was te zien dat, terwijl Cor nog op de koude grond in Amstelveen lag, vrienden naar zijn huis waren gesneld en het met tassen vol goederen hadden verlaten.
Sonja vroeg hun waar het hartje kon zijn, maar ze wisten het niet. Net zo min als ze wisten waar Cors verzameling peperdure horloges, sieraden en het miljoen dat hij in de kluis zou hebben liggen, waren gebleven. Geconfronteerd met de camerabeelden, was hun reactie dat het om tassen met wapens ging, waarvan ze niet wilden dat die gevonden zouden worden. Dat er een miljoen in de kluis had gelegen was een onzinverhaal, niemand had iets uit de kluis gehaald. Dat de kluisdeur openstond, kwam door de recherche die, vlak nadat de gevulde tassen het beeld hadden verlaten, gierend van de pret het beeld binnen kwam wandelen.
Zeker, de recherche had onmiddellijk het huis van Cor doorzocht, maar zij had geen toegang tot de kluis en de kluis was niet opengebroken. Maanden later doken de horloges van Cor op, op de markt aangeboden door zijn vrienden. Daarvan stond nu dus wel vast dat ze waren verdwenen op het moment dat die tassen het huis verlieten.
Zou er dan toch een miljoen in de kluis hebben gelegen? Het zou kunnen, het is een typische Godfather-filmfantasie dat er in de onderwereld een erecode bestaat die ervoor zorgt dat de vrouwen en kinderen van een crimineel goed verzorgd achterblijven, als de man overlijdt.
Het tegendeel bleek waar: vanaf het moment van overlijden staan vrienden, collega’s en soms ook familie in de startblokken om de achterblijvers te beroven. Wim was daarin echt niet alleen. Het enige verschil tussen Wim en de omgeving van Cor was dat zij aaseters waren die aanschoven zodra Cor dood was. Het was in hun geval de gelegenheid die de dief maakte en niet de dief die de gelegenheid maakte, zoals bij Wim het geval was.
Hoe oprecht erg de vrienden het overlijden van Cor ook vonden, hun eigenbelang verloren ze geen moment uit het oog. Ook in de dagen en weken erna was het een komen en gaan van figuren die allemaal kwamen kijken of er nog wat te halen viel.
Niemand kwam iets brengen, ook niet als Cors vrouw en kinderen daar recht op hadden, want de vrouw weet in negen van de tien gevallen niets van de illegale zaakjes van haar man. En als ze het wel weet, is het eenvoudig te ontkennen: er staat niets op papier en wat er op papier staat, staat vaak op andermans naam. Ze kan daar moeilijk mee naar een rechter gaan om het af te dwingen.
‘Ze doen maar,’ zei Sonja, ‘als ze daar gelukkig van worden. Wat ik erg vind, is dat ze allemaal weten dat Cor het hartje speciaal voor Fran heeft gekocht en dat ze niet het fatsoen hebben het terug te geven. Een hartje van goud, wat is dat nou waard in geld, As? Maar voor Francis is het heel veel waard.’
Wim kwam na Cors overlijden vaak langs en hoorde wat Sonja over het hartje zei. Hij riep Francis bij zich en besloot dat hij voor haar verjaardag een nieuw hartje ging kopen.
Francis keek in paniek naar Sonja. Nee, dat hoefde echt niet, had ze herhaaldelijk gezegd. Maar Wim was, als altijd, onverbiddelijk. Ze gingen een hartje kopen, en wel nu meteen.
Sonja keek Francis strak aan om duidelijk te maken dat ze mee moest werken, ze wist dat als ze het hartje van Wim zou weigeren, hij dat zou opvatten als een belediging en dat zou hij haar niet in dank afnemen, nichtje of geen nichtje.
Francis begreep de boodschap en dus gingen zij en Sonja met Wim mee naar het Waterlooplein, naar de winkel van Jaap Lichtenberg, om een hartje te kopen. In de winkel probeerde ze er nog onderuit te komen. Ze zag niets dat ze wilde hebben, maar Wim gaf niet op. Hij besloot zelf welke ze moest nemen.
‘Wat hebben jullie gedaan?’ vroeg ik aan Sonja toen ze binnenkwam, en Francis met betraande ogen direct doorliep naar boven.
‘Wim heeft net een hartje voor haar verjaardag gekocht,’ zei ze, ook zichtbaar aangedaan. ‘Ze haat mij, omdat ik het toelaat. Maar ik weet geen andere manier om haar te beschermen, As, dan te doen alsof er niets aan de hand is. Ik kan het toch niet opnemen tegen Wim?’
‘Ik ga wel even naar haar toe om met haar te praten,’ zei ik.
Ik liep naar boven. Francis zat op haar bed, en luisterde steeds opnieuw naar de stem van Cor. Vlak voor zijn dood had hij een voicemailbericht op haar telefoon achtergelaten en sinds zijn dood zat ze daar vaak urenlang naar te luisteren.
‘Fran,’ zei ik, ‘ik weet hoe dit voor je is, maar we hebben geen keus. Je mag Wim niet de indruk geven dat je denkt dat hij iets met de dood van je vader te maken heeft.’
‘Denkt?’ zei ze en keek me boos aan. ‘Jullie zijn niet eerlijk tegen me. Denken jullie dat ik niet doorheb wat er gebeurt? Hoe jullie terugkomen als jullie bij hem zijn geweest? Dat ik de afgelopen jaren blind en doof ben geweest? Dat ik ben vergeten wat papa tegen me heeft gezegd? En nu denkt hij even de plaats van mijn vader in te nemen? En mama laat het allemaal maar gebeuren. Nee, As, dat kan niet.’
‘Je moeder doet wat ze moet doen, wat het beste is voor jou en voor Rich. Ik doe niet anders dan je moeder. Ik begrijp dat je ons laf vindt, maar wij zijn niet in de positie om dit uit te vechten. Wij zijn maar een paar vrouwen en we moeten aan onze kinderen denken. We kunnen het ons niet permitteren onze eigen mening te verkondigen, zo werkt het niet in onze wereld. We willen je alleen maar beschermen. En jij moet ons beschermen door te doen alsof er niets aan de hand is, anders breng je ons in de problemen. Heb je dat begrepen, Francis?’
Francis antwoordde niet, maar keek me uitdagend aan, hield haar telefoon voor mijn gezicht, en bleef de stem van haar vader afspelen.
‘Heb je het begrepen!’ herhaalde ik, nu op een indringende toon die geen tegenspraak duldde.
‘Ja, As,’ zei ze met tegenzin.
‘Ik wil dit gesprek nooit meer met je hoeven voeren, is dat duidelijk?’ voegde ik er streng aan toe.
‘Ja, As,’ antwoordde ze zo gedwee dat ik alweer spijt had van mijn strengheid.
‘Het is echt het beste, lieverd,’ zei ik zachtjes. ‘Misschien wordt het ooit anders, maar voor nu is het echt het beste.’