Zelfmoord (2015)
We zitten met zijn vieren in mijn auto: mama, Sonja, Miljuschka en ik. John van den Heuvel belt en vraagt of ik het bericht al heb vernomen dat Wim vannacht in de EBI zelfmoord zou hebben gepleegd.
Wat!? Zelfmoord? De tranen springen spontaan in mijn ogen. Mijn eerste gedachte is: we hebben hem vermoord.
Altijd hield hij rekening met de mogelijkheid dat hij een keer levenslang voor de liquidaties zou krijgen, en elke keer als het daarover ging vertelde hij ons dat hij dan zelfmoord zou plegen.
Aan mijn moeder liet hij zien hoe hij dat zou doen: ‘Kijk, dan knijp ik dit bloedvat dicht, en dan ben je er geweest.’
Dus vonden wij het een hele logische stap dat hij zelfmoord zou hebben gepleegd.
‘Wat is er?’ vraagt mijn moeder.
Ik zeg huilend dat Wim zelfmoord heeft gepleegd. En dan voel ik een ongekende ontspanning, voor vijf seconden voel ik me voor het eerst in een hele lange tijd vrij, en vooral veilig. John verstoort dit gevoel door te zeggen dat het niet is bevestigd door justitie en vraagt of ik het misschien kan nagaan.
‘Ja,’ zegt mijn moeder, ‘ga het maar na, straks maak je ons blij met een dode mus.’
Ik bel met Betty en zij weet binnen vijftien minuten te vertellen dat het gerucht niet waar is.
Hij stond, toen zij belde, te koken in de EBI.