Thomas (1980)

Thomas van der Bijl was voor Cor meer dan een vriend. Hij was als een broer, en door die verwantschap hoorde hij bij de familie. Hij was er altijd, bij alle belangrijke familieaangelegenheden en na elke ingrijpende gebeurtenis. Vanaf het moment dat hij zijn auto meegaf, zodat Cor met Wim kon vluchten om niet gepakt te worden voor de Heineken-ontvoering, tot aan het dragen van Cors kist na zijn dood.

Thomas was van de partij gedurende Cors gehele loopbaan in de onderwereld, en vervulde functies binnen zijn activiteiten in de bovenwereld. Hij groef samen met een familielid van Cor het losgeld op in Parijs en wisselde het geregistreerde en gemerkte geld om, zodat het geïnvesteerd kon worden. Hij exploiteerde gedurende enige tijd de Achterdam en verzorgde de schoonmaak van de bedrijven op de Wallen.

Thomas was blind te vertrouwen, hij zweeg als het graf.

De laatste jaren voor Cors overlijden kwam hun relatie echter onder druk te staan. Cor was altijd al een stevige drinker geweest en na de geboorte van Bo, twee liquidatiepogingen en het verraad van Wim, was hij inmiddels zwaar alcoholist: zijn zonnige karakter ontwikkelde een grimmige kant.

Zijn oude vrienden, onder wie Thomas, kenden Cor nog uit de periode dat hij nog nauwelijks iets bezat. Zijn nieuwe vrienden kenden alleen de Cor die altijd de rekening betaalde en als hij flink dronken was iedereen geld toestopte. Van Cor kreeg je geld of met Cor kon je geld verdienen.

Cor stond symbool voor geld en dat trok bepaalde mensen aan. En Cor liet dat gebeuren, omdat betaalde vrienden niet weglopen als je dronken en vervelend bent. Het maakte Cor onuitstaanbaar. Hij liet ‘vrienden’ voor duizend gulden zijn voeten kussen – ze stonden in de rij.

Thomas pikte dat gedrag niet, maar in Cor zat geen verbetering meer. Hij wilde wel, maar het lukte hem niet en Thomas had er genoeg van. Hun meer dan twintig jaar tellende vriendschap bekoelde.

Twintig jaar lang had Thomas niet alleen voor Cor maar ook voor Sonja klaargestaan. Vlak nadat Cor en Wim gearresteerd waren, had Sonja geen cent te makken. Voor de bezoeken aan de Santé in Parijs werd hutje bij mutje gelegd en Thomas leverde daaraan zijn bijdrage. Geld voor benzine was er vaak niet en dan zette Thomas de auto waarmee Sonja naar Parijs zou rijden naast een andere auto, schroefde de tankdop eraf, stopte er een slangetje in en liet de benzine in de tank van Sonja’s wagen lopen. Hij zette advertenties: ‘huis te huur’, verhuurde het tegelijkertijd aan iedereen die het wilde huren, incasseerde van elke ‘huurder’ het sleutelgeld en verdween met de noorderzon. Het geld werd weer gebruikt om de tank vol te gooien en Sonja naar de jongens te brengen.

Thomas bracht Sonja waar Cor haar wilde ontmoeten en bleef dat altijd trouw doen. Hij hielp haar met alle klussen die een man in huis hoorde te doen. Een man in huis had Sonja nauwelijks, want Cor zat of vast of was de hort op, of hij zat ondergedoken. En als hij er was, verhinderden zijn twee linkerhanden zelfs het indraaien van een lamp. Thomas deed het allemaal voor haar. Wat er ook was, hij was er.

Net na de vrijlating van de jongens vroeg hij mij of ik facturen wilde maken voor zijn timmer- en schoonmaakbedrijf. Thomas werkte hard en had een broertje dood aan de administratie. ‘Jij kan toch goed lezen en schrijven? Kan jij het doen? Ik betaal je ervoor.’

Zo verdiende ik wat geld bij en ik vond het altijd wel gezellig, die momenten met Thomas en zijn chaos aan papier, verspreid door zijn auto, in een plastic tas gepropt en die hij vervolgens in mijn handen duwde. Na enige tijd had ik genoeg van het factuurtjes maken en wilde ik ermee stoppen, maar ik vond het lullig om Thomas zijn chaos weer terug te geven.

Hij reageerde zoals altijd vriendelijk: ‘Is niet erg. Jij kunt je tijd toch beter gebruiken om te leren.’

Thomas mocht Wim niet. En niet, zoals Wim altijd opwerpt, omdat Cor op zijn zestiende met Anneke ging, het zusje van Thomas, en haar verliet voor het zusje van Wim, Sonja. Het klopt wel dat Cor Anneke bedroog met Sonja en Sonja weer met Anneke, totdat Sonja aan dat getouwtrek een definitief einde maakte door zwanger te worden.

Maar die perikelen speelden zich af toen ze alle drie nog jong waren. Later stonden Sonja en Anneke samen als moeders op het schoolplein, en bakte Anneke pannenkoeken als Francis een keer tussen de middag bij haar dochtertje Melanie speelde. De volwassenheid van alle betrokkenen had hun verhouding al lang genormaliseerd. Daar lag geen oud zeer meer, en dat was ook niet de reden dat Thomas Wim niet mocht.

Thomas mocht Wim niet vanwege zijn karakter.

Wim, op zijn beurt, heeft Thomas ook nooit gemogen. Waarom? Misschien omdat Thomas Wims toenmalige vriendin Beppie weleens van Amsterdam naar het hotel Beauvais bracht om daar bij Wim op bezoek te gaan? Omdat Beppie dan uren alleen met Thomas in de auto zat en Wim haar er vervolgens van beschuldigde dat zijn dochter Evie niet van hem was, maar van Thomas? Het zou kunnen, maar ik vermoed dat hij Thomas niet mocht omdat hij nu eenmaal een hekel heeft aan vrijwel iedereen.

Thomas was oprecht in zijn vriendschap naar Cor. Hij was zelfstandig, had zijn eigen leven, zijn eigen bedrijven en ging zijn eigen weg. Hij was niet geïnteresseerd in de oppervlakkige Cor die zoop, feestte en zich liet uitvreten. Hij was geïnteresseerd in zijn vriend, en Cor had zich geen betere vriend kunnen wensen. Zelfs na zijn dood kwam Thomas nog voor hem op, en keerde zich tegen degene die hij verantwoordelijk hield voor de dood van Cor.

De Thomas die nooit sprak, ging praten. En praters met de politie legt Wim het zwijgen op: Thomas werd op 20 april 2006 geliquideerd. Wim zat in de gevangenis, maar had de liquidatie al geregeld voordat hij vast kwam te zitten. Fred Ros werd in het Passageproces in 2014 voor de moord op Thomas vervolgd en veroordeeld.

Judas
cover.html
half.html
title.html
copy.html
front.html
toc.html
chap01.html
part01.html
chap02.html
chap03.html
chap04.html
chap05.html
chap06.html
chap07.html
chap08.html
chap09.html
chap10.html
chap11.html
chap12.html
chap13.html
chap14.html
chap15.html
chap16.html
chap17.html
chap18.html
chap19.html
chap20.html
chap21.html
chap22.html
chap23.html
chap24.html
chap25.html
chap26.html
chap27.html
chap28.html
chap29_split_000.html
chap29_split_001.html
chap29_split_002.html
chap29_split_003.html
chap29_split_004.html
chap29_split_005.html
chap29_split_006.html
chap29_split_007.html
chap29_split_008.html
chap29_split_009.html
chap29_split_010.html
chap29_split_011.html
chap29_split_012.html
chap29_split_013.html
chap29_split_014.html
chap29_split_015.html
chap29_split_016.html
chap29_split_017.html
chap29_split_018.html
chap29_split_019.html
chap29_split_020.html
chap29_split_021.html
chap29_split_022.html
chap29_split_023.html
chap29_split_024.html
chap29_split_025.html
chap29_split_026.html
chap29_split_027.html
chap29_split_028.html
chap29_split_029.html
chap29_split_030.html
chap29_split_031.html
chap29_split_032.html
chap29_split_033.html
chap29_split_034.html
chap29_split_035.html
chap29_split_036.html
chap29_split_037.html
chap30.html
chap31.html
chap32.html
chap33.html
chap34.html
chap35.html
chap36.html
chap37.html
chap38.html
chap39.html
part02.html
chap40.html
chap41.html
chap42.html
chap43.html
chap44.html
chap45.html
chap46.html
chap47.html
chap48.html
chap49.html
chap50.html
chap51.html
chap52.html
chap53.html
chap54.html
chap55.html
chap56.html
chap57.html
chap58.html
chap59.html
chap60.html
chap61.html
chap62.html
chap63.html
chap64.html
chap65.html
chap66.html
chap67.html
chap68.html
chap69.html
chap70.html
chap71.html
chap72.html
chap73.html
chap74.html
chap75.html
chap76.html
chap77.html
chap78.html
chap79.html
a15e1d396149.html