68
Het was een geslaagd etentje: het eten was lekker en het gesprek luchtig en vol humor. Het was een prettige onderbreking geweest van het onderzoek, waardoor ze zich weer hadden kunnen opladen. Daarna waren ze met z’n vieren naar Browns huis vlak bij Capitol Hill gereden.
Jamison keek met grote ogen naar het luxe interieur. ‘Harper, wat is dit een mooi huis!’
Brown gaf Jamison een glas wijn en zei: ‘Het meeste is door mijn oma gedaan; zij had er echt oog voor. Maar ik heb er zelf ook een paar dingen aan toegevoegd, een paar schilderijen, dat beeld daar en een paar vloerkleden. En een paar speciale voorzieningen,’ voegde ze er terloops aan toe. ‘Het is een comfortabel en gezellig huis.’
‘Ja, dat is het zeker.’
Decker en Mars stonden aan de andere kant van de kamer, ieder met een fles Dos Equis in de hand.
‘Het was gezellig vanavond,’ zei Mars. Hij was gekleed in een spijkerbroek en een donkergroene coltrui die zijn strakke lichaam amper kon verhullen.
‘Ik vind het altijd leuk in jouw gezelschap, Melvin.’ Decker keek op en zag dat Brown naar Mars keek.
Ze glimlachte waarderend en draaide zich weer om naar Jamison.
‘En Harper is duidelijk een fan van je.’
Mars nam een slok bier en grijnsde als een schooljongen. ‘Het is leuk met haar. Die vrouw is overal geweest en heeft alles gedaan. Ik ben nergens geweest en heb niets gedaan.’ Hij keek om zich heen. ‘En ze komt uit een rijke familie, maar ze gedraagt zich niet zo. Dat vind ik cool. En ze is een echte atlete. Ik bedoel, zo is ze gebouwd, maar ze heeft ook een geweldige conditie. Dat weet je maar nooit, hè? We hebben vanochtend samen hardgelopen.’
‘Voor jullie picknick?’ vroeg Decker.
Mars glimlachte. ‘Ik weet het! Maar we hebben het gezellig samen. Hoe dan ook, ze hield me moeiteloos bij. Verdomme, ik denk zelfs dat ze zich inhield omwille van mij.’
‘En ze is lief voor kinderen en is gek op puppy’s. Wat een vangst.’
Mars glimlachte weer. ‘Ik weet het, ik sta onzin uit te kramen en gedraag me nogal suf. En ik weet ook wel dat we elkaar niet goed kennen en zo, maar we hebben gewoon een klik, weet je?’
‘Ik weet het, Melvin. En ik ben echt blij voor je.’
Decker keek op zijn horloge. Het was laat, al na twaalven. ‘Ik drink dit biertje nog op en dan ga ik ervand...’
Het licht ging uit, zodat ze in het pikkedonker stonden.
‘Wat ís dit!’ riep Mars.
‘Is er kortsluiting geweest of heeft een transformatorhuisje de geest gegeven?’ vroeg Decker.
Hij voelde dat iemand langs hem heen liep en even later zei Brown: ‘In een paar andere huizen in de straat brandt wel licht. Het moet dus...’
Ze zweeg, draaide zich om en rende weer naar hen toe. Ze greep Decker en Mars bij de arm. ‘Kom mee. Nu! Alex, rechtsaf en de gang door.’
‘Wat...’ begon Mars, maar ze had zijn hand al vast en trok hen allemaal de kamer uit.
Een paar seconden later vlogen de voor- en achterdeur open en renden er gemaskerde mannen het huis binnen. Ze hadden allemaal een mp5 met korte loop in de hand en een nachtbril op, en renden al schietend door het huis.
Terwijl Brown en de anderen door de gang renden, draaide Decker, die achteraan liep, zich om en schoot zijn magazijn halfleeg.
De kogels vlogen hem om de oren. Een lamp verbrijzelde, er vlogen stukken stucwerk van de muur, schilderijen werden vernield en de bekleding van de meubels scheurde open, zodat de vulling eruit puilde.
Terwijl ze verder door de gang renden, schoot Decker zijn magazijn helemaal leeg en opende ook Jamison het vuur.
Achter in de gang trapte Brown een deur open en duwde hen allemaal naar binnen. Daarna trok ze de deur weer dicht en deed hem op slot. ‘Hierheen! Snel!’
Kogels sloegen in de deur, maar kwamen er niet doorheen.
Decker keek haar aan.
‘Stalen platen,’ siste ze.
Brown pakte haar telefoon en drukte een toets in, waarop een deel van de muur snel openging. Erachter was een metalen deur die hydraulisch maar geluidloos openging. ‘Naar binnen, nu!’ riep ze. ‘Schiet op!’
Ze renden naar binnen, waarna Brown een andere toets op haar telefoon indrukte. Daarop ging de deur dicht en gleed dat deel van de muur weer op z’n plek.
Er ging een lamp aan, zodat Decker en de anderen om zich heen konden kijken. Aan een muur hing een tv-scherm, waarop ze konden zien wat er in de ruimte die ze net hadden verlaten gebeurde. De deur van dat vertrek vloog open en de gewapende mannen renden naar binnen.
Decker zei: ‘We moeten de politie bellen.’
‘Mijn alarminstallatie heeft dat automatisch gedaan toen ik de deur naar de beveiligde kamer opende.’
‘En dat is deze kamer?’ vroeg Jamison, om zich heen kijkend. ‘Een beveiligde kamer?’
‘Stalen wanden, geluiddicht, bomvrij, kogelvrij, met eigen luchttoevoer, onafhankelijke stroomtoevoer en genoeg eten en drinken voor een week. Plus een mobiel toilet.’
‘Heb jij deze kamer laten maken?’ vroeg Jamison.
‘Dit is een van de “speciale voorzieningen” waar ik het net over had.’
‘Jij hebt een beveiligde kamer nodig?’ vroeg Decker.
‘Dat blijkt, denk maar aan wat er net is gebeurd. Amos, je bloedt.’ Ze wees naar zijn gezicht.
Hij wreef over het wondje. ‘Er zal wel iets tegen me aan zijn gevlogen. Het was geen kogel. Misschien wat stucwerk dat van de muur spatte door de kogels.’
‘Ik heb minder geluk gehad.’
Ze draaiden zich om en zagen dat Mars zijn bloedende onderarm vasthield. ‘Volgens mij is het maar een schampschot, maar verdomme, het brandt als de hel.’
Brown haalde een eerstehulpdoos uit een kastje aan de muur en begon samen met Jamison Mars’ arm te verzorgen.
Decker keek weer naar het scherm en zag dat de mannen de kamer doorzochten. ‘De politie komt er al aan,’ zei hij, want hij kon de sirenes horen via de videobeelden van de kamer ernaast.
De gemaskerde mannen waren er zo gefrustreerd over dat ze hen niet konden vinden dat ze wild op de muren schoten, maar toch drong geen enkele kogel de ruimte binnen waarin Brown en de anderen zich bevonden. Daarna draaiden de mannen zich om en renden de kamer uit, waarschijnlijk omdat de sirenes steeds dichterbij kwamen.
Vier minuten later stapten ze allemaal de beveiligde kamer uit en liepen politieagenten nieuwsgierig de aangrenzende kamer in.
De agenten bekeken de ravage in de kamer. Een van hen zei: ‘Iemand vindt u helemaal niet aardig, dame.’
‘Tja, daarom heb ik dus een inboedelverzekering,’ zei Brown.
Nadat de politie het huis had doorzocht en hun verklaringen had opgenomen, zaten ze bij elkaar en keken elkaar aan.
‘Dat was op het nippertje,’ zei Mars. ‘Hoe wist je eigenlijk dat ze eraan kwamen, Harper?’
‘Toen ik naar buiten keek, zag ik de rode puntjes van hun nachtbril op hun voorhoofd. Dat kwam doordat ze een oudere versie droegen. Onze diensten gebruiken die allang niet meer, om diezelfde reden dus: daardoor ben je zelf een veel te opvallend doelwit.’
‘Super dat je die beveiligde kamer had,’ zei Jamison.
‘Ik vraag me af wat ze in vredesnaam wilden,’ zei Mars. ‘Ons vermoorden natuurlijk, maar waarom?’
‘Ze moeten ons zijn gevolgd,’ zei Brown. ‘En de stroom hebben uitgeschakeld voordat ze in de aanval gingen.’
‘Ik vraag me af...’ zei Decker peinzend.
‘Wat vraag je je af?’ vroeg Brown.
Maar Decker gaf geen antwoord.