64

Decker zat op de bank met zijn ogen dicht en zijn hoofd gebogen.

Jamison kwam net uit de badkamer, gekleed in een lang shirt en een sportbroekje. Met haar ene hand poetste ze haar tanden en in haar andere droeg ze een plastic zakje met afval. Ze liep op blote voeten door de gang, keek naar Decker, haalde haar schouders op en liet de plastic zak in een grote afvalbak bij het keukeneiland vallen.

Toen werd er op de deur geklopt.

Jamison keek om en zag dat Decker het kennelijk niet had gehoord.

Ze probeerde iets te zeggen, maar daardoor droop er waterige tandpasta uit haar mond. Ze ving het met een hand op en liep snel naar het aanrecht, waar ze haar mond spoelde.

Weer werd er op de deur geklopt.

‘Decker, wil jij de deur opendoen?’

Hij verroerde zich niet en zijn ogen gingen niet open.

‘Dat beschouw ik dan maar als een nee!’ riep Jamison. Ze pakte een stuk keukenrol om haar mond af te vegen en liep snel naar de voordeur. Toen ze door het kijkgaatje keek, werden haar ogen groot van verbazing. ‘Ja?’ vroeg ze.

Er stonden vier mannen voor de deur, allemaal in pak. Een van hen hield zijn geopende legitimatiebewijs voor het kijkgaatje.

‘Lieve help,’ mompelde Jamison. Ze opende de deur en stapte achteruit.

De vier mannen verroerden zich niet.

De leider bekeek haar van top tot teen en keek toen naar Decker die nog steeds op de bank zat. ‘Amos Decker?’ vroeg hij.

‘Ja,’ zei Jamison. ‘Ik bedoel, dat zijn wij. Ik... ik bedoel...’ Ze haalde zenuwachtig adem, vermande zich en zei: ‘Ik ben Alex Jamison. En dat is Amos Decker.’

‘Ik ben special agent Nathan Deel van de Secret Service. Meneer Decker, u moet met ons meekomen.’

‘Wanneer?’ vroeg Jamison.

‘Nu.’

‘Waarom?’ vroeg ze.

‘Nu.’

Decker opende zijn ogen en keek naar hen. ‘Jij kunt je beter even aankleden, Alex.’

‘De uitnodiging geldt niet voor uw vriendin,’ zei Deel op scherpe toon.

‘Dan ga ik niet mee,’ zei Decker. Hij sloot zijn ogen en installeerde zich weer op de bank.

Deel keek naar een van zijn mannen en toen naar Jamison. ‘Onze orders gelden alleen voor hem.’

‘Maar Decker,’ zei Jamison, ‘dit is de Secret Service!’

‘Tenzij ze een arrestatiebevel voor me hebben ga ik niet mee, tenzij jij ook meegaat. En als jullie me naar buiten willen dragen, moet ik jullie waarschuwen dat ik een zware kerel ben.’

Deel fronste, pakte zijn telefoon en stapte de hal in.

Een minuut later kwam Deel terug. Hij ademde langzaam uit, keek naar Jamison en knikte kortaf. ‘Oké, u mag mee.’

Ze bleef hem een hele tijd met open mond aankijken en vroeg toen: ‘Kunt u me tien minuten geven om me aan te kleden?’

‘Maak er vijf van. Er zitten mensen op ons te wachten.’

Ze rende door de gang naar haar slaapkamer en sloeg de deur achter zich dicht.

Deel liep het appartement in, keek naar Decker, naar zijn gekreukelde kleren en zijn onverzorgde uiterlijk. ‘Moet u zich niet ook omkleden en opfrissen?’

Decker stond op en torende boven de man uit. ‘Dat zou niet veel zin hebben.’

‘Waarom niet?’ snauwde Deel.

‘Omdat al mijn kleren er net zo uitzien als deze.’

Verrassend genoeg glimlachte Deel. ‘Ik had al gehoord dat u anders was dan anders. Eerlijk gezegd vind ik dat verfrissend.’

 

* * *

 

‘O mijn god!’ riep Jamison.

Ze had een witte blouse, een kort getailleerd jasje, een lange broek en zwarte laarzen aangetrokken. Ze had haar haren opgestoken en met een speld achter op haar hoofd vastgemaakt. Zij en Decker zaten op de achterste rij stoelen van een enorme gmc Yukon met getinte ramen en ze keek naar het Witte Huis.

‘God woont daar niet,’ zei Decker, ‘maar de president.’

‘Ik kan gewoon niet geloven dat dit echt gebeurt.’

‘Ik ben hier al eerder geweest.’

Ze keek hem verbijsterd aan. ‘In het Witte Huis? Waarom dan? Wanneer?’

‘In het jaar waarin de Buckeyes nationaal kampioen werden. We hadden een sponsor die connecties had met de toenmalige regering. Hij kreeg ons naar binnen. We ontmoetten de president. Mochten met hem op de foto. Best cool. Ik was toen nog maar twintig.’

‘Dat heb je me nooit verteld.’

‘Dat kan.’

‘Waar is die foto?’

‘Die ben ik in de loop der jaren kwijtgeraakt.’

‘Je hebt een foto waar je samen met de president op staat en die raak je kwijt?’

‘Ja dus,’ zei hij onverschillig.

Ze schudde haar hoofd. ‘Waarom verbaast me dat niet?’

Ze reden door een zijhek en de Yukon stopte voor een deuropening. De agenten leidden hen naar binnen en door een gang naar een kleine kamer waar Bogart en Brown al zaten.

‘We begeven ons vanavond in verheven kringen,’ zei Bogart met een gedwongen glimlach.

‘Hoe verheven?’ wilde Jamison weten.

‘De National Security Council,’ antwoordde Brown. ‘Niet de hele Nationale Veiligheidsraad, maar genoeg.’

Bogart zei: ‘Ik had niet verwacht jou hier vanavond te zien, Alex. Het was niet mijn besluit om je hierbuiten te laten, maar ik werd overruled.’

‘Decker vertelde hun dat hij niet meekwam tenzij ik ook mee mocht.’

Bogart glimlachte. ‘Dat verbaast me niet echt. Jullie zijn immers een team.’

Op Jamisons gezicht verscheen een brede glimlach.

Nathan Deel kwam terug en zei kortaf: ‘Kom mee.’

Ze werden door verschillende lange gangen geleid tot ze bij een paar deuren kwamen. Deel opende de deuren, stuurde hen naar binnen en deed de deuren weer achter hen dicht.

De vergadertafel was lang en rechthoekig. Aan een muur hingen tv-schermen, allemaal donker.

Er zaten zes mensen aan de tafel.

Jamison herkende de ministers van Binnenlandse Zaken, Defensie en Binnenlandse Veiligheid. Toen viel haar blik op een vrouw die ze niet kende, maar die later werd voorgesteld als de National Security Advisor of nsa. Er was ook een breedgeschouderde man in gala-uniform, de voorzitter van de Joint Chiefs. En ten slotte, aan het hoofd van de tafel, zat de president van de Verenigde Staten.

Jamison ademde diep in en probeerde rustig te blijven.

Bogart fluisterde in haar oor: ‘Uit zijn aanwezigheid blijkt wel hoe belangrijk dit is.’

De president vroeg of ze wilden plaatsnemen, wat ze allemaal meteen deden. Toen keek de president naar Bogart. ‘Agent Bogart, ik reik binnenkort een onderscheiding uit aan de fbi voor een geslaagde gezamenlijke missie die vele levens heeft gered.’

‘Ja, meneer, dat weet ik.’

‘Nou, als uw team ons hiermee kan helpen, denk ik dat er nog een onderscheiding moet worden uitgereikt.’ De president wendde zich tot de vrouw. ‘Gail, wil jij beginnen?’

‘Dank u wel, meneer de president,’ zei Gail Charles.

Ze knikte tegen de bezoekers en zei: ‘De Council is over de onderhavige kwestie gebriefd en wij willen een paar vervolgvragen stellen, maar ook wat aanvullende informatie verstrekken die relevant kan zijn voor jullie onderzoek.’

Bogart hief zijn hand. ‘Mevrouw Charles, ik wil heel duidelijk zijn: agent Brown en ik hebben de clearance voor een dergelijk gesprek, maar agenten Decker en Jamison misschien niet.’

Charles zei: ‘We zijn ons bewust van de huidige security clearances, maar hebben er alle vertrouwen in dat we in deze omstandigheden toch door kunnen gaan.’

‘Begrepen. Dank u wel.’

Charles vervolgde op zakelijke toon: ‘Wat is de meest recente ontwikkeling met betrekking tot de Gorski’s? Is er al meer bekend na het doorzoeken van hun huis?’

Bogart zei: ‘We zijn nog bezig, maar we hebben niets gevonden wat hen aan een spionagegroep linkt. En volgens mij is het twijfelachtig dát we nog iets vinden.’

‘Maar u bent er nog steeds van overtuigd dat ze op de een of andere manier bij spionage betrokken waren?’

‘Daar zijn we heel erg van overtuigd. Zij hebben de kosten betaald voor het verblijf van een kleine jongen in een hospice in Reston. Een boek dat aan deze kleine jongen werd voorgelezen door Anne Berkshire, van wie we zeker weten dat ze een spion was, bevatte gecodeerde geheime informatie die van verschillende inlichtingendiensten was gestolen. Bovendien werd mij toen ik hier vanavond naartoe onderweg was verteld dat we een financieel spoor hebben ontdekt van een zakelijke rekening van de Gorski’s naar een Zwitserse bankrekening. Van daaruit ging het geld naar Estland en verdween onderweg volgens ons naar een Franse bankrekening. Dit was waarschijnlijk de afbetaling van die gokschuld die er de oorzaak van was dat Walter Dabney geheime informatie heeft gestolen.’

De president schraapte zijn keel en vroeg: ‘Dus jullie denken dat de Russen hierachter zitten?’

Bogart zei: ‘Meneer, laat ik zeggen dat we alle mogelijke kandidaten overwegen, maar het lijkt er nu op dat Rusland erbij betrokken is.’

‘Tja, gezien het feit dat ze ons hebben gehackt, neem ik aan dat ons dat niet moet verbazen. Ze laten hun spierballen rollen, in de lucht, op zee en in de cyberwereld.’

Brown zei: ‘Zoals admiraal Howard hier al is verteld, meneer, heeft de informatie die het meest recent van ons is gestolen onze undercoveroperaties in het buitenland verraden. We zijn inmiddels tien agenten kwijtgeraakt. En hoewel het heel goed mogelijk is dat Rusland hierachter zit, kunnen we de mogelijkheid niet uitsluiten dat Rusland in deze zaak samenwerkt met bepaalde partijen in het Midden-Oosten. De meeste agenten die we zijn kwijtgeraakt zaten in Syrië, Libië en Jemen. Hoewel Rusland strategische belangen heeft in die landen, geldt dat ook voor verschillende landen in het Midden-Oosten, waaronder Iran en Saoedi-Arabië.’

Charles zei: ‘We zijn ons ervan bewust dat Moskou samenwerkt met bepaalde regionale partijen, en dan heb ik het niet gewoon over voor de hand liggende partijen zoals Assad. Het verlies van die agenten is betreurenswaardig en dat kunnen we niet zonder tegenmaatregelen over onze kant laten gaan.’

Admiraal Howard zei: ‘Zodra we zeker weten wie hierbij betrokken is, kunnen we een precieze reactie uitvoeren. Niets meer en niets minder is noodzakelijk.’

De president keek naar Howard en vervolgens naar Decker. ‘Agent Decker, men heeft mij vanmiddag iets over u verteld.’

‘Ik hoop dat dat geen tijdverspilling was,’ zei Decker.

Bogart hapte naar adem, maar de president glimlachte. ‘Integendeel, het was bijzonder informatief en interessant. We mogen ons gelukkig prijzen dat iemand met uw vaardigheden aan onze kant meewerkt.’

‘Ik probeer alleen de waarheid te achterhalen.’

‘Nou, dan hebt u een uitdagende stad uitgezocht om dat te doen.’

‘Ja, meneer.’

‘Hebt u theorieën over hoe we die waarheid kunnen achterhalen?’

Decker keek even naar het tafelblad.

Bogart keek naar hem en leek bang dat Decker niet zou antwoorden. Hij wilde net iets zeggen, toen Decker zei: ‘Ik denk dat we de meeste of bijna alle feiten kennen die we nodig hebben om deze zaak op te lossen. We moeten ze alleen nog in de juiste volgorde leggen. De belangrijkste vragen voor mij zijn: waarom heeft Dabney Anne Berkshire vermoord, en waarom voor het fbi-gebouw? De volgende vraag: wie hielp hem die dag, verkleed als clown? En hoe kwam Walter Dabney, die volgens agent Brown nog niet eerder geheime informatie had gestolen, in contact met Anne Berkshire, die al heel lang spion was? Er moet een katalysator zijn geweest. Ten slotte, wat zat er in Dabneys kluisje dat hij kort voor zijn dood onder dwang heeft leeggehaald?’

‘Allemaal goede vragen waarop jullie naar ik hoop heel snel de juiste antwoorden zullen vinden,’ zei de president. Hij keek naar zijn nsa. ‘En nu moeten we jullie informatie verstrekken die relevant kan zijn voor jullie onderzoek en die er de reden van is dat de zaak nog dringender moet worden opgelost. Daarom hebben we jullie hier vanavond laten komen.’

Iedereen keek naar Charles. Ze pakte een notebook en scrolde door een paar bladzijden. ‘Dit kwam net binnen en was de aanleiding voor onze bespreking van vanavond. De Joint Chiefs zijn gebriefd, net als de volledige Council.’ Ze zweeg even om de tekst op een bladzijde te lezen en vervolgde: ‘Zoals jullie misschien weten, konden vijanden van dit land door de geheimen die meneer Dabney heeft gestolen misschien een paar van onze goed beveiligde databases hacken. Dat was op zich al zorgwekkend. Nu hebben onze collega’s in Fort Meade een gesprek opgevangen dat lijkt te suggereren dat ons land binnenkort zal worden aangevallen. We weten niet in welke vorm deze aanval zal plaatsvinden, maar de afzender van wie we deze informatie hebben verkregen – ook al hebben ze geen idee dat we hen afluisteren – is in het verleden bijzonder betrouwbaar gebleken.’

‘Geen idee wat het doelwit is?’ vroeg Brown snel.

‘Op basis van verdere analyse die net is afgerond, denken we dat het doelwit symbolisch zou kunnen zijn. De wereld is in uiterst korte tijd een volkomen andere plaats geworden. Er zit een nieuwe Koude Oorlog aan te komen en tegelijkertijd zijn er verschillende hotspots in het Midden-Oosten. Fascistische bewegingen nestelen zich in de regering van enkele van onze bondgenoten, en een groot deel van de wereld is een kruitvat. Daardoor kunnen we eerlijk gezegd geen enkele mogelijkheid uitsluiten. Wanneer er een aanval plaatsvindt en wanneer we de bron kunnen identificeren, moeten we wel reageren en dat zou vervolgens een reeks gebeurtenissen in gang kunnen zetten die wereldwijd uiterst negatieve repercussies kunnen hebben.’

Admiraal Howard schraapte zijn keel en zei: ‘Het leger is het eens met die aanname.’

‘Net als het ministerie van Binnenlandse Zaken,’ zei de minister van Binnenlandse Zaken.

Het hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst knikte instemmend.

Decker sprak de vraag uit die iedereen bezighield. ‘U hebt ons hier vanavond laten komen omdat u kennelijk denkt dat uw zorgen verband houden met onze zaak. Waarom?’

Charles keek naar de president, die knikte. Ze keek Decker aan en zei: ‘Doordat het gesprek dat we hebben opgevangen in het Arabisch werd gevoerd, op één woord na.’

‘Welk woord?’

‘Eigenlijk was het een naam.’

‘Welke naam?’ vroeg Bogart.

‘Dabney.’