33
Brown verstijfde even. ‘Wát ze vroeger was? Wil je dat uitleggen?’
‘Daarom belde ik je vanavond dus. Haar verleden gaat niet verder terug dan tien jaar. Maar ze had een cv waarop staat dat ze is afgestudeerd aan Virginia Tech, alleen werd haar voornaam toen anders geschreven. En ze was rijk, maar we weten niet hoe ze aan dat geld kwam.’
‘Oké, wat leid je daaruit af?’
‘Ik dacht dat ze misschien een spion was. Misschien degene aan wie Dabney die geheimen heeft gegeven. Maar waarom zou hij haar dan vermoorden? En we kunnen geen link tussen hen vinden. Dus dachten we aan het getuigenbeschermingsprogramma, maar ik denk niet dat de mensen die in dat programma zitten rijk zijn. En ze werkte als vrijwilligster en gaf les. Daardoor leidde ze dus een zichtbaar leven, en ik denk niet dat de u.s. Marshals die haar in zo’n programma zetten dat aanmoedigen; die zien graag dat hun beschermelingen zich gedeisd houden.’
‘En dat betekent?’
‘Dat ze zelf een nieuwe identiteit heeft opgebouwd. En dat ze heel rijk is geworden door iets wat ze in het verleden heeft gedaan.’
‘Laat me niet in onzekerheid, Amos.’
‘Het lijkt logisch dat de mensen die Dabney chanteerden in het leger zitten, om preciezer te zijn bij defensiecontracten. Daardoor had Dabney toegang tot die geheimen en konden zij die geheimen kopen of wisten ze in elk geval dat hij landverraad had gepleegd.’
‘Maar dat zijn allemaal speculaties,’ zei Brown.
‘Zonder feiten is dat alles wat we op dit moment hebben. Maar ik probeer met waarschijnlijkheden te werken.’
‘Oké, ga door.’
‘Ik denk dat ze misschien een klokkenluider was.’
Brown zette haar voeten op de grond en keek hem aan. ‘Vertel verder.’
‘Als zij een klokkenluider was en iets heeft verklapt over een misgelopen defensiecontract, heeft ze misschien een beloning gekregen. Soms is dat een percentage van het bedrag dat de regering kon besparen door de tip van die persoon. Dat zou Berkshires rijkdom verklaren. Misschien zijn een paar mensen die zij heeft verklikt in de gevangenis beland en heeft ze daarom een nieuwe identiteit aangenomen. Om zich voor hen te verbergen.’
‘En die mensen zijn nu misschien vrij,’ zei Brown.
‘Misschien wel, ja. En misschien zijn een paar niet naar de gevangenis gegaan, maar is hun bedrijf dankzij haar acties naar de knoppen gegaan, zijn ze zelf failliet gegaan en werden ze uitgesloten van de voedertrog van de regering. Dat zou een motief voor iemand kunnen zijn om haar te vermoorden.’
‘Ja, dat is mogelijk. Hoe kom je op dit idee?’
‘Door iets wat Todd Milligan zei over de klok horen luiden.’
‘Dus wat doen we met deze informatie?’
‘Natrekken, we moeten naar klokkenluiderszaken kijken.’
‘Daar zijn er een heleboel van.’
‘Daar hebben we jou dus voor nodig, want volgens mij heeft dit iets te maken met de defensiesector.’
Ze knikte en nam nog een slokje van haar whisky. ‘Je zult je moeten inlezen, maar dat zal moeilijk worden omdat je geen security clearance hebt.’
‘Die heb ik aangevraagd via de fbi. Mijn leugendetectortest had een positieve uitkomst, maar mijn achtergrondcheck is nog niet afgerond.’ Hij voegde eraan toe: ‘Mijn verleden is een beetje gecompliceerd.’
Ze keek hem aandachtig aan. ‘Dat kan ik me voorstellen.’ Ze zette haar glas neer. ‘Misschien kan ik iets doen. Ik bel je morgen.’
* * *
Brown zette Decker af bij zijn appartement en reed weg.
Decker bleef even in het donker staan en keek omhoog naar de ramen van het appartement waar Danny en zijn vader hadden gewoond.
Danny Amaya was een jaar ouder dan Deckers dochter was geweest toen ze werd vermoord. Ze had haar tiende verjaardag net niet meegemaakt, want haar moordenaar had haar te pakken genomen voordat het zover was. Molly Decker zou dit jaar twaalf zijn geworden en Deckers vrouw Cassie tweeënveertig. Ze waren dood en lagen begraven in Ohio.
Hij was achthonderd kilometer bij hen vandaan, verder dan hij ooit had gedacht te zullen zijn.
Achthonderd kilometer verder dan hij ooit had gedacht te kúnnen zijn.
Hij ging op de trap van het gebouw zitten en staarde naar zijn voeten.
Hoewel zijn geheugen bijna perfect was, had hij er moeite mee bepaalde gevoelens op te roepen of zich zelfs maar te herinneren.
Vroeger was hij een volkomen andere man geweest. En voor de meeste mensen was het moeilijk, zo niet onmogelijk, om dat te begrijpen. Heel vaak had zelfs Decker er moeite mee het te begrijpen.
Hij wist dat hij mensen irriteerde met zijn gedrag. Hij wist dat hij Alex Jamison en de anderen soms tot wanhoop dreef. Een deel van hem wilde daar wel iets aan doen, zodat zij en anderen de man konden zien die hij vroeger was. Maar een groter deel van hem leek elke poging om zichzelf in staat te stellen dit te doen in de kiem te smoren.
Dat was frustrerend voor andere mensen, maar om gek van te worden voor Amos Decker zelf.
Wat andere mensen niet helemaal begrepen, was dat die klap op het footballveld veel meer had gedaan dan hem een perfect geheugen geven en het vermogen in kleuren te zien. Die klap had hem gedwongen een ander mens te zijn, alsof de persoonlijkheid en eigenaardigheden van een onbekende die van hemzelf hadden ondergesneeuwd.
Maar nu was Decker die onbekende.
Nu ben ik die onbekende. Ik ben een onbekende in mijn eigen lichaam.
Soms, als hij midden in de nacht wakker werd, vroeg hij zich niet af waar hij was ‒ zoals heel veel mensen die niet meer helder kunnen nadenken als ze moe zijn ‒ maar wie hij was. En soms was het antwoord op die vraag helemaal niet eenvoudig.
Hij stond op, draaide zich om en liep naar binnen. Het was al elf uur geweest en hij nam aan dat Jamison al zou slapen. Dus toen hij de voordeur van hun appartement opende, verbaasde het hem dat ze helemaal gekleed aan de keukentafel zat. Hij deed de deur achter zich dicht.
‘Waar ben je geweest, Amos?’
‘Het spijt me, Alex. Ik was bij agent Brown. Ik had een idee en we gaan samenwerken om dat te checken.’
‘Dat is geweldig, Amos, echt geweldig.’
Decker leek de scherpe klank in haar stem niet te horen. ‘Het had iets te maken met...’
‘De man die niets vergeet,’ zei ze.
Hij keek haar bevreemd aan. ‘Wat?’
Ze stond op. ‘Maar dat klopt niet helemaal.’
‘Wat klopt niet helemaal?’ vroeg hij verbijsterd.
‘Dat je niets vergeet.’
Hij liep naar haar toe. ‘Ik snap niet waar je naartoe wilt.’
‘Nou, dan zal ik het je uitleggen.’ Ze zweeg even, ademde diep in zodat haar lichaam groter leek te worden en zei gespannen: ‘Je bent vergeten dat we vanavond met Melvin zouden gaan eten. Cottons aan 14th Street, om zeven uur?’
Decker werd lijkbleek. ‘O, shit, Alex, dat sp...’
Ze praatte door, maar haar stem brak een beetje. ‘We hebben twee uur in dat restaurant op je zitten wachten. Twee uur, verdomme! Ik belde Ross. Ik belde 911. Ik belde iedereen die ik maar kon bedenken.’
‘Maar waarom belde je mij dan niet?’
‘Dat heb ik ook gedaan! Twaalf keer.’
Hij stak zijn hand in zijn zak en haalde zijn telefoon eruit. Toen werd hij zelfs nog bleker. ‘Ik was vergeten dat ik hem had uitgezet.’
‘Dus je vergat nog iets, hè? Nou, dat perfecte geheugen van je wordt snel minder.’
‘Alex, het spijt...’
De tranen sprongen haar in de ogen. ‘Je kunt later wel naar mijn ongeruste voicemails luisteren. Dan kom je waarschijnlijk niet meer bij van het lachen. Klootzak die je bent!’
Voordat hij nog iets kon zeggen, had ze zich omgedraaid en stormde ze door de gang naar haar kamer. Hij hoorde dat ze de deur dichtsloeg.
Decker zette zijn telefoon weer aan en zag alle gemiste oproepen. Hij ging aan de keukentafel zitten en luisterde naar de steeds paniekeriger voicemails. Jamison klonk alsof ze gek werd van ongerustheid. En gezien het feit dat hij de laatste tijd twee keer bijna was vermoord en zijn vijanden nog steeds vrij rondliepen, kon hij haar dat amper kwalijk nemen.
De oude Decker zou naar haar slaapkamerdeur zijn gelopen, hebben aangeklopt en zich uitgebreid hebben verontschuldigd.
De nieuwe Decker zat naar buiten te kijken naar de duisternis die lang niet zo ondoordringbaar was als de duistere gedachten die nu in zijn hoofd rondtolden.