48

In de keuken deed Brown het licht aan, zette haar tas neer en begon koffie te maken.

Decker ging aan de tafel zitten en keek naar haar. Ze trok haar jasje uit, zodat haar schouderholster en pistool zichtbaar werden.

Een paar minuten later liep ze met twee dampende koppen koffie naar de tafel en gaf er een aan Decker.

Toen pas zag ze in het licht van de plafondverlichting zijn gekneusde gezicht. ‘Wat is er in vredesnaam met jou gebeurd?’

‘Ach, een klein probleempje vannacht. Niet echt belangrijk.’

‘Waarom denk ik dat je liegt?’

‘Wat er ook is gebeurd, het is voorbij en Alex en ik zijn oké.’

‘Jamison! Was zij er ook bij?’

Decker nam een slok koffie. ‘Zeker. Nu wil ik het over Melvin hebben.’

Ze nam een slok van haar koffie. ‘Je keurt het natuurlijk af,’ zei Brown.

‘Het gaat me eigenlijk niets aan, maar Melvin is mijn vriend en ik wil niet dat hij gekwetst wordt.’

‘Dus ik neem aan dat jij vindt dat dit allemaal te snel gaat omdat we elkaar vanavond pas hebben leren kennen?’

‘Ik vind helemaal niets en ik veroordeel niets. Maar ik kan je wel vertellen dat Melvin heel veel dingen in zijn leven op een rij moet zetten. Dat is gecompliceerd. Dat kan iemand kwetsbaar maken.’

Ze zei fel: ‘Het is echt niet zo dat ik dit soort dingen vaker doe, want dat is niet zo. Eerlijk gezegd was het alleen maar seks, Amos. Dat gebeurt, weet je, als twee mensen zich meteen tot elkaar aangetrokken voelen.’

‘Gewoon seks voor jou. Was het ook gewoon seks voor hem?’

‘Misschien wel.’ Ze zette haar kopje neer en keek hem aan. ‘Je geeft echt om hem?’

‘Waarom verbaast je dat zo?’

‘Terecht of niet, maar sommige mensen zien je als een machine zonder menselijke gevoelens.’ Toen hij niets zei, verzachtte haar blik. ‘Ik hoor daar niet bij, Amos. Ik heb gezien dat je menselijk bent. En op dit moment gedraag je je ook heel menselijk vanwege je zorgen om Melvin. Dat is... dat is heel prettig, vind ik.’

‘Als jullie echt op elkaar vallen, is dat fantastisch. Hij kan wel iemand zoals jij gebruiken.’

‘Wat bedoel je daarmee?’

‘Misschien moet je wel bedriegen voor je werk, maar ik zie jou als een bijzonder eerlijk mens, Harper. Je vader staat op die muur omdat hij zijn land trouw heeft gediend, en volgens mij valt de appel niet ver van de boom. En Melvin is een bijzonder eerbare man. Dus dat hebben jullie met elkaar gemeen. Ik zou zeggen dat jullie niets minder verdienen.’

Dit was duidelijk niet wat Brown had verwacht. Ze nam een slok koffie en wendde haar blik af. Toen ze hem weer aankeek, waren haar ogen een beetje vochtig. ‘Ik wil wat ik net zei over dat je menselijk bent anders formuleren, Amos. Ik vind je echt een van de meest menselijke mensen die ik ooit heb ontmoet.’

Ze bleven nog een paar seconden zwijgen, maar toen schraapte Brown haar keel en vroeg: ‘Waarom was je eigenlijk naar het hotel gegaan?’

‘Ik had Melvin een paar keer gebeld en hij nam niet op. Ik was ongerust.’

‘Volgens mij had hij zijn telefoon uitgezet. Het ging prima met hem toen ik wegging.’

‘Goed om te weten. Bedankt.’

Ze streek langs haar kopje en keek naar de tafel. ‘We hebben wat met elkaar gepraat. Voornamelijk over jou. Hoe geweldig hij je vindt. Dat hij, als jij er niet was geweest, nog altijd in de gevangenis zou zitten.’

‘Dat is heel overdreven.’

‘Volgens hem niet.’

‘Het was aardig van hem om dat te zeggen,’ zei Decker zacht, en hij keek ook niet naar haar.

‘Wat is er echt met je gezicht gebeurd? Ik kom er uiteindelijk toch wel achter.’

Decker vertelde haar in een paar minuten wat er was gebeurd.

Na elke zin viel Browns mond verder open. ‘Gaat het wel met Jamison?’

‘Nog niet, maar dat komt wel weer. Het is niet gemakkelijk om iemand te vermoorden. Daar kom je niet in één dag overheen.’ Hij keek haar aan. ‘Je kent dat gevoel wel.’

Ze knikte. ‘Die man op jouw parkeerplaats was niet mijn eerste. En ik weet ook wel dat ik dat die avond niet heb laten merken, maar ik ben naar huis gegaan, heb een hele fles wijn leeggedronken en geen oog dichtgedaan. Ik bleef maar naar mijn hand kijken en dacht dat er één mens minder leefde, door mij.’

‘Dat dacht ik al.’

Met een zwakke glimlach zei ze: ‘Ik ben denk ik minder stoer dan je dacht.’

‘Weet je, daardoor vind ik je juist stoerder dan ik dacht.’

‘Elke keer als ik denk dat ik je doorzie, Amos, breng je me van de wijs.’

‘Is niet mijn bedoeling.’

‘Dat vraag ik me af.’

‘Wat zei je toen je afscheid nam van Melvin?’

‘Dat ik hem heel graag weer wilde zien.’

‘We moeten nog steeds een zaak oplossen,’ antwoordde hij.

‘Ik kan dingen heel goed scheiden. Over die zaak gesproken, zijn er nog nieuwe ontwikkelingen sinds de vorige keer dat we elkaar spraken?’

‘Berkshire was een spion of de handler van een spion. Dabney was haar mol, of niet. We hebben geen informatie over haar verleden van meer dan tien jaar geleden. Misschien heeft ze dit werk al die tijd niet gedaan, maar Dabney wel. Zelfde huis, zelfde vrouw, groot gezin.’

‘Dus jij denkt dat er sprake is van een tegenstrijdigheid als we denken dat Dabney en Berkshire al heel lang samenwerkten?’

‘Zeg jij het maar. Moeten de spion en de handler op dezelfde plek zijn?’

‘Zeker weten van niet. Heb ik de naam Montes al eens genoemd? Haar handlers zaten in Cuba. Ze trof hen een heel enkele keer; dan kwamen zij hiernaartoe of zij ging naar hen toe.’

‘Dus Dabney, die heel veel reisde voor zijn bedrijf, zou de mogelijkheid hebben gehad om naar haar toe te gaan?’

‘Ja. Terwijl hij zogenaamd voor zijn bedrijf op reis was.’

‘En aangezien we geen idee hebben waar Berkshire dertig jaar geleden was, kunnen we dat niet nagaan. Maar...’

Brown zei: ‘Maar we weten wel waar ze een jaar of tien geleden was. En misschien kunnen we dat koppelen aan Dabneys reizen in diezelfde periode.’

‘Alleen als zij hem op plaatsen ontmoette waar zij woonde. Zo niet, dan kunnen we misschien nagaan waar ze naartoe ging, als ze met de trein, het vliegtuig of de bus ging.’

‘Dus jij neigt naar de conclusie dat deze twee al eerder hadden samengewerkt.’

‘Laat ik het anders formuleren: ik kan het niet uitsluiten,’ antwoordde Decker.

‘Maar we hebben helemaal geen andere spionageactiviteiten ontdekt die we met Dabney in verband kunnen brengen, behalve die ene keer dat hij geheimen verkocht om die gokschulden af te betalen.’

‘Dabney werkte niet alleen voor de dia, maar ook voor de fbi, de nsa en ten minste zes andere overheidsdiensten.’

Browns gezicht verstrakte. ‘Als hij iets van al die diensten heeft gestolen, is dat een groot probleem.’

‘Ik denk de hele tijd al dat het een groot probleem is,’ zei Decker.

‘We kunnen beginnen met zijn reizen, om te kijken of we deze twee op hetzelfde moment op dezelfde plek kunnen plaatsen.’

‘Daar heb ik Bogarts mensen al op gezet.’

‘Maar Amos, als Dabney en Berkshire de hele tijd al samenwerkten, wat kan dan de reden zijn dat hij haar voor het Hoover Building vermoordde?’

‘Spijt? Meningsverschillen of een ruzie waar wij niets van weten?’

‘Weet je, als ze samenwerkten, hebben haar contactpersonen hem die tien miljoen dollar betaald om de gokschulden van zijn schoonzoon af te betalen en het leven van zijn dochter en kleindochter te redden. Dan zou je denken dat hij haar dankbaar was in plaats van dat hij haar wilde vermoorden.’

‘De geest van de mens functioneert op een vreemde manier. Alles is afhankelijk van het perspectief.’

‘En die derde partij waar jij het over had? De man die jou bijna vermoordde en die usb-stick stal die jij had gevonden?’

‘Die loopt duidelijk nog steeds ergens rond. Op welke manier die partij hier iets mee te maken heeft weet ik nog niet, maar hun betrokkenheid gaat heel ver. En ik heb het idee dat we hen tegen het lijf zullen lopen nog voordat we deze zaak hebben opgelost.’

Brown pakte haar Beretta en legde hem op de tafel. ‘Dan moeten we maar hopen dat ze ons niet vinden voordat wij hen hebben gevonden,’ zei ze.