31

Nadat ze het huis van de bedroefde Dabneys hadden verlaten, bracht Mars hen naar het wfo.

Jamison vroeg: ‘Wat bedoelde je toen je zei dat Dabney het letterlijk had bedoeld?’

‘Dat iemand die hij vertrouwde hem had bedrogen. Ik weet alleen niet wie dat was.’

Mars keek hem aan. ‘Bedoel je zoals mijn vader? Of eigenlijk dus de man van wie ik dácht dat hij mijn vader was?’

‘Ja, zoiets.’

‘Je pakte Natalie behoorlijk hard aan, Decker,’ zei Jamison.

Decker keek haar aan. ‘Hoezo?’

‘Ze is net haar vader verloren en je hakte haar in mootjes.’

‘Als ze zich daardoor schuldig voelt, dan is dat terecht. Haar vader heeft die geheimen gestolen voor haar.’

‘Maar haar man...’ begon Jamison.

Decker viel haar in de rede. ‘Je maakt keuzes in het leven. Als Corbett zijn gokverslaving in de hand had kunnen houden, had Walter Dabney nooit gedaan wat hij heeft gedaan. Het gevolg is dus dat de man die daar de gevolgen van had móéten ondervinden er zonder kleerscheuren van afkomt. En dat de man die zich had kunnen bezighouden met zijn ongeneeslijke kanker en waardig had kunnen sterven, nu op een metalen tafel in het mortuarium ligt. Nadat hij zich tientallen jaren heeft afgebeuld om zijn gezin een goed leven te kunnen geven, zal hij worden herinnerd als een landverrader en een moordenaar.’

‘Ja, maar hij heeft ook keuzes gemaakt,’ voerde Jamison aan.

‘Dat vind ik niet,’ zei Decker. ‘Natalie was zijn kleine meid, wat had hij anders moeten doen?’

‘Hij had nee kunnen zeggen,’ antwoordde Mars. ‘Maar dat deed hij niet. Ik zeg niet dat dat een gemakkelijke keus was, want dat was het niet. Misschien had hij de politie erbij moeten halen, of Natalie en haar gezin moeten helpen onder te duiken. Dabney had zeker bepaalde relaties, dus had hij haar misschien op een andere manier kunnen helpen.’

Decker schudde zijn hoofd en zei: ‘Jullie hebben geen kinderen gehad, maar ik wel. Je bent tot alles bereid om hen te helpen.’ Meer wilde Decker tijdens de rit niet zeggen.

Bij het wfo had Mars een tijdelijke bezoekerspas nodig. Maar ze hadden Bogart van tevoren al gebeld, zodat hij dat al had geregeld en hen bij de hoofdingang opwachtte.

‘Verdomme, Melvin, wat zie jij er goed uit,’ zei Bogart en hij keek Decker aan: ‘Alex heeft me gebeld en verteld wat er gisteravond is gebeurd. Decker, je hebt een enorm risico genomen, een stom risico. Wat dácht je verdomme wel? O, neem me niet kwalijk, het is wel duidelijk dat je helemáál niet dacht. Je hebt geluk gehad dat Melvin daar was om je hachje te redden.’

‘Ik reken altijd op een beetje hulp van mijn vrienden,’ zei Decker.

‘Jij én de Beatles,’ snauwde Bogart. ‘Maar de bliksem slaat meestal niet twee keer op dezelfde plaats in.’

‘Alex heeft me al uitgefoeterd.’

‘Dat is geen reden om dat niet nog een keer te doen, hoor,’ zei Jamison luchtig. ‘Dan komt de boodschap misschien wél over.’

Bogart liep met hen mee naar zijn kantoor. Toen ze zaten, zei Decker: ‘Op basis van een voorgevoel van Melvin hebben we met Natalie gepraat, Dabneys jongste dochter.’ Daarna vertelde hij Bogart wat er was gezegd.

Bogart zei peinzend: ‘Dus jij denkt dat Dabney wist wie hem chanteerde?’

Decker zei: ‘Maar er is nog iets. “Je denkt dat je iemand kent”? Het probleem is dat die opmerking, afhankelijk van de situatie, verschillende dingen kan betekenen. Over wie had Dabney het?’

‘Dat kunnen er een heleboel zijn,’ zei Jamison.

Decker knikte. ‘Dat is het probleem.’

Bogart zei: ‘Maar nu hebben we tenminste een nieuwe aanwijzing die we kunnen natrekken.’

Jamison zei: ‘Het zou iemand kunnen zijn met wie hij in de loop der jaren heeft gewerkt.’

Decker zei: ‘Nou, het is in elk geval iemand die in de positie is om hem nu te chanteren. We zullen nog dieper in Dabneys verleden moeten graven.’

‘Waar beginnen we?’ vroeg Jamison.

Decker antwoordde: ‘Bij de voor de hand liggende bron: Walter Dabney & Co.’

 

* * *

 

‘Hebben jullie iets nieuws ontdekt?’ vroeg Faye Thompson, Dabneys partner die ze al eerder hadden gesproken. Decker en Jamison zaten in haar kantoor, maar Mars was teruggegaan naar het appartement.

Voordat Decker antwoord kon geven, zei ze: ‘O ja, ik heb de foto van de vrouw die op die videobeelden bij Walter was hier rondgestuurd, maar niemand herkende haar.’

Decker zei: ‘Prima, bedankt. We hoopten dat u ons zou kunnen helpen bij een bepaalde insteek van ons onderzoek.’

‘Ik? Hoe dan?’

‘We hebben een lijst nodig van alle medewerkers en partners, maar vooral van degenen die hier al heel lang zijn. En datzelfde geldt voor jullie cliënten: zelfde insteek, lange termijn.’

Thompson leunde achterover in haar stoel, verward en wantrouwig. ‘Waar moet dat allemaal toe leiden?’

‘Hopelijk naar de waarheid.’

‘Klinkt meer als een schot hagel.’

‘Bij een onderzoek als dit moet je alles onderzoeken,’ zei Decker. ‘En we kunnen de mogelijkheid niet uitsluiten dat de reden dat Walter Dabney heeft gedaan wat hij deed hier lag.’

‘Dat lijkt me bijzonder onwaarschijnlijk.’

‘Maar toch.’

‘Hebt u een gerechtelijk bevel?’

‘Hebben we er een nodig?’ Hij hield zijn hoofd scheef. ‘Ik had verwacht dat u wilde dat we de waarheid zouden ontdekken.’

‘Natuurlijk wil ik dat, maar ik moet ook een bedrijf leiden en dit soort dingen kunnen de boel behoorlijk verstoren. U weet heel goed dat het meeste werk zeer geheim is, dus dat vertrouwen kunnen we niet zomaar schenden.’

‘Tja, sorry voor het ongemak, hoor, maar er zijn twee doden gevallen.’

‘Dat snap ik wel, maar...’

Decker viel haar in de rede. ‘En er is nog iets.’

‘Wat dan?’

‘Walter Dabney had op heel korte termijn een enorm bedrag nodig. Ik kan niet vertellen waarom. Maar hij heeft geheimen gestolen van een project waar hij hier aan werkte en die heeft hij aan vijanden van dit land verkocht.’

Thompson stond langzaam op en keek hem met grote ogen aan. ‘Onzin!’

‘De dia onderzoekt deze zaak al een tijdje. Als u mij niet gelooft, moet u maar met hen praten.’

Thompson zocht steun aan de muur. ‘De dia?’

Decker knikte.

‘Wat voor geheimen?’

‘Serieuze, uiterst geheime geheimen.’

‘Dan moeten we onmiddellijk een intern onderzoek doen.’

‘Daar is het misschien een beetje te laat voor.’

‘Dit kan ons ruïneren!’ kreunde Thompson.

‘Hoe eerder we deze zaak oplossen, hoe beter dat is voor u,’ zei Jamison.

‘Ik moet met een paar mensen overleggen,’ zei Thompson.

‘Oké, maar als u niet wilt meewerken, kunnen we probleemloos een gerechtelijk bevel krijgen,’ zei Decker.

Snel zei ze: ‘Ik heb helemaal niet gezegd dat ik niet wilde meewerken. Luister, ik moet met een paar andere partners en onze advocaten overleggen. Kan ik dát tenminste doen?’

‘Natuurlijk. En terwijl u dat doet, kunnen wij hier wel wachten.’

Ze keek hem strak aan, maar Decker vertrok geen spier.

Ze haalde haar telefoon tevoorschijn en zei op kille toon: ‘Dan zal ik dat doen. Excuseert u mij.’ Daarop verliet ze het vertrek en sloeg de deur met een klap achter zich dicht.

‘Denk je dat ze iets verbergt?’ vroeg Jamison.

Decker haalde zijn schouders op. ‘Volgens mij is ze gewoon nijdig, omdat dit haar geld gaat kosten.’

‘Was het wel verstandig, denk je, om haar over die gestolen geheimen te vertellen?’

‘Ik heb geen zin om nog langer om de hete brij heen te draaien, want we moeten een beetje tempo maken. Bovendien heb ik haar niet verteld om welke geheimen het gaat, want dat heeft agent Brown mij ook niet verteld.’

Thompson kwam een halfuur later terug met een usb-stick en overhandigde die aan Decker. ‘U moet echt begrijpen dat wij willen dat u deze informatie bijzonder vertrouwelijk behandelt.’

‘Dat begrijpen we,’ zei Jamison. ‘En dat zullen we ook doen.’

Thompson hield haar blik op Decker gericht. ‘Ja, dat geloof ik graag, maar ik had het tegen hem.’

Decker stond op en verliet het kantoor.

Thompson vroeg aan Jamison: ‘Hoe houdt u het vol met die man!’

Jamison kwam voor hem op en zei: ‘Hij is briljant in zijn werk.’

Thompson snoof. ‘Ja, dat moet hij ook wel hè, om bij de rest van die hufters te passen.’

Jamison rende achter Decker aan, die al door de gang richting de uitgang liep. Ze haalde hem halverwege in en ging naast hem lopen. Met een blik op de usb-stick zei ze: ‘Waarschijnlijk een heleboel om door te spitten.’

‘Waarschijnlijk wel.’

‘Hé, misschien kunnen we vanavond samen met Melvin eten. We kunnen wel uit eten gaan.’

Hij antwoordde niet.

‘Amos, ik zei...’

‘Ik hoorde je wel, Alex. Dat lijkt me prima.’

‘Geweldig. Halfacht bij Cottons? Aan 14th Street. Ik reserveer wel.’

‘Oké, prima.’

Ze aarzelde. ‘Ik vind het lastig te bepalen of je blij bent om Melvin te zien.’

‘Dat ben ik wel.’

‘Ik bedoel, hij is immers je beste vriend.’

‘Ja, dat is hij.’

Jamison stopte haar handen in haar zakken en liep door, met een starre blik op haar gezicht.