22
Amaya weigerde iets tegen de politie te zeggen. ‘No entiendo, no entiendo,’ herhaalde hij steeds, maar toen ze er een agent bij haalden die Spaans sprak, zei hij helemaal niets meer.
De twee dode mannen hadden geen legitimatiebewijs, maar een van de agenten dacht dat hij de ak-schutter herkende. ‘Huurmoordenaar,’ zei hij. ‘Verhuurt zichzelf aan allerlei bendes. Ik denk niet dat we daar iets over kunnen vinden. Die lui doen alles contant en nooit persoonlijk. Soms alleen een telefoontje met de naam van het doelwit, en nadat de klus is geklaard een stapel bankbiljetten of pillen in een papieren zak.’
Bogart was er inmiddels ook en bemoeide zich met de plaatselijke politie.
Decker – zonder cheeseburger in zijn maag – en Brown hadden een verklaring afgelegd.
Bogart liep naar Brown toe en zei: ‘Het verbaast me u hier te zien.’
‘Niet zo verbaasd als ik was,’ zei Brown.
‘Gaat u nu dit is gebeurd met betaald verlof?’ vroeg Bogart.
‘Dacht het niet, zo werken wij niet. En trouwens, het is wel duidelijk wat er is gebeurd. Een onderzoek zou ons steunen in wat wij deden.’ Ze keek naar Decker. ‘Hoe zit het met hem? Hij heeft zijn wapen leeggeschoten. Moet hij nu administratief werk doen?’
‘Normaal gesproken wel, maar hij is geen special agent. Hij is opnieuw beëdigd als rechercheur Moordzaken in Burlington, Ohio, dus is hij een beëdigd agent met arrestatiebevoegdheid die aan het Bureau is uitgeleend. We zullen dus moeten afwachten.’
‘Juist. Goeie ouwe bureaucratie.’
‘Ik begreep dat u ergens met Decker over wilde praten. Kunt u mij daar iets over vertellen?’
Brown keek naar Decker, die naar hen toe kwam. ‘Dat weet ik niet, is dat zo?’
Decker zei: ‘We hebben gepraat over een gezamenlijke inspanning om de waarheid boven tafel te krijgen.’
‘En ik heb niets beloofd,’ zei Brown. ‘Ik heb alleen gezegd dat er misschien bepaalde telefoongesprekken zouden worden gevoerd met als gevolg een mandaat vanuit de fbi waaruit blijkt dat jullie het onderzoek moeten staken.’
Bogart keek Decker met opgetrokken wenkbrauwen aan. ‘Zo te zien zijn we dus niet veel opgeschoten.’
Brown zei: ‘Ik bel u morgenochtend, agent Bogart. Decker heeft mijn leven gered. Ik sta bij hem in het krijt, en daar hou ik niet van.’ Daarna liep ze naar haar auto en reed weg.
Jamison, die zich op de achtergrond had gehouden, liep snel naar hen toe en stortte zich op Decker. ‘Waar ging dat verdomme allemaal over?’
Decker stapte achteruit. ‘Waar ging wat over?’
‘Waarom kwam ze langs tijdens ons etentje en wilde ze met je praten? Ze was je dus gevolgd.’
‘Dat weet ik.’
Bogart vroeg: ‘Wat zei ze?’
‘Ze wilde weten of ik nog steeds aan de zaak-Berkshire werk.’
‘En wat heb je haar verteld?’
‘Niets wat als een duidelijk antwoord op die vraag kan worden beschouwd.’
‘Dus misschien was ze aan het vissen?’
‘Ze lijkt me iemand die liever meer dan minder informatie heeft,’ zei Decker langzaam. ‘En dat kan ik haar niet kwalijk nemen.’
Jamison keek hem ongelovig aan. ‘Is dat alles wat je kunt zeggen? Als ik zoiets had uitgehaald, was de wereld te klein geweest. Waarom krijgt zij een speciale behandeling?’
Decker begon iets te zeggen, maar zweeg even en zei toen: ‘We moeten naar Danny.’
Jamison werd rood en sloeg haar blik neer. ‘Inderdaad.’ Ze slaakte een diepe zucht en daardoor leek haar vijandigheid ook verdwenen. ‘Heeft Tomas je verteld waar hij is?’
‘Bij een vriendje.’
‘Ik ga hem wel even vragen waar dat is. Daarna haal ik Danny op.’ Jamison liep snel weg.
Bogart zei zacht tegen Decker: ‘Dat kunnen we niet doen. Dit is het probleem van de plaatselijke politie.’
Decker keek naar Jamison die naar het gebouw liep. ‘Maar het is ook Alex’ probleem.’ Decker zweeg even en zuchtte. ‘Wat betekent dat het ook mijn probleem is.’
Bogart keek hem verbijsterd aan. ‘Sinds wanneer ben je niet meer zo gevoelloos, Amos?’
Decker stopte zijn handen in zijn zakken en gaf geen antwoord.
‘Waar gaat dit om, denk je? Voor de hand liggen drugs. Lijkt er wel op.’
‘Zou kunnen. Misschien wil Amaya niets zeggen omdat hij er tot zijn nek in zit.’
‘Je bedoelt als dealer?’ vroeg Bogart.
‘Ergens in de logistieke keten. Ik ken die wereld veel beter dan de wereld waar ik nu in zit. Dealers en straatcriminelen versus ministers die directeuren van inlichtingendiensten onder druk zetten. Dat is een totaal andere wereld.’
‘Maak je maar geen zorgen. Ik zit mijn hele werkende leven al in deze wereld, en soms snap ik er ook niets van.’ Hij zweeg even. ‘Dus jij denkt dat Amaya de boel heeft verkloot? Geld achtergehouden of zo?’
‘Tja, die kerels kwamen hier vanavond niet naartoe om hem een prestatiebonus te geven.’
‘Als hij niet wil meewerken, kan de politie niet veel doen.’
‘Dan zal ik hem moeten dwingen mee te werken.’
‘Denk je dat er een manier is om dat voor elkaar te krijgen?’
‘Volgens mij zijn er elf manieren,’ antwoordde Decker.
‘Je bedoelt dat kind, die Danny,’ zei Bogart. ‘Elf jaar.’
‘Als ik de mannen was die achter Tomas aan zitten, zou dat mijn volgende doelwit zijn.’
‘Wil je dat ik de politie vraag hem te beschermen?’
‘Wij wonen in dit gebouw. Wij kunnen wel op hem passen.’
‘Luister, ik wil niet dat jij en Jamison hiervoor worden vermoord.’
‘Ik heb ook geen zin om hiervoor te worden vermoord, maar het hoort er gewoon bij.’
‘Je bedoelt omdat je een fbi-agent bent?’
‘Nee verdomme, maar omdat ik kennelijk een huurbaas ben.’
* * *
Uiteindelijk reed Decker met Jamison mee om Danny op te halen.
De jongen was bleek geworden toen ze bij het huis van zijn vriendje aanbelden, maar ze vertelden hem snel dat zijn vader in orde was. Omdat Jamisons auto een tweezitter was, moest Danny op Deckers schoot zitten met de gordel om hen heen. Gelukkig was het niet ver.
‘Ze zijn teruggekomen,’ zei Danny zenuwachtig tijdens de rit. ‘Ja hè? Die mannen?’
‘Eerlijk gezegd waren het twee nieuwe mannen, maar volgens ons gaat het om dezelfde zaak.’
‘Hebben jullie ze te pakken genomen?’ vroeg hij.
‘Ze zullen je vader nooit meer lastigvallen, dat kan ik je garanderen,’ zei Decker. ‘Maar misschien sturen ze een paar andere mannen.’
‘Wat moeten we dan doen?’ vroeg Danny hulpeloos.
Jamison zei: ‘Je vader moet met de politie praten. Als hij dat niet doet, kan er niet veel worden gedaan.’
‘Ik heb geprobeerd hem dat te laten doen. Maar hij wil het niet. Hij zegt steeds dat ik me geen zorgen hoef te maken, maar dat is het enige wat ik doe: me zorgen maken.’
‘Nou, dan zullen we dus overtuigender moeten zijn,’ zei Decker.
* * *
Toen ze bij het appartementengebouw aankwamen, werd de plaats delict nog steeds onderzocht, maar waren de lijken al weggebracht. Ze liepen met Danny mee naar zijn appartement. Zijn vader zat op de bank en drukte met zijn ene hand een ijskompres tegen zijn gezicht en hield een biertje in zijn andere hand.
Danny rende naar zijn vader toe en omhelsde hem. Ze praatten zacht met elkaar. Ondertussen keek Tomas op zijn hoede naar Decker en Jamison.
‘Meneer Amaya, het houdt hier niet mee op,’ zei Jamison. ‘Die lui sturen gewoon andere mensen.’
Amaya wendde zijn blik af en zijn zoon sloeg zijn armen zelfs nog steviger om hem heen.
Decker zei: ‘En de volgende keer hebben ze het niet alleen op u gemunt. Maar ook op uw zoon.’
Danny begon te trillen en keek om naar Decker. Amaya draaide zijn hoofd en keek ook naar Decker.
Decker liep naar Amaya toe en ging naast hem op de bank zitten. Het meubelstuk kraakte onder zijn gewicht. ‘U weet toch dat dat gaat gebeuren, nietwaar? Dat is uw zwakke plek. Waar u ook bij betrokken bent, daar zullen ze u de volgende keer te pakken nemen. En wij kunnen hier niet altijd zijn om Danny te beschermen. Dus wat gaat u doen? Wachten tot ze hem komen halen?’
Amaya stond abrupt op en smeet zijn bier en het kompres door de kamer. Danny sprong weg, maar Decker bleef de man strak aankijken.
Amaya riep: ‘Verlaat mi casa. Ahora!’
Decker bleef hem nog even aankijken, maar stond toen op. Hij keek Danny aan. ‘Als je hier een verdacht persoon ziet, bel je ons.’ Hij gaf Danny een kaartje waar zijn mobiele nummer op stond. ‘Maar bel eerst 911.’
Daarna keek hij weer naar Amaya, die met gebalde vuisten en hijgend midden in de kamer stond. ‘Ik hoop dat u weet wat u doet, meneer Amaya. Want u hebt maar één hijo.’