39

Nancy Billings was achter in de dertig, had lichtblond haar en een zorgeloze uitstraling. Tijdens haar afspraak met hen in de Starbucks droeg ze een spijkerbroek en een wollen trui, en had ze een neusring in.

Nadat ze koffie hadden besteld, gingen ze achterin aan een tafeltje zitten.

Decker zei: ‘Ik heb een vraag: mag je als docente aan een katholieke school een neusring dragen?’

‘Nee, ik draag hem ook alleen als ik vrij ben. Ze zijn nog behoorlijk streng op deze parochieschool, zowel voor docenten als studenten.’

‘Goed, wat kunt u ons over Anne Berkshire vertellen?’ vroeg Jamison.

‘Wat willen jullie precies weten? Ik bedoel, ik was verbijsterd toen ik hoorde wat haar was overkomen.’

‘Vertelden jullie elkaar dingen over jullie privéleven?’

‘Zeker. Ze heeft me een paar keer vervangen als ik ziek was of naar een bijschoolcursus moest, en ook een paar keer toen ik mijn moeder moest helpen; mijn vader is dement en mijn ouders wonen in een andere staat.’

‘Wat erg voor u,’ zei Jamison.

‘Anne deed het heel goed, ze hield zich aan de lesplannen en wist waar ze alles kon vinden. Ik heb nooit klachten gehoord.’

‘En jullie praatten met elkaar?’ vroeg Decker.

‘Ja. Ik maakte altijd een afspraak met haar als ze mijn lessen had overgenomen. Dan vertelde ze me wat er was gebeurd, dat soort dingen. We hebben ook een paar keer samen koffiegedronken. Volgens mij was ik een soort vriendin voor haar. Ik bedoel, ze praatte nooit over andere mensen.’

‘Waar praatten jullie dan over?’

‘Nu ik erover nadenk, was ik meestal aan het woord. Anne was stil. Ik bedoel, ik weet niet eens of ze nog familie had... ze had het nooit over dat soort dingen.’

‘Ze moet toch ergens over hebben gepraat.’

‘Over de kinderen, de lessen, de situatie in het onderwijs in Amerika.’

‘Wat vond ze daarvan?’ vroeg Jamison.

Billings fronste. ‘Ze was er niet erg positief over, eerlijk gezegd. Ze vond dat kinderen het te gemakkelijk hadden, te veel spullen hadden.’

‘Wist u dat ze in een penthouse woonde van een paar miljoen dollar en in een Mercedes-Benz sl600 reed?’

Billings’ verbijsterde blik zei hen genoeg. ‘Wat? Daar had ik geen idee van. Ik dacht dat ze even arm was als ik. Ik bedoel, dat heeft ze nooit verteld.’

‘Wat nog meer?’

‘Mijn leerlingen zeiden altijd dat ze heel streng was en geen gedol accepteerde. Ik bedoel, op een middelbare school is dat niet per definitie erg. De kinderen kunnen heel snel onhandelbaar worden als je ze de kans geeft, maar Anne leek respect bij hen af te dwingen.’

‘Welk vak gaf ze?’

‘Wiskunde. Dat kon ze echt heel goed. Ik geef ook algebra en rekenen, en ik vind mezelf best goed, want daarin ben ik afgestudeerd, maar ik moet toegeven dat Anne daar veel beter in was. De kinderen vertelden me vaak dat ze op het schoolbord zelfs dingen heel duidelijk kon uitleggen die ze nooit eerder had gezien. En ze zat nooit om een antwoord verlegen, wat ze haar ook vroegen. Weet u, Anne heeft me een paar keer geholpen met het opstellen van een lesplan en wees me toen op fouten in een paar formules. Daarom ben ik er gewoon van uitgegaan dat zij ook wiskunde had gestudeerd.’

Jamison zei: ‘We weten niet zeker of dat zo was. Op haar cv stond it, maar dat klopt misschien niet.’

‘Waarom zou dat niet kloppen?’ vroeg Billings.

Decker zei: ‘Omdat ze misschien niet was wie ze zei dat ze was. Sterker nog, het is vrijwel zeker dat ze dat niet was.’

‘Ik begrijp het niet. Wie was ze dan wel?’

‘Dat is de grote vraag,’ zei Decker. ‘Heeft ze in uw bijzijn ooit iets in een andere taal gezegd?’

Billings keek geschrokken. ‘Een andere taal? Welke taal bijvoorbeeld?’

‘Een andere taal dan het Engels.’

‘Nee. Hoewel ik soms wel een heel licht accent hoorde dat ik niet kon plaatsen. Mijn vriend is in Duitsland opgegroeid en hij heeft een accent. Daarom viel het me misschien op. Bedoelt u dat Anne geen Amerikaanse was?’

‘Dat weten we niet zeker,’ zei Jamison.

‘Herinnert u zich dingen die anders waren?’ vroeg Decker.

Billings keek verbaasd. ‘Anders dan wat?’

‘Gewoon iets wat ze zei dat vreemd leek.’

Billings nam een slok koffie en dacht erover na. ‘Ach, dit is vast niet belangrijk.’

‘Misschien toch wel.’

‘Op een ochtend zaten we in mijn lokaal. Ze was al vroeg gekomen om me bij te praten over een toets die ze had afgenomen toen ik weg was. De kinderen waren er nog niet.’

‘Oké.’

‘Ze was al klaar, maar maakte nog geen aanstalten om weg te gaan. Meestal vertrok Anne meteen zodra ze klaar was. Dan stond ze op en vertrok. Ik bedoel zonder iets te zeggen. Niet alleen bij mij, maar ook bij andere docenten. Volgens mij was het geen onbeleefdheid van haar, maar gewoon iets wat typerend was voor haar.’

‘Echt?’ zei Jamison met een strakke blik op Decker. ‘Wauw, wie had dat gedacht?’

Decker negeerde haar blik en vroeg: ‘Maar die keer vertrok ze niet?’

‘Nee. Ze zat gewoon voor zich uit te staren. Ik vroeg of er iets aan de hand was. Zij zei van niet. Toen vertelde ik haar over mijn vorige vriend, ik weet niet waarom, maar ik had een mailtje van hem gekregen nadat ik al twee jaar niets van die idioot had gehoord. Ik zat over hem te zeuren tegen Anne, maar eigenlijk praatte ik gewoon tegen mezelf. Ik herinner me dat ik vertelde dat ik echt had gedacht dat hij de ware was, weet u. De man met wie ik zou trouwen, begrijpt u wel?’

Decker reageerde hier niet op, maar Jamison zei: ‘Ja hoor, ik weet precies wat u bedoelt.’

‘Dus toen zei ik dat ik dacht dat ik Phil na vier jaar heel goed kende, maar dat toen bleek dat ik hem helemaal niet kende.’

Toen Billings zweeg, vroeg Decker: ‘Wat gebeurde er toen?’

‘Nou, toen zei ze dat dus.’

‘Wat zei ze?’

Billings keek hen om beurten aan en zei: ‘Ze zei dat haar precies hetzelfde was overkomen.’

Decker zei: ‘Dat ze dacht dat ze iemand kende, maar later bleek dat dat niet zo was?’

‘Ja. En toen stond ze op en vertrok, zonder een woord te zeggen, zoals altijd.’

‘Wanneer was dit?’ vroeg Decker op scherpe toon.

‘Vandaag twee weken geleden. Ik weet dat nog omdat het de laatste toets was van de periode.’

Billings keek Decker aan. ‘Is dat belangrijk?’ vroeg ze.

Toen Decker niet antwoordde, zei Jamison: ‘Ja, dat is heel belangrijk.’

Decker stond op en vertrok zonder een woord te zeggen.

Billings keek Jamison aan en zei: ‘Volgens mij hebt u net zo’n collega.’

Jamison glimlachte, stond op en zei: ‘Ach, hij heeft ook goede kanten. Als we nog meer willen weten, nemen we wel contact met u op. Bedankt.’