34

De volgende ochtend werd Jamison met waterige ogen wakker. Nadat ze haar gezicht had gewassen, liep ze door de gang naar de keuken om koffie te maken.

In de keuken bleef ze stokstijf staan. ‘Heb je hier de hele nacht gezeten?’

Decker keek op.

Ze zei: ‘Decker, het is zeven uur. Ben je wel naar bed geweest?’

Als antwoord liet hij haar zijn telefoon zien. ‘Ik heb naar je berichtjes geluisterd, naar allemaal.’

Fronsend leunde ze tegen de muur en trok haar kamerjas stevig om zich heen omdat het kil was in het appartement. ‘Oké,’ zei ze langzaam.

‘Ik heb het verknald, Alex. Het spijt me. Het spijt me dat je zo ongerust was. En het spijt me dat ik het etentje heb gemist.’

Ze liep naar hem toe en ging naast hem zitten. Ze wreef in haar ogen en keek hem aan. ‘Ik ken je en had daarom misschien niet zo heftig moeten reageren. Ik bedoel, dit was niet de eerste keer dat je me liet zitten.’ Ze speelde met de ceintuur van haar kamerjas en zei: ‘Maar na alles wat er de laatste tijd is gebeurd, met de Amaya’s en zo, dacht ik gewoon dat jou iets verschrikkelijks was overkomen.’

‘Ik zal mijn telefoon nooit meer uitzetten. En als jij me belt, neem ik op. En als ik dat niet doe, moet je misschien inderdaad 911 bellen.’

Ze keek hem met een onwillige glimlach aan, kneep in zijn arm en stond op om koffie te maken. ‘Ik heb Melvin gisteravond gebeld om hem te vertellen dat je oké was.’

Decker kromp in elkaar omdat hij daar niet eens aan had gedácht.

Wat is er verdomme met me aan de hand?

‘Dank je wel.’

‘Misschien kunnen we vanavond uit eten?’ vroeg ze behoedzaam.

‘Ja, dat is goed.’

‘Zeg dat maar niet zo snel, misschien krijg je daar nog wel spijt van.’

Ze liep met twee koppen koffie naar de tafel en zette er een voor hem neer. Daarna ging ze weer zitten en zei: ‘Vertel me nu maar eens over dat idee van je.’

Decker vertelde het haar stap voor stap.

Jamison leek onder de indruk. ‘Een klokkenluider, hè? Dat zou een heleboel van onze vragen beantwoorden.’

‘Het probleem zal zijn om uit te vinden om welke klokkenluiderszaak het gaat. Daar zijn er de afgelopen jaren een heleboel van geweest.’

‘Zo moeilijk kan dat niet zijn. We kunnen Berkshires foto overal laten zien, dan móét iemand haar wel herkennen.’

‘Maar Alex, het probleem is dat haar foto al is gepubliceerd. Na de moord is die overal op het nieuws te zien geweest; op sommige plaatsen is hij nog steeds te zien.’

Ze nam een slok koffie en leek verbaasd. ‘Dat is zo. Ik vraag me af waarom niemand zich dan heeft gemeld.’

‘Ze heeft haar naam veranderd, dus misschien heeft ze haar uiterlijk ook veranderd.’

‘Je bedoelt door plastische chirurgie?’

‘Je kunt je uiterlijk op allerlei manieren veranderen, niet alleen door een operatie. Misschien is ze afgevallen, heeft ze haar haar geverfd of een ander kapsel genomen, ging ze een bril dragen of juist gekleurde contactlenzen. Door al die dingen.’

‘We zouden de lijkschouwer kunnen vragen of Berkshire een operatie heeft ondergaan. Dat moet de autopsie hebben aangetoond.’

‘Ik heb haar gisteravond een mailtje gestuurd. Ze staat kennelijk vroeg op, want ze mailde me een halfuur geleden dat niets wees op plastische chirurgie.’

‘Over vroeg opstaan gesproken, vind je niet dat je even moet gaan slapen?’

‘Ik ben niet moe.’

‘Nou, op een bepaald moment zul je moeten uitrusten, anders raak je uitgeput. Wil je ontbijten?’

‘Ik maak het zelf wel klaar.’

‘Oké, dan ga ik even douchen.’

Toen zij wegliep, dacht Decker weer aan Berkshire. Vooral aan dat oude huis in het bos. Hij wist dat die usb-stick een schatkist vol informatie zou zijn geweest. Daarop stond misschien van alles over Berkshires verleden, zodat een heleboel vragen zouden zijn beantwoord. Maar iemand was hen daarnaartoe gevolgd, had Deckers band lek geschoten, hem overvallen en de usb-stick meegenomen. Dus iemand hield hen in de gaten, of anders hadden ze dat oude huis in het oog gehouden.

Hij hoorde een zoemend geluid en keek om zich heen. Het was Jamisons telefoon. Hij herkende het nummer niet en op het scherm stond onbekend nummer, dus stond die persoon ook niet in Jamisons contacten.

Hij hoorde dat de douche nog liep. Hij had de voicemail zijn werk kunnen laten doen, maar besloot op te nemen. ‘Hallo?’

‘Hallo, met Nancy Billings. Ik belde Alex Jamison of Amos Decker van de fbi?’

‘Ik ben Amos Decker.’

‘O, hallo. Ik werk als docente op de school waar Anne Berkshire invaldocente was. Ik begreep dat u me een paar vragen wilt stellen. Het spijt me dat ik zo vroeg bel, maar ik moet straks naar mijn werk.’

‘Geen probleem, hoor. Kunnen we iets afspreken na schooltijd?’

‘Ja. Dan moet ik eerst naar huis om de hond uit te laten, maar vlak bij mijn huis is een Starbucks.’ Billings gaf hem het adres en ze spraken een tijd af.

Decker belde Bogart en vertelde hem wat hij met agent Brown had besproken. Daarna vertelde hij hem over Billings en de afspraak in de loop van de dag.

Bogart zei: ‘Ik maak een begin met de invalshoek van die militaire klokkenluider. Ik weet wel dat dit Browns domein is, maar ik heb daar ook een paar contacten. En in de loop der jaren zijn een heleboel klokkenluiderszaken onderzocht door de fbi en vervolgd door het ministerie van Justitie.’

Decker verbrak de verbinding en stopte zijn telefoon in zijn zak. Hij liep naar zijn badkamer, waste zijn gezicht en poetste zijn tanden. Hij kwam tegelijk met Jamison de badkamer uit.

Ze deed net een sjaaltje om. ‘Heb je al ontbeten?’ vroeg ze.

‘Nee. Niet meer aan gedacht.’

‘Nou zeg, je geheugen is niet meer wat het is geweest,’ zei ze droog. ‘Geen probleem, we kopen onderweg naar Hoover wel iets.’

‘Nancy Billings belde. Zij werkt op dezelfde school als Berkshire. Ik heb met haar afgesproken dat we haar vandaag zien zodra ze klaar is met lesgeven.’

‘Hopelijk kan zij ons iets nuttigs vertellen.’

Toen ze de voordeur van hun gebouw openden, stond Harper Brown daar. Ze droeg een spijkerbroek, laarzen, een zwarte coltrui en een zwartleren jasje. Ze hield een zak omhoog. ‘Bagels. En ik heb koffie in de auto.’ Ze keek naar Jamison. ‘Maar er is niet genoeg voor jou.’

Jamison zei: ‘We wilden net een paar aanwijzingen natrekken.’

Brown keek naar Decker. ‘Hoofdkantoor dia. Klokkenluiderdossiers. Doe je mee of niet? Ik bied het niet nog een keer aan.’

‘Kan Alex niet met ons mee?’

Brown schudde haar hoofd. ‘Het was al moeilijk genoeg om er toestemming voor te krijgen dat jij mee mocht. We kunnen niet nog meer mensen op sleeptouw nemen.’

Jamison werd witheet door deze opmerking, maar zei: ‘Oké, Amos, zodra ik op kantoor ben, zal ik het aan Ross doorgeven.’

‘Ik vertel jullie alles zodra ik klaar ben bij de dia.’

‘Nou ja, alleen alles wat ze mogen horen,’ zei Brown met haar blik op Jamison gericht.

Jamison keek Brown strak aan en zei: ‘Dat zal ik ook doen, maar alleen wat je mag horen.’

Brown en Decker reden weg.

Jamison bleef achter op de parkeerplaats. Ze schudde haar hoofd en probeerde haar hoofd leeg te maken. ‘Misschien moet ik toch maar weer journalist worden,’ zei ze hardop tegen zichzelf.