67

‘Heb je weleens het gevoel gehad dat je een zaak vanaf de verkeerde kant benadert?’

Harper Brown zat tegenover Decker aan een tafeltje in een eethuisje. ‘In dit geval? Hoezo?’

Hij had haar gebeld toen hij het wfo verliet en toen hadden ze hier afgesproken.

‘Dabney vermoordt Berkshire en pleegt dan zelfmoord. Daar begint de zaak en we gaan er lineair mee aan de slag.’

‘Klopt, maar er zijn ook achtergronden die we moesten checken en dat hebben we gedaan. Dit is niet begonnen toen hij haar vermoordde.’

‘Klopt, dat was het resultaat. Maar tijdens het checken van die achtergronden lijkt het wel alsof we ons vooral op Dabney hebben geconcentreerd.’

‘Ja, want we kunnen helemaal niets over Berkshire vinden, alleen dat ze een spion was. Verder hebben we niets om van uit te gaan.’

Daarop haalde Decker de pop uit zijn rugzak en legde hem tussen hen in op de tafel. ‘We hebben dit.’

Brown keek er even naar, maar vroeg toen ongelovig: ‘Dit? Een pop? We weten al dat er in het geheime vakje waarschijnlijk gestolen geheimen zijn overgebracht. Nou en?’

‘Waarom een pop?’

‘Waarom niet?’

‘Laten we dit logisch bekijken: je steelt geheimen, je stopt ze in deze pop en brengt ze naar iemand anders, waarschijnlijk naar Berkshire.’

‘Klopt.’

‘Dus nogmaals, waarom een pop?’

‘Waarom niet? Dat is onschuldig, de meeste mensen zouden er geen twee keer naar kijken.’

‘Natuurlijk wel, wel als er een man mee rondliep. Deze pop is te groot om in je zak te stoppen, en een tas kan worden doorzocht.’

‘Dus je zegt dat die andere persoon misschien een vrouw was?’

‘Een vrouw, of misschien een man met een meisje.’

‘Wacht, bedoel je Walter Dabney?’

‘Dat is mogelijk. Misschien was deze pop van een van zijn dochters. Het Bureau heeft vastgesteld dat deze pop zo’n dertig jaar geleden is gemaakt. Dus hebben de dochters van Dabney er de juiste leeftijd voor. En zoals je zei: een pop is onschuldig. Wie zou vermoeden dat een meisje met een pop geheimen verplaatst? Deze mensen houden er kennelijk van om kinderen als dekmantel te gebruiken, denk maar aan Joey Scott en dat boek.’

Brown dacht hierover na. ‘Dat is zo. Dus we gaan die dochters op de man af naar die pop vragen?’

‘Ja, dat gaan we doen.’

 

* * *

 

‘Waar hebben jullie die vandaan?’ vroeg Jules stomverbaasd.

Decker en Brown zaten in de woonkamer met Jules, haar moeder en haar twee zussen.

Ellie riep: ‘Jules, dat is jouw pop toch, Missy?’

Jules nam hem van Decker aan en hield hem vast.

‘Weet je zeker dat hij van jou is?’ vroeg Brown.

Jules rook aan het haar en keek naar de linkervoet van de pop. ‘Zie je die rode vlekjes op haar schoen? Daar heb ik verf op geknoeid toen ik klein was. Die wilde er niet af. En ik herken de geur van haar haren, na al die jaren! Waar hebt u haar gevonden?’

‘In de loop van ons onderzoek,’ antwoordde Decker en hij nam de pop weer terug. ‘Weet u nog wanneer u hem voor het laatst had?’

Jules leunde achterover. ‘Dat... weet ik niet. Ik nam haar niet mee toen ik naar de middelbare school ging.’ Ze bloosde. ‘Ik wilde het wel, hoor, maar bedacht me op het laatste moment. Ik was immers al helemaal volwassen.’

‘Dus de pop bleef hier, in dit huis?’ vroeg Brown.

Ellie zei: ‘We hebben de slaapkamers van de meiden onveranderd gelaten, voor als ze weer thuiskwamen. Ze hadden allemaal een pop. Volgens mij liggen ze nog steeds boven. Cissy houdt...’ ‒ haar stem begaf het even ‒ ‘... Cissy hield de kamers netjes en opgeruimd.’

‘Mogen we even kijken?’ vroeg Decker.

Jules nam hen mee naar de slaapkamers. Nadat ze hen alleen had gelaten, vonden Decker en Brown drie poppen met precies zo’n geheim vakje achter de batterijen.

‘Shit,’ zei Brown. ‘Dit was het spionagecentrum, lijkt het wel. Vier dochters en vier poppen met een geheim vakje.’

‘Dit bevestigt dat Walter Dabney Berkshire moet hebben gekend. Ze werkten samen.’

‘Dat verklaart ook hoe ze zich in die tijd dit huis konden veroorloven.’

Decker keek haar aan. ‘Jij hebt je dat dus ook afgevraagd?’

‘Ik heb ook weleens een goede inval,’ zei ze bescheiden.

‘Laten we een kijkje nemen in de slaapkamer van de Dabneys.’

Die was veel groter dan de kamers van hun dochters en had een aangrenzende woonkamer met een open haard. Ze doorzochten de slaapkamer en daarna de twee grote kledingkasten; die van Ellie was een ruime inloopkast. Daarna keek Decker in de aangrenzende badkamer en bekeek de inhoud van de laden en het medicijnkastje, waar verschillende medicijnen in stonden, zoals hartmedicatie, cholesterolverlagende middelen en een astma-inhaler.

Ouder worden is niet fijn, dacht Decker.

Hij deed de deur van het medicijnkastje weer dicht en liep weer naar Brown in de slaapkamer.

‘Geen poppen,’ zei ze.

Samen gingen ze naar beneden met de poppen en liepen de woonkamer weer in, waar de vrouwen allemaal nog zaten. Jules had haar oude pop weer vast.

‘Wat doen jullie daarmee?’ vroeg Samantha en ze wees naar de poppen.

‘We moeten ze meenemen,’ zei Brown.

‘Waarom?’ vroeg Samantha.

‘Dit zijn bewijsstukken.’

Samantha wilde iets zeggen, maar keek naar Jules en leunde achterover.

Decker ging tegenover Jules zitten. ‘Ik wil u deze foto nogmaals laten zien, wie weet herkent u de vrouw nu wel.’ Hij liet haar Berkshires foto zien.

‘Ik heb u al verteld dat ik haar niet herken,’ zei Jules.

Decker liet de foto ook aan de anderen zien. Ellie en de anderen schudden hun hoofd toen ze naar de foto van Berkshire keken.

‘En als u zich haar voorstelt met donkerder haar en minder rimpels in haar gezicht?’ drong Decker aan.

Ze bekeken de foto weer.

Jules schudde haar hoofd. ‘Ik ken haar echt niet.’ Ze keek naar haar zussen en moeder. Ook zij schudden hun hoofd.

Ellie vroeg: ‘Wat heeft dit allemaal te betekenen? Met die poppen en zo? Ik begrijp het niet.’

‘Wij ook niet, misschien troost u dat,’ zei Brown.

‘Willen jullie... zeggen dat Walt ergens bij betrokken was wat te maken had met deze poppen? Dat slaat toch nergens op? Die poppen waren van de meiden, niet van hem. Voor zover ik weet heeft hij die poppen nooit ergens mee naartoe genomen. Dit is absurd.’

‘Op dit moment beweren we helemaal niets,’ antwoordde Brown. ‘We zijn nog steeds informatie aan het verzamelen.’

Ze verlieten het huis met de poppen en liepen naar Browns auto.

Decker draaide zich om en keek naar het huis. ‘Ken je dat kinderspelletje: je wordt steeds warmer?’

‘Ja.’

‘Nou, elke keer als ik dit huis verlaat, heb ik het gevoel dat ik kouder word.’

Terwijl ze wegreden, zei Brown: ‘Melvin en ik gaan vanavond ergens eten. Hebben jij en Alex zin om ons gezelschap te houden?’

‘Na jullie geweldige picknick?’

Brown bloosde zelfs toen hij dat vroeg. ‘Het wás geweldig. Hij had bloemen voor me meegenomen.’

Hij keek haar aan. ‘Weet je zeker dat jullie er anderen bij willen?’

‘We werken keihard, het lot van het land ligt in onze handen. Volgens mij is het dus goed voor ons allemaal als we er een paar uur niet aan denken.’

‘Oké,’ zei Decker.