9
Decker keek naar het gebouw dat door de maan werd beschenen.
Jamison stond naast hem, en keek aandachtig naar haar vriend.
Toen Decker zich eindelijk naar haar omdraaide, wendde ze haar blik af. ‘Zie je, het is precies zoals ik je vertelde,’ zei ze, glimlachend tegen het asfalt.
‘En meer,’ antwoordde Decker kort en bondig.
Het was een oud stenen pakhuis met enorme ramen. Jamison had hem verteld dat het was opgedeeld in appartementen. Decker ademde diep in, waarop de geur van de rivier de Anacostia zijn longen vulde. Aan de ene kant van het pakhuis stond een verlaten gebouw, en aan de andere kant een met de grond gelijkgemaakt bouwsel. Aan de overkant stond een rij huizen, zo te zien al honderd jaar oud; ze leunden eigenlijk tegen elkaar aan en leken onbewoond.
De parkeerplaats van het pakhuis had zo te zien meer scheuren dan asfalt, en was begroeid met onkruid. Een oude ijzeren omheining rondom het gebouw was op bepaalde plaatsen neergehaald en het hek was verdwenen. Op de parkeerplaats stonden een paar auto’s. De nieuwste was zo’n twintig jaar oud en bij twee waren met tape plastic afvalzakken voor de kapotte ramen geplakt.
‘Heeft Melvin dit gebouw gezien?’ vroeg hij.
‘Hij heeft foto’s gezien. Hij vroeg me rond te kijken en dat heb ik gedaan. En toen vond ik dit.’
Hij keek haar aan. ‘En hoeveel heb je “rondgekeken”?’
‘Melvin wilde geen gebouw in een chique buurt kopen, Amos, ook al kon hij dat wel betalen. Hij wilde een gebouw waarmee hij een verschil kon maken. De huur van deze woningen ligt ver onder de normale huurprijs. Iedereen die hier woont heeft een baan, en de meesten hebben zelfs meer dan één baan. Ze werken hard en ze proberen het leven van zichzelf en hun gezin te verbeteren. Het is echt een leuk gebouw. En op loopafstand zijn een heleboel restaurants die net zijn geopend, allemaal familiebedrijfjes. En er zijn kerken en er is een park en...’ Ze maakte haar zin niet af, omdat Decker helemaal niet reageerde.
Toen vroeg ze: ‘Dus, het bevalt je niet? Ik weet ook wel dat het de Taj Mahal niet is.’
‘Ik heb in een kartonnen doos op de parkeerplaats van een supermarkt gewoond, en daarna in een motelkamer. Dus als het een eigen toilet heeft, is dat feitelijk een verbetering voor me.’
‘Oké?’ vroeg ze gespannen. ‘Dus je vindt het goed?’
‘Hoeveel huurders?’
‘Vijftien woningen zijn verhuurd. Twee huurders zijn single en de rest heeft een gezin.’
‘Dus je hebt hen ontmoet?’
‘Ja. Ik wilde het Melvin niet aanbevelen zonder dat ik echt onderzoek had verricht. Hij wil goede dingen doen met zijn geld, maar ik zou hem nooit in de positie brengen dat hij zijn investering kwijtraakt. En de bouwsubstantie is goed, dus zodra de andere verbeteringen zijn doorgevoerd, is het schitterend. En de omgeving, natuurlijk weet ik dat die er niet geweldig uitziet, maar het wordt steeds beter. Zoals ik al zei, er worden restaurants geopend en ook andere gebouwen zoals dit worden gerenoveerd. Allemaal goede dingen.’
‘En dan gaat de huur omhoog en gaat de belasting omhoog, en dan kunnen de mensen die je probeert te helpen het niet meer betalen.’
‘Nou, ónze huren gaan niet omhoog. En we hebben een deal met de gemeente gesloten: zij hebben Melvin belastingvermindering toegekend en een paar subsidies, zodat hij het zich kan veroorloven mensen te helpen die dat nodig hebben.’
‘Belastingvermindering en subsidies? Wanneer heb je dit allemaal geregeld?’
‘In mijn vrije tijd. Ik weet wel dat ik journalist was toen we elkaar leerden kennen, Amos. Maar diep in mijn hart heb ik dit soort dingen altijd al willen doen.’
Decker knikte en keek weer naar het gebouw. ‘En waar gaan wij wonen?’
‘Zoals ik al zei, op de bovenste verdieping. Daar heb je een fantastisch uitzicht. En het is helemaal uitgebouwd.’
‘Is het gemeubileerd, of moeten we meubels kopen?’
‘Ik ben zo vrij geweest al een paar dingen te kopen. Als die je niet bevallen, kunnen we altijd iets anders kopen.’
‘Kun je ergens op zitten en is er een bed?’
‘Ja.’
‘Dan is het wel goed, denk ik.’
‘Wil je binnen kijken?’
Hij gebaarde dat ze voor mocht gaan.
Jamison toetste een code in op het paneeltje naast de hoofdingang en duwde de deur open. Decker liep achter haar aan naar binnen en zag een trappenhuis.
‘Je moet naar boven lopen,’ zei ze. ‘Er is geen lift.’
Zes verdiepingen hoger kwamen ze bij een deur die Jamison van het slot deed, terwijl Decker buiten adem tegen de muur leunde.
Ze keek hem aan. ‘Ik dacht dat je had getraind,’ zei ze.
‘Dat heb ik net gedaan.’
Hij liep achter haar aan naar binnen en bleef staan. De plafonds waren zeven meter hoog en hij zag metalen balken en betonnen pilaren die de basisconstructie van het gebouw vormden. Ze waren allemaal zwartgeverfd. Het was een grote open ruimte, met een grote zithoek naast de vier meter hoge ramen, en een moderne keuken met roestvrijstalen apparatuur en granieten aanrechtbladen. Er waren twee grote slaapkamers, elk met een eigen badkamer. Verderop was een gang naar een groot kantoor met een bureau en planken en een raam met houten luiken. Op het bureau stond een laptop.
‘Dat is jouw kantoor. Ik heb een kantoor hiernaast. Daar is ook een jacuzzi,’ zei ze en ze wees naar een deur links van hen. ‘En een sauna. Maar die heb ik allebei nog niet gebruikt. Ik weet niet eens of ze het wel doen.’
‘Lieve help, Alex,’ zei Decker. ‘Je zei dat dit appartement nog een beetje liefde en verzorging nodig had, dus dit had ik zeker niet verwacht!’
Ze keek hem met een schuldbewuste blik aan. ‘Dit was het appartement van de vorige eigenaar. Hij heeft al het geld hierin gestopt en amper geld in de andere woningen gestoken. De andere appartementen zien er totaal anders uit dan dit.’
‘Wat is er met hem gebeurd?’
‘Dat zeg ik liever niet.’
‘Waarom niet?’
‘Nou, gewoon niet.’
‘Alex!’
‘Oké, een drugsdealer die hij had bedrogen heeft op de parkeerplaats op hem geschoten.’
‘Doodgeschoten?’
‘Eh... ja. Ik dacht dat je dat wel begreep.’
Decker keek om zich heen. ‘En heeft hij het geld dat hij die dealer had moeten betalen in de renovatie van dit appartement gestopt?’
‘Dat is niet duidelijk. Maar ik zou me er niet druk over maken. Ik bedoel, het is niet zo dat we die drugsdealer iets verschuldigd zijn.’
‘Dus die is nooit opgepakt?’
‘Nou, de politie had wel een verdachte, maar omdat niemand tegen hem wilde getuigen moesten ze hem weer laten gaan. Het gebouw ging failliet en Melvin kocht het, voor een prima prijs. Er waren kennelijk geen andere gegadigden.’
‘Verbazingwekkend,’ zei Decker.
‘Maar je vindt het mooi, hè?’
‘Ja, ik vind het mooi. Dit is een paleis vergeleken met wat ik gewend ben.’
‘Ik heb mijn spullen al naar boven gebracht. Jij kunt er elk moment intrekken.’
‘Al mijn bezittingen passen in één tas, dus dat wordt geen grote onderneming.’
Ze stak haar hand uit. ‘Welkom in je nieuwe huis, huisgenoot.’
Voordat hij haar hand schudde, zei Decker: ‘Laten we een paar extra sloten op die deur zetten.’