62
‘Je ziet er slecht uit,’ zei Jamison.
Zij reed en keek naar Decker die zich in de stoel naast haar had geperst.
‘Ik voel me niet slecht, ik lijd alleen pijn. Ik ga je helpen een andere auto te kopen, Alex. Ik kan dit niet nog veel langer verdragen. Volgens mij krijg ik bloedstolsels in mijn benen.’
‘Weet je niet meer dat je de stoel eruit haalde en gewoon achterin ging zitten?’
‘Niet echt praktisch, omdat ik daar vier stukken gereedschap en een uur de tijd voor nodig heb.’
‘Wat voor auto?’ vroeg ze opgewekt.
‘Dat kan me niets schelen, zolang hij maar twee keer zo groot is als deze, met voldoende beenruimte.’
Het regende alweer, waardoor er opstoppingen waren ontstaan en sombere gedachten alleen maar nog somberder werden.
Decker sloot zijn ogen.
‘Zei je dat Melvin Joey Scott heeft gezien?’
Decker opende zijn ogen en knikte. ‘Toen ik hem vertelde dat Melvin bijna de Heisman had gewonnen en in de Hall of Fame zou zijn opgenomen, ontplofte Joey bijna van opwinding.’
‘Dat geloof ik graag. Daardoor vind ik het zelfs nog erger dat Berkshire Joey zo heeft gebruikt. Ik bedoel, dat zou harteloos zijn met iedere terminaal zieke patiënt, maar Joey was het enige kind daar. En zij zat naast zijn bed en las hem voor, alleen omdat ze dat boek kon gebruiken om gestolen geheime informatie door te sluizen.’
Deckers antwoord hierop was uitzonderlijk: ‘Alex, keer de auto. We gaan naar Virginia.’
‘Virginia? Waarnaartoe?’
‘Naar het hospice.’
* * *
Sally Palmer was nog aan het werk en zat tegenover hen in haar kantoor. Ze vertelde dat ze na Alvin Jenkins’ verdwijning meer uren moest maken, tot ze een vervanger voor hem hadden gevonden. ‘Ik kan me niet voorstellen waarom hij er zomaar vandoor is gegaan. En de politie wil me niets vertellen,’ zei ze boos. ‘Jullie ook niet, neem ik aan?’ vroeg ze.
‘Dat neemt u terecht aan,’ zei Decker. ‘Wanneer is Alvin Jenkins hier komen werken?’
‘Alvin? Eh... ongeveer twee maanden geleden.’
‘En wanneer is Anne Berkshire hier begonnen als vrijwilligster?’
Palmer dacht hierover na. ‘Ongeveer in diezelfde tijd.’
‘En wanneer werd Joey Scott hier opgenomen als patiënt?’
Voor het antwoord op die vraag moest Palmer haar computer raadplegen. ‘Dát is vreemd.’
‘Wat?’ vroeg Decker op scherpe toon.
‘Nou, Joey is hier negen weken geleden gekomen. Dat betekent alle drie ongeveer tegelijk. Wat een toeval.’
‘Volgens mij was het geen toeval,’ zei Decker.
Palmer keek hem bevreemd aan, maar Decker negeerde dat en zei: ‘Toen we u de eerste keer spraken, zei u dat Joey zou worden geadopteerd, maar dat het stel zich terugtrok toen hij ziek werd.’
‘Dat klopt. Walgelijk!’
‘Hoe weet u dat?’
‘Hoe ik dat weet?’
‘Wie heeft u dat verteld?’
‘O, de maatschappelijk werkster die met Joey meekwam toen hij hier werd opgenomen. Zij vertelde me dat, en zij was al even ontdaan als ik.’
‘Dus het verhaal is dat Joey zou worden geadopteerd, maar dat zijn adoptieouders toen ze hoorden dat hij doodziek was besloten hem toch maar niet te adopteren.’
‘Dat klopt.’
‘Hebt u Joey’s medische dossier?’
‘Ja.’
‘Ik weet dat u ons geen details mag verstrekken, maar kunt u ons vertellen wanneer werd vastgesteld dat hij leukemie heeft?’
Palmer keek ongemakkelijk, maar zocht het op in haar computer. Weer keek ze verbaasd. ‘Ik begrijp het niet. Dit slaat nergens op. Het verbaast me dat me dat niet eerder is opgevallen.’
‘Wat niet?’ vroeg Jamison.
Decker antwoordde: ‘Iedereen met kanker wordt behandeld, vooral een kind dat zijn hele leven nog voor zich heeft. Joey’s vorm van leukemie is waarschijnlijk al jaren geleden vastgesteld en dus zou hij alle behandelingen hebben ondergaan tot werd vastgesteld dat er niets meer kon worden gedaan. Toen kwam hij hier. Het stel dat Joey wilde adopteren, wist dat dus de hele tijd al en zou geen enkele reden hebben gehad op het laatste moment te besluiten hem toch maar niet te adopteren.’
Palmer zei meelevend: ‘Dat is zo. Dat is echt zo.’
Decker keek om zich heen. ‘Dit is een leuk hospice. Een particulier hospice. Hoe kan een wees zoals Joey zijn verblijf hier betalen?’
‘O, het stel waar ik het over had, had toch wel iets goeds: zij betalen alle rekeningen voor Joey.’
‘Dus zij betalen de rekeningen van het hospice voor een kind dat ze niet meer willen adopteren en nooit opzoeken,’ zei Jamison. ‘Dat is toch niet logisch?’
Decker zei: ‘Aan de ene kant niet, maar aan de andere kant wel. Hoe is Joey hier terechtgekomen?’ vroeg hij aan Palmer.
‘Door dat stel. Zij betaalden de rekeningen en dus mochten zij kiezen.’
‘Dus Berkshire en Jenkins kwamen hier allebei pas nadat Joey hier al was opgenomen?’
‘Ja, dat klopt. Kort daarna, maar Joey was hier het eerst.’
‘En Berkshire vroeg of ze Joey mocht voorlezen?’
‘Ja.’
‘Hoe wist ze eigenlijk dat hij hier was?’
Die vraag verbaasde Palmer. ‘Dat weet ik niet zeker. Ik weet nog dat ze hier binnenkwam en vroeg of we hier ook kinderen hadden. Ze zei dat ze hen wilde opvrolijken.’
‘Dat geloof ik meteen. En het enige jonge kind in die tijd was Joey?’
‘Inderdaad. Het is heel ongebruikelijk dat een kleine jongen of een klein meisje in een hospice wordt opgenomen. Maar het komt helaas voor.’
‘Juist,’ zei Decker.
‘Zoals ik al zei, dacht ik dat het feit dat zij Joey’s rekeningen betaalden hun een beetje een beter gevoel gaf.’
‘Nou, dat hoeft u dus niet langer te denken.’
‘Wat?’ zei Palmer geschrokken.
‘Hebt u hun naam en adres?’
‘Dat is vertrouwelijke informatie.’
‘Toch ben ik bang dat ik erop moet staan.’
‘Waarom?’
‘Omdat zij uw hospice hebben gebruikt om gestolen geheime informatie door te sluizen aan vijanden van dit land. Als dat niet voldoende voor u is, kunnen we altijd een huiszoekingsbevel regelen en dit pand laten omsingelen door een swat-team. U mag het zeggen.’