58

‘Wilt u misschien uitleggen wat u bedoelde?’ vroeg Jamison aan Brown.

Decker was uit Browns auto gestapt en liep naar het gebouw van de wfo, maar Jamison bleef zitten. Hij keek achterom, maar Jamison gebaarde dat hij moest doorlopen. Daarna keek Decker naar Brown, liep naar de hoofdingang en ging naar binnen.

Brown keek via de achteruitkijkspiegel naar Jamison. ‘Ik dacht dat ik heel duidelijk was geweest.’

‘Ja hoor, heel duidelijk maar niet heus. Goed en verkeerd, maar u zei niet waarover.’

‘Wilt u dit nu bespreken?’

‘We kunnen het wel voor ons uit blijven schuiven, maar dan wordt onze wederzijdse antipathie alleen maar groter en komen we op een punt waarop het niets meer uitmaakt wat de ander zegt.’

Brown zette de auto in de parkeerstand, maakte haar gordel los en draaide zich om naar Jamison. ‘U had gelijk toen u zei dat ik het had verknald. Maar u had ongelijk toen u zei dat mij dat niets kan schelen. Ik vind het belangrijk hoe Decker over me denkt. En ik vind Melvin belangrijk, ook al ken ik hem nog niet zo lang. Ik had meteen een goed gevoel over hem. We hebben met elkaar gepraat, heel lang. Hij heeft een heel hoge pet op van u en Decker. Ik zou Melvin nooit kwetsen, en ik weet dat hij mij ook nooit zal kwetsen; daar is hij de man niet naar. Geloof me, ik ken het type dat dat wel zou doen. Daar ben ik mee uit geweest.’

‘Ik ook,’ gaf Jamison toe. ‘Luister, ik ben heel hard tegen u geweest, en dat was niet eerlijk.’

‘Ik ben eraan gewend dat dingen niet eerlijk zijn. Mijn vader was een goede man en een geweldige soldaat, en hij heeft geweldige dingen gedaan bij de dia, maar hij wilde een zoon, geen dochter. Maar ik was alles wat hij had. Hij heeft me niet proberen tegen te houden toen ik bij het leger ging, maar heeft me ook niet aangemoedigd. Misschien maakte het hem niets uit. Toch had ik het gevoel dat hij een mes in mijn buik stak toen ik hem vertelde dat ik bij de dia was gegaan en hij alleen maar zei: “Weet je zeker dat je dat wilt? Wordt het geen tijd dat je je settelt en een gezin sticht?” Ik had me kapot gewerkt om bij dezelfde dienst te komen als hij, en dat was alles wat hij kon zeggen?’

‘Ik kan me voorstellen dat dat verdomd veel pijn deed.’

Brown haalde haar schouders op. ‘Wat dat seksegedoe betreft gaat het tegenwoordig beter, maar het is nog lang niet perfect. De meeste mannen die ik ontmoet, worden zodra ze horen wat ik doe bang of proberen te bewijzen dat ze stoerder zijn dan ik ben. Dus dat betekent dat ik niet vaak een tweede date heb. En op het werk vragen de meeste mannen zich af waarom ik in vredesnaam een functie bezet hou die eigenlijk voor een man bestemd is.’

‘Mij vergaat het net zo,’ zei Jamison. ‘Ik heb ook de hele dag mannen om me heen. En Decker natuurlijk.’

‘Hij is ook een man.’

‘Maar hij is niet echt een man, hij is... nou ja, hij is Decker.’

Brown glimlachte en schoot toen in de lach. ‘Ik snap precies wat je bedoelt, Alex. Zullen we elkaar maar tutoyeren? Melvin is ook anders. Hij is heel bijzonder en was helemaal niet geïntimideerd door mij. Hij... nou ja, hij is zelfverzekerd genoeg om niet jaloers te zijn op wat ik doe.’

‘Ik ben het met je eens dat Melvin heel bijzonder is. Hij verdient een bijzonder iemand, en misschien ben jij die iemand wel.’

Brown leek overdonderd door die opmerking, maar zei: ‘Bedankt. Ik vind het heel fijn dat jij dat zegt.’

‘Oké, is de lucht tussen ons nu geklaard?’ vroeg Jamison.

‘Volgens mij is de lucht zo helder als maar mogelijk is tussen ons.’ Brown zweeg even. ‘Ik hoorde wat er is gebeurd, dat jij Deckers leven hebt gered.’

Jamison keek naar haar middel, naar haar pistool.

Brown zei: ‘Het is niet gemakkelijk, Alex. En het wordt ook nooit gemakkelijker.’

‘Het heeft me veranderd, Harper. Ik zal nooit meer dezelfde zijn. Ik heb iemand vermoord.’

‘Jij bent niet veranderd, maar slechts een klein deel van jou. Dat is een groot verschil.’

‘Maar kun je op een bepaald moment weer verder met je leven?’

‘Dat gaat echt gebeuren, Alex. Ik zeg niet dat het gemakkelijk zal zijn, want dat is niet zo. Maar het gaat wel gebeuren.’

Jamison schonk haar een dankbare glimlach, stapte uit de auto en liep het wfo binnen.

Decker stond vlak achter de hoofdingang op haar te wachten en keek onderzoekend naar haar gezicht. ‘Geen blauwe plekken? Goed zo. Heb je wonden die ik niet kan zien?’

‘We kunnen het nu heel goed met elkaar vinden. Ik denk nu totaal anders over agent Brown.’

‘Kijk, dat is goed om te weten.’

‘En we hadden het weer over jou.’

‘Hoezo?’

‘We waren gewoon blij over het feit dat je op een bepaalde manier “een van de meiden” bent.’

Decker keek haar even onderzoekend aan. ‘Ik zal maar niet vragen wat je daarmee bedoelt.’

Ze gingen langs de security en namen de lift naar hun verdieping. Decker had gebeld dat ze eraan kwamen, dus kwam Bogart hen in de gang al tegemoet.

‘We hebben iets gevonden,’ zei hij en hij nam hen mee naar een vertrek naast de grote hal. Milligan zat daar al, achter een computer. Bogart deed het licht uit en knikte tegen Milligan, die een paar toetsen indrukte, waarna een beeldscherm aan de muur tot leven kwam.

Harry Potter en de Gevangene van Azkaban,’ zei Bogart. ‘In dat boek hebben we een paar dingen gevonden die J.K. Rowling daar niet had gepland.’

Ze gingen zitten en Bogart zei: ‘Laat maar zien, Todd.’

Milligan drukte nog een paar toetsen in, waarna er een bladzijde uit het boek op het scherm verscheen.

‘Ik zie niets,’ zei Jamison.

‘Wacht maar even.’

Milligan drukte nog een paar toetsen in, waarna opeens verschillende letters op de bladzijde oplichtten.

‘Ze zijn fluorescerend!’ riep Jamison.

‘Ja. We hebben heel veel verschillende interactieve lichtbronnen moeten uitproberen, maar we vonden er een die werkte.’

‘Die letters hebben verschillende kleuren,’ zei Jamison.

‘We denken dat we hebben ontdekt waarom. Als ze dit boek al een hele tijd gebruikten, stuurden ze steeds weer een nieuw bericht. Dankzij die verschillende kleuren weet de ontvanger dat. De blauwe letters die je ziet vormen één bericht. De rode een ander bericht. We weten niet welk het meest recente is, maar we denken dat het zo werkt.’

‘Maar wat staat er dan?’ vroeg Decker.

‘Dat is niet zo eenvoudig. De letters lijken nergens op te slaan. Onze codebrekers kijken er nu naar en verder hebben we hulp gevraagd van de nsa en de dia. Dat kan wel even duren, maar in elk geval weten we nu dat op deze manier gecodeerde berichten zijn doorgegeven.’

‘Tussen Berkshire en Jenkins,’ zei Decker.

‘Inderdaad. Zij verkreeg de geheimen en noteerde ze gecodeerd in dit boek. Vervolgens gebruikte hij een speciaal licht om de letters te zien, schreef ze op en decodeerde ze. Daarna stuurde hij de boodschap naar degene voor wie hij werkte.’

‘Best slim om een hospice op zo’n manier te gebruiken,’ zei Decker.

‘Je bedoelt best wreed,’ zei Jamison.

Bogart zei: ‘Op deze manier hoefden Jenkins en Berkshire elkaar zelfs nooit te ontmoeten. Ze gebruikten alleen dit boek.’

‘Denk je dat ze deze methode gebruikten om de geheimen door te geven die door Dabney waren gestolen?’ vroeg Jamison.

‘Ik weet het niet zeker, maar dat lijkt me wel.’

‘Toch heeft Dabney Berkshire vermoord. Waarom?’

‘Die vraag blijft maar terugkomen,’ beaamde Bogart. ‘Spijt over wat hij had gedaan?’

‘Maar we kunnen niet bewijzen dat Dabney en Berkshire elkaar ooit hebben ontmoet,’ zei Decker.

‘Of ze hebben elkaar op een geheime locatie ontmoet. Misschien in dat oude huis in het bos?’

Decker zei: ‘Dus hij steelt die geheimen en verkoopt ze aan haar. Hij denkt voor tien miljoen dollar, maar in feite is het veel minder. Hij ziet niet eens dat het geld is overgemaakt. Hij weet dat dat is gebeurd, omdat zijn dochter en haar gezin nog steeds leven. Dan krijgt hij spijt, zoals je zei, vermoordt Berkshire en pleegt dan zelfmoord. Maar waarom zo open en bloot? En waarom zou Berkshire met hem willen afspreken vlak bij het Hoover Building? Dat lijkt me de laatste plaats waar ze naartoe zou willen gaan. Ik bedoel, zou ze niet hebben vermoed dat ze erin werd geluisd?’

‘Misschien niet,’ zei Bogart. ‘Ik bedoel, hij had die vrouw net geheimen verkocht. Misschien dacht ze dat hij nog meer wilde doen.’

‘Een spion die een boek in een hospice gebruikt om geheimen door te geven zodat ze een andere spion met wie ze al heel lang samenwerkt niet hoeft te ontmoeten, besluit opeens om een afspraak te maken met een andere man met wie ze waarschijnlijk nog maar één spionageklus heeft gedaan, vlak bij het hoofdkantoor van de Amerikaanse dienst die de opdracht heeft spionnen te vangen?’ Hij keek Bogart aan. ‘Dat is toch niet logisch?’

‘Niet echt,’ gaf Bogart toe. ‘Maar het is gebeurd.’

‘Nee hoor, misschien ook niet,’ antwoordde Decker.