Jules
Jules
Plotseling daagde het me. Het was een openbaring. Het ene moment was ik doodsbang en in paniek en het volgende moment niet meer, want toen wist ik het. Niet waar Lena was, maar wíé ze was. En toen kon ik haar gaan zoeken.
Ik zat in de keuken, versuft, verward. De politie was weg, terug naar de rivier om de zoektocht voort te zetten. Ze zeiden dat ik hier moest blijven, voor het geval dat. Voor het geval dat ze thuis zou komen. Blijf haar bellen, zeiden ze, laat je telefoon aanstaan. Oké, Julia? Je moet de telefoon aan laten staan. Alsof ik een klein kind was.
Ik kon het ze niet echt kwalijk nemen, want ze hadden me vragen gesteld die ik niet kon beantwoorden. Ik wist wel wanneer ik Lena voor het laatst had gezien, maar ik had geen idee wanneer ze voor het laatst thuis was geweest. Ik wist niet wat ze aanhad; ik had geen idee wat ze droeg toen ik haar voor het laatst had gezien. Ik kon de droom niet onderscheiden van de werkelijkheid; was de muziek er echt geweest of had ik me dat verbeeld? Wie had de deur afgesloten, wie had de lichten aangedaan? De rechercheurs keken me wantrouwend en teleurgesteld aan: waarom had ik haar laten gaan als ze zo ontdaan was door haar confrontatie met Louise Whittaker? Waarom was ik niet achter haar aan gegaan, had ik haar niet getroost? Ik zag hen naar elkaar kijken en denken: lekkere voogd zou deze vrouw worden.
Jij zat ook weer in mijn hoofd, me verwijtend toe te spreken. Waarom ben je niet achter haar aan gegaan, zoals ik wel bij jou heb gedaan? Waarom heb je haar niet gered, zoals ik jou heb gered? ‘Op mijn zeventiende redde ik mijn zusje van de verdrinkingsdood.’ Op je zeventiende, Nel, liep ik dankzij jou het water in en duwde je me kopje-onder. (Die eeuwige strijd, welles nietes. Ik had er geen zin meer in, ik had er genoeg van.)
En op dat moment, toen ik daas van vermoeidheid was, misselijk van de angst, zag ik iets, ik ving ergens een glimp van op. Een beweging, een schaduw, net buiten mijn gezichtsveld. Kwam het echt door mij, vroeg je, dat je het water in ging? Kwam het door jou of door Robbie? Of een combinatie van allebei?
De vloer leek naar één kant over te hellen en ik moest het aanrechtblad vastgrijpen om overeind te blijven. Een combinatie van allebei. Ik kreeg geen lucht meer, er zat een strakke band om mijn borst alsof ik een paniekaanval kreeg. Ik wachtte op het moment dat alles wit zou worden, maar dat gebeurde niet. Ik bleef staan, ik bleef ademhalen. Een combinatie. Ik rende naar de trap, vloog naar boven en naar je kamer en kijk! Die foto van jou met Lena. Die roofdierachtige glimlach van haar, die heeft ze niet van jou. Zo lach je niet. Die is van hém, van Robbie Cannon. Ik zie het weer voor me, hoe hij naar me grijnsde terwijl hij op jou lag en je schouders in het zand drukte. Dat is wie ze is, dat is wie Lena is. Ze is een combinatie van jullie allebei. Lena is van jou en van hem. Lena is Robbie Cannons dochter.