Lena
Lena
Waarom stellen volwassenen nou nooit eens de juiste vragen? De pillen. Daar gaan ze maar over door. Die stomme afslankpillen, ik was al helemaal vergeten dat ik ze had gekocht, het was zo lang geleden. En nu hebben ze het in hun hoofd gehaald dat de pillen de reden zijn en dus moest ik – samen met Julia, die mijn ‘verzorger’ is – naar het politiebureau. Daar moest ik wel om lachen. Ze is echt het tegenovergestelde van verzorgend, helemaal niet geschikt voor deze situatie.
Ze brachten me naar een kamer achter in het politiebureau, die totaal niet leek op wat we op tv voorgeschoteld krijgen; het was gewoon een kantoortje. We zaten aan een tafel en dat mens – brigadier Morgan – stelde de meeste vragen. Sean ook wel, maar lang niet zoveel.
Ik vertelde de waarheid. Ik had de pillen gekocht en betaald met mijn moeders creditcard omdat Katie dat aan me had gevraagd, en we wisten niet dat ze zo slecht voor je waren. Ik in elk geval niet, en als Katie dat wel wist, dan heeft ze me dat niet gezegd.
‘Je lijkt er niet van wakker te liggen,’ begon brigadier Morgan, ‘dat ze misschien wel hebben bijgedragen aan hoe Katie zich vlak voor haar dood moet hebben gevoeld?’
Ik beet bijna het puntje van mijn tong eraf. ‘Nee,’ antwoordde ik, ‘daar lig ik inderdaad niet wakker van. Want Katie heeft het niet vanwege die pillen gedaan.’
‘Waarom dan wel?’
Ik had kunnen weten dat ze daar meteen op in zou gaan, dus bleef ik praten. ‘Zoveel heeft ze er niet eens ingenomen. Een paar maar, niet meer dan vier of vijf, volgens mij. Tel de pillen maar na,’ zei ik tegen Sean. ‘Ik dacht dat er vijfendertig in zaten. Tel ze maar na.’
‘Dat zullen we zeker doen,’ zei hij. Toen vroeg hij: ‘Heb je die pillen ook ooit nog voor iemand anders gekocht?’ Ik schudde mijn hoofd, maar hij ging erop door. ‘Dit is erg belangrijk, Lena.’
‘Dat weet ik,’ zei ik. ‘Ik heb ze alleen die ene keer gekocht. Ik deed het voor haar. Dat was de enige keer. Echt waar.’
Hij zakte onderuit op zijn stoel. ‘Goed,’ zei hij. ‘Ik snap alleen niet waarom Katie dat soort pillen zou nemen.’ Hij keek mij aan en toen Julia, alsof zij het zou weten. ‘Ze was nou niet bepaald dik.’
‘Nou, ze was ook niet mager,’ zei ik, en Julia produceerde een vreemd geluid, een soort snuivende lach, en toen ik haar aankeek, keek ze terug alsof ze me háátte.
‘Werd dat tegen haar gezegd?’ vroeg brigadier Morgan. ‘Op school? Werden er opmerkingen over haar gewicht gemaakt?’
‘Jezus!’ Ik wist met de grootste moeite mijn woede in te houden. ‘Nee, Katie werd niet gepest. Zal ik jou eens wat vertellen? Ze noemde míj altijd magere trut. Ze lachte me uit omdat, nou ja...’ Ik schaamde me rot omdat Sean me opeens recht in de ogen keek, maar ik was nu eenmaal aan de zin begonnen en dus moest ik hem afmaken, ‘omdat ik geen tieten heb. Dus noemde ze mij magere trut en zei ik dat zij een vet varken was, maar dat méénden we helemaal niet.’
Ze snapten er niets van. Het was altijd hetzelfde. En het punt was dat ik het ook niet goed kon uitleggen. Soms snapte ik het zelf ook niet, want hoewel Katie niet dun was, zat ze daar niet mee. Ze praatte er nooit over, niet zoals andere meisjes. Ik heb nooit hoeven lijnen, maar Amy en Ellie en Tanya wel. Die zaten altijd calorieën te tellen en hielden zich bezig met vasten en ontslakken en noem maar op. Maar Katie kon het niet schelen, die vond het fíjn dat ze tieten had. Ze was tevreden met haar lijf, vroeger in elk geval wel. En toen opeens – ik weet niet eens hoe of wat – kreeg ze het na een stomme opmerking op Instagram of idioot commentaar van een of andere randdebiel op school op haar heupen. Toen vroeg ze me om die pillen. Maar tegen de tijd dat ik ze binnenkreeg, scheen ze er alweer overheen te zijn en zei ze dat die dingen toch niet werkten.
Ik dacht dat het gesprek voorbij was, dat ik het duidelijk had gemaakt, maar toen sloeg brigadier Morgan een heel andere richting in en vroeg ze me naar de dag dat Louise langs was gekomen, toen Katie nog maar net was overleden. Ik zei: ja, natúúrlijk kan ik me die dag nog herinneren, het was een van de rotste dagen die ik ooit heb meegemaakt. Ik raak nog steeds van streek als ik eraan denk.
‘Het was echt vreselijk,’ zei ik, ‘hoe erg Louise eraan toe was.’
Ze knikte en vroeg toen, oprecht en zeer bezorgd: ‘Toen Louise tegen je moeder zei dat ze “zou doorgaan totdat Nel had geboet voor wat ze had gedaan”, hoe vond je dat? Wat zou ze daarmee hebben bedoeld?’
Ik ging uit mijn plaat. ‘Daar bedoelde ze helemaal níéts mee, achterlijk kutwijf.’
‘Lena!’ Sean wierp me een kwade blik toe. ‘Gedraag je een beetje.’
‘Sorry hoor, maar Louises dochter was verdomme net overleden, ze raaskalde maar wat. Ze was volledig gestóórd.’
Ik wilde eigenlijk weggaan, maar Sean vroeg of ik wilde blijven. ‘Dat hoeft toch niet? Ik ben toch niet gearresteerd of zo?’
‘Nee, Lena, natuurlijk niet,’ zei hij.
Ik richtte me tot hem, omdat hij het zou begrijpen. ‘Louise meende het niet. Ze was hysterisch. Doorgedraaid. Dat weet jij toch ook nog wel? Hoe ze was? Natuurlijk zei ze van alles en nog wat, dat deden we allemaal, we waren allemaal een beetje van het padje toen Katie stierf. Maar jezus, Louise heeft mijn moeder niets aangedaan. Had ze toen een pistool of mes bij zich gehad, dan waarschijnlijk wel. Maar dat had ze dus niet.’
Ik had graag de volledige waarheid verteld, echt waar. Niet tegen die vrouwelijke rechercheur, en ook niet tegen Julia, maar wel tegen Sean. Maar dat kon ik niet. Het zou verraad zijn, en na alles wat ik had gedaan, kon ik niet ook nog eens Katies vertrouwen schenden. Dus zei ik niet meer dan ik kon. ‘Louise heeft mijn moeder niets aangedaan, oké? Echt niet. Mijn moeder heeft het zelf gedaan.’
Ik stond op, maar brigadier Morgan was nog niet klaar met mij. Ze keek me met een eigenaardige blik in haar ogen aan, alsof ze geen woord geloofde van wat ik zojuist had gezegd, en zei toen: ‘Weet je wat ik nou zo raar vind, Lena? Je lijkt totaal niet geïnteresseerd te zijn in waarom Katie het heeft gedaan, en waarom je moeder het heeft gedaan. Als mensen zelfmoord plegen, wil iedereen altijd weten waarom ze dat deden. Waarom maakten ze er een eind aan, terwijl ze zo’n fijn leven hadden? Maar jij niet. En de enige reden daarvoor, de enige reden die ik tenminste kan bedenken, is dat jij weet waarom.’
Sean pakte me bij de arm en leidde me de kamer uit voordat ik daarop kon ingaan.