69

ornament.jpg

‘Waarom speel je spelletjes met hem?’

‘Wat voor spelletjes?’ vroeg Nicole.

‘Wat voor spélletjes?’

Ze was bezig een groen zijden tanktopje aan te trekken, zonder beha, en liet het even boven haar borsten zweven voordat ze die bedekte en Perry haar rug toekeerde.

Haar rug was inderdaad zo roomblank als hij zich had voorgesteld met zijn ogen dicht, terwijl zijn handen eroverheen gleden, maar hij kromp ineen en wendde zijn hoofd af toen hij besefte aan wie ze hem deed denken: Mary. In haar baljurk met de laag uitgesneden rug. Langzaam dansend op een suf nummer, terwijl ze tegen hem fluisterde hoe verliefd ze op hem was. Zijn hand op de zachte, blote huid tussen haar schouderbladen.

Nicole kwam naar hem toe in het tanktopje en verder niets, en ging naast hem op bed zitten. Haar hand streelde zijn borst, zijn hals, aarzelde daar even, en ging toen naar zijn wang en zijn ogen. Ze drukte zachtjes zijn oogleden dicht en boog zich naar hem toe om ze te kussen.

Perry voelde haar statische, zijdezachte blonde haar tegen zijn gezicht en haar adem (Drop en Mountain Dew) bij zijn oor. Ze liet haar hand langs zijn zij glijden, naar zijn heup. Haar mond ging naar zijn adamsappel, die ze eerst likte en kuste, en er toen zo hard in beet dat Perry ineenkromp. Nicole richtte zich lachend op.

Hij opende zijn ogen. ‘Je hebt nog geen antwoord gegeven op mijn vraag,’ zei hij.

‘Nee,’ zei Nicole. ‘Jij niet op de mijne.’

Perry legde een hand over zijn ogen, zodat hij niet langer naar de subtiele welving van haar borst onder het zijden topje hoefde te kijken, of naar haar koele schouderblad en de onwaarschijnlijk perfecte huid van haar bovenarm. Als hij zijn blik liet zakken, zou hij de volmaakte gouden driehoek tussen haar benen hebben gevonden. Wie was hij, om dit met haar te doen? En wie was zíj?

Met zijn hand over zijn ogen zei hij: ‘Craig denkt dat je nog maagd bent, Nicole. En christelijk. Een soort onbedorven melkmeisje.’

‘Hij vindt jou een geweldige huisgenoot, een echte padvinder. En hij denkt dat jij óók nog maagd bent.’

‘Ja, ik ben een klootzak, dat weet ik wel. Een waardeloze vriend. Een waardeloze huisgenoot. Maar hij tolereert me. Hij denkt dat hij met jou gaat tróúwen. Hij denkt dat jij de toekomstige moeder van zijn kinderen bent. Een echte engel. Hij denkt dat het zijn plicht is jouw onschuld te bewaken in deze smerige wereld.’

Nicole lachte weer en zei: ‘Nou, dan speelt híj dus een spelletje, zou ik zeggen.’

Perry wachtte tot ze verder zou gaan. Maar dat deed ze niet, dus ten slotte vroeg hij: ‘Wat bedoel je?’

‘Nou, waarom wil hij al die dingen geloven? En áls hij dat wil geloven, wat is er dan tegen?’

‘Het is niet waar!’

‘Maar dat interesseert hem niet. Hij zal nooit zo’n meisje vinden als hij denkt dat ik ben.’

‘Dus jij hebt gewoon uitgevonden wat voor meisje Craig wil, en nu speel jij die rol?’

‘Dat doet toch iedereen?’

‘Wat? Nee!’

‘Nee? En dat gedoe tussen jou en Mary dan? Met die ring die jullie elkaar hadden gegeven? Volgens mij had jij haar spelletje heel goed door en heb je het een tijd leuk meegespeeld.’

Perry ging rechtop zitten en wreef over zijn adamsappel, waar ze hem gebeten had. Het voelde vochtig aan, en toen hij naar zijn vingers keek, zag hij tot zijn verbazing een druppel bloed. ‘Waar heb je het over?’ vroeg hij. ‘Mary had míjn spelletje door, zo zat het.’

‘Nee, hoor.’ Nicole glimlachte hoofdschuddend. ‘Jij wist dat ze voor een padvinder viel. Een jongen uit een kleine stad, die ooit een goede vader zou zijn. Een jongen die bij de grasmaaierzaak van Edwards & Son in Bad Axe zou gaan werken en in het weekend aan zijn minivan zou knutselen. Al die ambitie van je – een beurs, goede cijfers, en zo – was alleen om een mooi huisje voor haar te kunnen kopen aan de rand van de stad, en een verlovingsring, een jaar of twee na je eindexamen. Dan konden jullie aan baby’s gaan denken. Dat spelletje kwam jou toch heel goed uit? Drie jaar lang heb je de liefste meid van Bad Axe High gehad, voordat je haar dumpte. Heb je haar ooit het echte verhaal verteld: dat je van plan was naar een elitaire universiteit te gaan, misschien wel een vak te kiezen als filosofie? Nog tien jaar studeren en daarna een paar jaar backpacken door Europa? Jezus Christus. Die arme Mary moet ’s nachts nog steeds wakker liggen om zich af te vragen wat er in godsnaam is misgegaan – wie die jongen was met wie ze al die tijd een relatie heeft gehad.’

Perry voelde zijn hart bonzen, niet alleen in zijn borst, maar ook in zijn keel, kloppend tegen zijn adamsappel. Het bloed pompte door zijn polsen, zijn benen, zijn slapen. Hij stond al naast het bed voordat hij wist dat hij overeind gekomen was, en keek neer op Nicole, die naar hem opkeek met dat verrekte lachje van haar. Hij wilde iets verschrikkelijks tegen haar zeggen, iets wat haar leven zou veranderen, iets wat haar de stuipen op het lijf zou jagen, maar hij kon het niet. Dat zou hij nooit doen. Nu hij haar zag opkijken met die glimlach om haar mond, verdween zelfs zijn opwelling om haar te kwetsen.

Jezus. Geen wonder dat Craig zo’n lul was, en hij zo’n zak – zo’n leugenachtige, verraderlijke klootzak.

Ze was zó mooi: Plato’s ideaal, wist hij nu uit zijn filosofiecolleges. Dat was ze altijd al geweest, maar nu zag hij het pas echt, hoewel hij wist dat het niet was wat het leek.

Ze hield haar hoofd een beetje schuin, heel lief, als een mus of een kitten, met die belachelijke meisjeslach. Opeens moest Perry denken aan haar schoolfoto uit groep vier. Vlechtjes en geen voortanden. Bevroren in zwart-wit, met een kanten kraag en een zilveren kruisje. En hij herinnerde zich glashelder dat hij achter haar had gezeten in groep zes, de klas van meester Garrison. Ze hadden het over sanitair, en Nicole stak haar hand op en vroeg aan meester Garrison: ‘Wat gebeurt er eigenlijk met poep nadat die door de wc is gespoeld?’ Alle andere kinderen, vooral de jongens, lagen dubbel toen ze het woord ‘poep’ hoorden uit dat mooie kleine mondje van Nicole Werner, die zich geschrokken naar Perry omdraaide, met twee blosjes op haar wangen en hem recht aankeek, alsof ze hulp bij hem zocht. Perry was opgelucht dat hij te traag had gereageerd om met de anderen mee te lachen. Nu kon hij haar in de ogen kijken en zijn schouders ophalen alsof hij wilde zeggen: God mag weten waarom die idioten nu weer lachen. Trek je er niets van aan.

Nu keek hij naar haar, zoals ze halfnaakt op zijn bed lag, met het bandje van haar zijden topje weggegleden over haar mooie, vrouwelijke schouder. Perry kon geen woord over zijn lippen krijgen, maar aan haar gezicht zag hij dat zijn ogen haar vroegen: was ik dat echt? Dacht Mary echt dat ik zo was? Heb ik zo’n spelletje gespeeld? Hoe weet jij dat, als ik het zelf niet eens wist?

In plaats van te antwoorden, stond ze op, pakte haar jeans van de grond en trok hem aan. Perry keek toe en herinnerde zich die dag, nog maar een paar maanden geleden, toen hij haar op de treden van Godwin Hall had zien staan in dat wijde sweatshirt, verdrietig en vol heimwee, en hoe ze huilend haar hoofd tegen zijn schouder had gelegd, met haar mond hulpeloos geopend, zonder dat ze een woord kon uitbrengen. Was ze echt verdrietig geweest? Had ze echt heimwee gehad? Of was dat ook een test geweest?

Nu legde Nicole haar armen aan weerszijden van zijn gezicht, kuste hem (een snelle, lieve, aseksuele afscheidskus) en zei: ‘Hé, het geeft niet. We komen uit hetzelfde nest, Perry. Ik ken jou, en jij kent mij. Ik zie je nog, oké?’

Het Ontwaken
9789049953218.html
9789049953218-1.html
9789049953218-2.html
9789049953218-3.html
9789049953218-4.html
9789049953218-5.html
9789049953218-6.html
9789049953218-7.html
9789049953218-8.html
9789049953218-9.html
9789049953218-10.html
9789049953218-11.html
9789049953218-12.html
9789049953218-13.html
9789049953218-14.html
9789049953218-15.html
9789049953218-16.html
9789049953218-17.html
9789049953218-18.html
9789049953218-19.html
9789049953218-20.html
9789049953218-21.html
9789049953218-22.html
9789049953218-23.html
9789049953218-24.html
9789049953218-25.html
9789049953218-26.html
9789049953218-27.html
9789049953218-28.html
9789049953218-29.html
9789049953218-30.html
9789049953218-31.html
9789049953218-32.html
9789049953218-33.html
9789049953218-34.html
9789049953218-35.html
9789049953218-36.html
9789049953218-37.html
9789049953218-38.html
9789049953218-39.html
9789049953218-40.html
9789049953218-41.html
9789049953218-42.html
9789049953218-43.html
9789049953218-44.html
9789049953218-45.html
9789049953218-46.html
9789049953218-47.html
9789049953218-48.html
9789049953218-49.html
9789049953218-50.html
9789049953218-51.html
9789049953218-52.html
9789049953218-53.html
9789049953218-54.html
9789049953218-55.html
9789049953218-56.html
9789049953218-57.html
9789049953218-58.html
9789049953218-59.html
9789049953218-60.html
9789049953218-61.html
9789049953218-62.html
9789049953218-63.html
9789049953218-64.html
9789049953218-65.html
9789049953218-66.html
9789049953218-67.html
9789049953218-68.html
9789049953218-69.html
9789049953218-70.html
9789049953218-71.html
9789049953218-72.html
9789049953218-73.html
9789049953218-74.html
9789049953218-75.html
9789049953218-76.html
9789049953218-77.html
9789049953218-78.html
9789049953218-79.html
9789049953218-80.html
9789049953218-81.html
9789049953218-82.html
9789049953218-83.html
9789049953218-84.html
9789049953218-85.html
9789049953218-86.html
9789049953218-87.html
9789049953218-88.html
9789049953218-89.html
9789049953218-90.html
9789049953218-91.html
9789049953218-92.html
9789049953218-93.html
9789049953218-94.html
9789049953218-95.html
9789049953218-96.html
9789049953218-97.html
9789049953218-98.html
9789049953218-99.html
9789049953218-100.html
9789049953218-101.html
9789049953218-102.html
9789049953218-103.html
9789049953218-104.html
9789049953218-105.html
9789049953218-106.html
9789049953218-107.html
9789049953218-108.html
9789049953218-109.html
9789049953218-110.html
9789049953218-111.html
9789049953218-112.html
9789049953218-113.html
9789049953218-114.html
9789049953218-115.html
9789049953218-116.html
9789049953218-117.html
9789049953218-118.html
9789049953218-119.html