39

ornament.jpg

Door al die jaren in een academische omgeving was Shelly’s eerste gedachte: het is geen dode metafoor.

Haar bloed stolde werkelijk in haar aderen. De temperatuur ervan zakte zeker twintig graden toen ze Josie in de deuropening zag staan en besefte dat het meisje nog nooit excuses had gemaakt voor iets wat er op kantoor verkeerd was gegaan. Dit moest dus ernstig zijn. Heel ernstig.

Josie slikte. Shelly zag het aan de spieren van haar hals en hoorde vaag het speeksel door Josies keel spoelen, terwijl ze zelf een droge mond kreeg.

‘Wat?’ vroeg Shelly, en ze kromde haar tenen in haar suède laarzen. ‘Wat is er dan?’

‘O, god, Shelly, je zult echt woest op me zijn.’ Het meisje stond te jammeren, maar vreemd genoeg klonk het ook of ze een uit haar hoofd geleerd verhaaltje opzegde. Zonder het te beseffen was Shelly overeind gekomen en had een stap terug gedaan, alsof ze wat meer ruimte wilde scheppen tussen hen. ‘En dat kan ik je niet kwalijk nemen. Maar... Goed. Herinner je je nog die foto’s die ik heb gemaakt? Met mijn mobiel? Je weet wel, toen we...’

Shelly stak geschrokken een hand op om Josie te weerhouden.

Néé, zei die hand. Zeg het niet. Je hoeft me er niet aan te herinneren. Natuurlijk weet ik dat nog!

Ze hadden samen in Shelly’s bed gelegen, bloot tegen elkaar aan, met het laken en de deken verfrommeld op de vloer. Josie kuste Shelly’s hals en haar Cover Girl-lippenstift liet vegen na op Shelly’s keel (wat Shelly later pas merkte, toen ze in de badkamer in de spiegel keek en eerst dacht dat ze bloedde). Ze hadden rode wijn gedronken en een half glas gemorst. Een grote vlek in het onderlaken getuigde ervan. Shelly was een beetje dronken geweest en Josie nog meer, zo leek het. Ze had veel te hard gegiecheld om een onnozel grapje van Shelly toen ze de heupen van het meisje likte. ‘Waar zijn je heupjes voor? Om je beentjes aan vast te gespen.’ Gierend van de lach was ze uit bed gesprongen. ‘God, hou op, Shelly! Anders plas ik nog in bed!’ Naarmate Josie meer dronk, raakte ze haar bekakte accent kwijt en klonk ze steeds duidelijker als een meisje van het platteland.

Josie was naar de badkamer verdwenen en even later wankelend teruggekomen met haar mobiel. Ze had zich naast Shelly in bed genesteld en de telefoon op armlengte gehouden. Toen schoof ze omlaag en groef haar scherpe kleine tandjes in Shelly’s tepel, terwijl ze op hetzelfde moment afdrukte, giechelend.

‘Wat doe je nou?’ vroeg Shelly.

Natuurlijk wist ze dat je foto’s kon maken met een mobiel. Haar eigen telefoon had ook een camera, hoewel ze die nooit had leren gebruiken. Toch duurde het nog even voordat ze besefte dat Josie foto’s lag te nemen. In die paar seconden had het meisje het ene na het andere kiekje gemaakt. Ze klom boven op Shelly, liet zich wijdbeens over haar heupen zakken, duwde haar kruis heerlijk warm en vochtig tegen dat van Shelly, en strekte weer haar arm om hen in bed te fotograferen – lachend, spiernaakt en ongetwijfeld heel pornografisch, van een afstandje. Daarna was Josie weer tegen haar aan gekropen om Shelly de foto te laten zien.

Haar adem stokte.

Ze zag zichzelf op het kleine scherm: een fitte, roomblanke vrouw van middelbare leeftijd, met een donkerharige fee in haar armen. Ze was verloren, compleet verloren, en dat wist ze, op hetzelfde moment dat ze de telefoon aanpakte en een foto maakte van Josie op haar rug, met slaapkamerogen, een hand onder haar borst gelegd, en nog een plaatje van Josies donkere haar dat over Shelly’s heupen lag gespreid terwijl het meisje haar clit likte. Daarna maakte Josie een foto van Shelly zittend tegen het hoofdeinde van het bed, met haar benen wijd en Josies hand – spannend herkenbaar aan de kleine gouden ring met de robijn – ertussen. Haar glinsterende wijsvinger verdween tussen Shelly’s dijen, terwijl Shelly een verzaligd gezicht trok, met haar lippen in een subtiel ‘Ohhh...’ en haar ogen halfgesloten in de extase van dat ene, bruisende moment, perfect gevangen door de camera en voor eeuwig met een punaise vastgeprikt op het weefsel van de tijd.

Als er ooit iets was geweest wat Shelly een groter gevoel van opwinding had bezorgd, een sterker besef dat ze lééfde, kon ze zich dat niet herinneren.

Maar nu Josie voor haar stond, in het kantoor van het Kamermuziekgenootschap, met haar ene, halfnaakte schouder verontschuldigend opgetrokken, wist Shelly wat het was geweest: pure waanzin. De ondergang van haar kleine, zorgvuldig opgebouwde leventje.

O, wat zouden ze ervan genieten! Na al die mannelijke professoren die aan de schandpaal waren genageld wegens hun escapades met studentes, zou het een geweldige voldoening en bevestiging zijn om eindelijk een lesbo van de universiteit te kunnen jagen.

‘Ik...’ zei Josie, ‘ik wilde de foto’s naar je mailen. Ik dacht...’ Shelly kreunde, met haar ogen stijf dichtgeknepen. ‘Ze stonden op mijn computer. Maar mijn huisgenote zag ze en heeft ze blijkbaar aan het bestuur van Omega Theta Tau gemaild.’

‘O, Josie! O, god. Hoe kón...’

Josie stak haar kin defensief naar voren en schudde haar hoofd, zodat de parelhangers in haar oren tegen haar donkere haren dansten. ‘Nou, Shelly,’ zei ze pruilend, ‘ik ben ook best benauwd, hoor. Ik bedoel, ik zal ze niet vertellen wie er op die foto’s staat, met wie ik... bén. Maar er zal wel iets in de statuten staan. Als ik het niet zeg, en zij denken dat je een professor bent, of mijn baas of zoiets...’

Shelly begroef haar hoofd in haar handen, liep terug naar haar bureau en liet zich op haar stoel vallen. Na een paar seconden mompelde ze in haar handen: ‘Alsjeblieft, laat me een paar minuten nadenken. Alleen. Toe, ga even weg...’

‘Goed hoor.’

Ze zei het zo opgewekt dat Shelly opkeek en tot haar schrik vaststelde dat Josie nog altijd tegen de deurpost geleund stond en vrolijk tegen haar lachte, schijnbaar vanaf grote hoogte.

Het Ontwaken
9789049953218.html
9789049953218-1.html
9789049953218-2.html
9789049953218-3.html
9789049953218-4.html
9789049953218-5.html
9789049953218-6.html
9789049953218-7.html
9789049953218-8.html
9789049953218-9.html
9789049953218-10.html
9789049953218-11.html
9789049953218-12.html
9789049953218-13.html
9789049953218-14.html
9789049953218-15.html
9789049953218-16.html
9789049953218-17.html
9789049953218-18.html
9789049953218-19.html
9789049953218-20.html
9789049953218-21.html
9789049953218-22.html
9789049953218-23.html
9789049953218-24.html
9789049953218-25.html
9789049953218-26.html
9789049953218-27.html
9789049953218-28.html
9789049953218-29.html
9789049953218-30.html
9789049953218-31.html
9789049953218-32.html
9789049953218-33.html
9789049953218-34.html
9789049953218-35.html
9789049953218-36.html
9789049953218-37.html
9789049953218-38.html
9789049953218-39.html
9789049953218-40.html
9789049953218-41.html
9789049953218-42.html
9789049953218-43.html
9789049953218-44.html
9789049953218-45.html
9789049953218-46.html
9789049953218-47.html
9789049953218-48.html
9789049953218-49.html
9789049953218-50.html
9789049953218-51.html
9789049953218-52.html
9789049953218-53.html
9789049953218-54.html
9789049953218-55.html
9789049953218-56.html
9789049953218-57.html
9789049953218-58.html
9789049953218-59.html
9789049953218-60.html
9789049953218-61.html
9789049953218-62.html
9789049953218-63.html
9789049953218-64.html
9789049953218-65.html
9789049953218-66.html
9789049953218-67.html
9789049953218-68.html
9789049953218-69.html
9789049953218-70.html
9789049953218-71.html
9789049953218-72.html
9789049953218-73.html
9789049953218-74.html
9789049953218-75.html
9789049953218-76.html
9789049953218-77.html
9789049953218-78.html
9789049953218-79.html
9789049953218-80.html
9789049953218-81.html
9789049953218-82.html
9789049953218-83.html
9789049953218-84.html
9789049953218-85.html
9789049953218-86.html
9789049953218-87.html
9789049953218-88.html
9789049953218-89.html
9789049953218-90.html
9789049953218-91.html
9789049953218-92.html
9789049953218-93.html
9789049953218-94.html
9789049953218-95.html
9789049953218-96.html
9789049953218-97.html
9789049953218-98.html
9789049953218-99.html
9789049953218-100.html
9789049953218-101.html
9789049953218-102.html
9789049953218-103.html
9789049953218-104.html
9789049953218-105.html
9789049953218-106.html
9789049953218-107.html
9789049953218-108.html
9789049953218-109.html
9789049953218-110.html
9789049953218-111.html
9789049953218-112.html
9789049953218-113.html
9789049953218-114.html
9789049953218-115.html
9789049953218-116.html
9789049953218-117.html
9789049953218-118.html
9789049953218-119.html