105

ornament.jpg

De campus lag er verlaten bij. De stoepen waren glibberig en eenzaam. De zon die boven de horizon uit kwam veranderde de maagdelijke sneeuw – hoge bergen en dikke dekens – in een verblindend maanlandschap. Een ideale campus voor geesten, dacht Mira. Voor al die onzichtbare, verdwenen zielen. Niemand zou haar door deze sneeuw zien sjokken, omdat er geen getuigen waren. De studenten lagen nog te slapen. Ze dacht aan Perry, dromend in zijn bed, en stelde zich voor hoe zijn ogen snel heen en weer zouden schieten achter zijn oogleden, in een koortsige dans die niets anders was dan totale rust.

Het viel niet mee om door deze dikke sneeuw te waden. Mira kon zich niet herinneren dat het in november ooit zo hevig had gesneeuwd, niet in alle jaren dat ze hier woonde. Gelukkig had ze leren laarzen met platte hakken aangetrokken. Ze waren niet warm en hadden weinig profiel, maar ze hielpen haar door de sneeuw op de stoep en de prut in de straten heen. Veel auto’s en trucks waren er niet voorbijgekomen, want ze kon hun bandensporen nog herkennen. Op dit moment was alles weer stil. Op de hoek aangekomen, wachtte ze niet tot het voetgangerslicht op groen sprong.

‘Professor Polson,’ zei de man, en hij stond op toen ze het kantoor van rector Fleming binnenkwam. Ze had hem nooit persoonlijk ontmoet, maar ze kende hem van de foto op de website van de universiteit als ze op ‘Home’ klikte, naast het gouden zegel met de jaartallen en het Latijnse motto onder de naam. Utraque Unum: ‘Beide en één’.

‘Voorzitter Yancey,’ groette Mira terug.

De rector stond in een hoek, alsof hij straf had. Hij ontweek Mira’s blik.

‘Gaat u zitten, professor Polson,’ zei de voorzitter, wijzend naar de stoel tegenover hem. Hij had een vel papier in zijn hand. ‘Dit is een ernstige zaak. Bijzonder ernstig. Er zijn zware beschuldigingen tegen u ingebracht door uw studenten...’

Ze liet zich tegenover hem in de stoel zakken. Hij gaf haar het vel papier dat hij in zijn hand had, en ze wierp er een blik op voordat ze het gevoel kreeg dat ze ging flauwvallen. Ze herkende een paar namen, met handtekeningen ernaast: Karess Flanagan, Brett Barber, Michael Curley, Jim Bouwers.

‘Maar het grootste nieuws van de dag,’ vervolgde voorzitter Yancey met een kort maar hysterisch lachje, ‘is dat een van uw studenten is gedood. Neergeschoten. Na een inbraak in het huis van Omega Theta Tau...’

Mira had moeite het zo snel te volgen en merkte dat ze met haar armen zwaaide terwijl ze overeind sprong. ‘Wie?’ riep ze.

‘Ga zitten,’ zei de voorzitter, wijzend naar de stoel waaruit ze was opgestaan. ‘Ga zitten, professor. Ik neem aan dat u binnenkort van de politie zult horen, maar nu vraag ik u alvast uw kantoor te ontruimen. En ik wil van u weten, in alle details, waarom die student van u, Perry Edwards, met wie u zo nauw samenwerkte, om drie uur ’s nachts in dat meisjeshuis heeft ingebroken en een doodsbange jongedame met een wapen tegen het lijf liep.’

‘O, god.’ Mira liet zich weer in haar stoel vallen.

‘Zegt u dat wel,’ beaamde voorzitter Yancey. ‘Hebt u godverdomme enig idee wat dit betekent voor deze universiteit, professor Polson?’

Het Ontwaken
9789049953218.html
9789049953218-1.html
9789049953218-2.html
9789049953218-3.html
9789049953218-4.html
9789049953218-5.html
9789049953218-6.html
9789049953218-7.html
9789049953218-8.html
9789049953218-9.html
9789049953218-10.html
9789049953218-11.html
9789049953218-12.html
9789049953218-13.html
9789049953218-14.html
9789049953218-15.html
9789049953218-16.html
9789049953218-17.html
9789049953218-18.html
9789049953218-19.html
9789049953218-20.html
9789049953218-21.html
9789049953218-22.html
9789049953218-23.html
9789049953218-24.html
9789049953218-25.html
9789049953218-26.html
9789049953218-27.html
9789049953218-28.html
9789049953218-29.html
9789049953218-30.html
9789049953218-31.html
9789049953218-32.html
9789049953218-33.html
9789049953218-34.html
9789049953218-35.html
9789049953218-36.html
9789049953218-37.html
9789049953218-38.html
9789049953218-39.html
9789049953218-40.html
9789049953218-41.html
9789049953218-42.html
9789049953218-43.html
9789049953218-44.html
9789049953218-45.html
9789049953218-46.html
9789049953218-47.html
9789049953218-48.html
9789049953218-49.html
9789049953218-50.html
9789049953218-51.html
9789049953218-52.html
9789049953218-53.html
9789049953218-54.html
9789049953218-55.html
9789049953218-56.html
9789049953218-57.html
9789049953218-58.html
9789049953218-59.html
9789049953218-60.html
9789049953218-61.html
9789049953218-62.html
9789049953218-63.html
9789049953218-64.html
9789049953218-65.html
9789049953218-66.html
9789049953218-67.html
9789049953218-68.html
9789049953218-69.html
9789049953218-70.html
9789049953218-71.html
9789049953218-72.html
9789049953218-73.html
9789049953218-74.html
9789049953218-75.html
9789049953218-76.html
9789049953218-77.html
9789049953218-78.html
9789049953218-79.html
9789049953218-80.html
9789049953218-81.html
9789049953218-82.html
9789049953218-83.html
9789049953218-84.html
9789049953218-85.html
9789049953218-86.html
9789049953218-87.html
9789049953218-88.html
9789049953218-89.html
9789049953218-90.html
9789049953218-91.html
9789049953218-92.html
9789049953218-93.html
9789049953218-94.html
9789049953218-95.html
9789049953218-96.html
9789049953218-97.html
9789049953218-98.html
9789049953218-99.html
9789049953218-100.html
9789049953218-101.html
9789049953218-102.html
9789049953218-103.html
9789049953218-104.html
9789049953218-105.html
9789049953218-106.html
9789049953218-107.html
9789049953218-108.html
9789049953218-109.html
9789049953218-110.html
9789049953218-111.html
9789049953218-112.html
9789049953218-113.html
9789049953218-114.html
9789049953218-115.html
9789049953218-116.html
9789049953218-117.html
9789049953218-118.html
9789049953218-119.html