54

ornament.jpg

De uitdrukking op Josies gezicht, toen ze bij de balie van Starbucks stond (met haar slanke vingers om een witte papieren beker gevouwen, net op het punt zich om te draaien), deed Shelly verstijven op de drempel. Ze had de deur nog in haar ene hand, haar schoudertas in de andere, tegen haar heup geklemd. Een kille wind waaide om haar enkels en het leek of, behalve Josie, iedereen in de koffieshop zich naar haar omdraaide om te zien waar die kou vandaan kwam en nijdig zat te wachten totdat ze eindelijk de deur dichtdeed.

Wanneer was het zo koud geworden? Shelly was helemaal van huis hierheen gelopen in een dunne jurk. Was die nattigheid in haar nek soms smeltende sneeuw?

Een vrouw met een kinderwagen wrong zich langs haar heen. Toen ze eindelijk binnen was, met haar baby, de wagen en haar luiertas, draaide ze zich om en knikte naar de deur. ‘Doe die maar dicht,’ zei ze. Haar stem klonk zo aardig dat Shelly de vrouw aankeek en probeerde het te begrijpen – niet wát ze zei, maar de manier waarop. ‘De deur,’ zei de vrouw, en ze knikte er nog eens naar. ‘Het is koud geworden, buiten.’

Shelly stapte naar binnen en liet de deur achter zich dichtvallen. Josie was naar de andere kant van de zaak gevlucht, drukte een dekseltje op haar beker en keek schichtig om zich heen. Ondanks de waarschuwing van het universiteitsbestuur kwam Shelly toch op haar toe, opende haar mond en zei de naam van het meisje zo luid dat andere mensen zich vanaf hun tafeltjes naar hen omdraaiden.

Josie deinsde terug, maar daar had Shelly op gerekend. Ze stak een hand uit, greep Josies tengere arm (bloot, ondanks de kou; Josie droeg verschoten jeans met gaten op de knieën en een kort, zwartzijden topje met een kasjmier sweater losjes om haar middel gewikkeld, als een toevallige ingeving) en liet haar niet meer los.

‘Toe,’ zei Shelly.

Josie rukte haar arm los, keek wanhopig om zich heen en mompelde: ‘Wat wil je?’

‘Ik moet met je praten.’

‘Je mag me niet lastigvallen.’

‘Ik val je niet lastig. Alsjeblieft, Josie, ik laat je heus wel met rust, dat zweer ik. Ik zal je niet...’ – Josie deed een stap terug, alsof ze wachtte op het woord ‘aanraken’ – ‘maar ik moet met je praten. Alsjeblieft.’

‘Nee.’ Josie schudde nadrukkelijk haar hoofd, maar scheen toch te aarzelen. Even leek ze na te denken, toen knikte ze, tot Shelly’s grote opluchting en verbazing. ‘Oké,’ zei ze, eerder geërgerd dan onwillig of bang. ‘Oké, oké,’ herhaalde ze, alsof ze zich gewonnen gaf. Ze wees met haar kin naar een vrij tafeltje achterin. Shelly volgde haar.

Josie schoof achter het tafeltje, legde haar ene been over het andere en sloeg haar armen over elkaar. Shelly liet zich met een klap op de harde houten stoel tegenover haar vallen en probeerde rechtop te blijven zitten. (Dat had haar ex-man haar altijd verweten: ‘Jij zít niet op een stoel, Shelly, jij hángt erin.’)

Josie keek haar strak aan en boog zich naar voren, met haar handen op het tafeltje gevouwen. Shelly had een pijnlijke stilte verwacht, maar het meisje viel met de deur in huis. ‘Hoor eens, je bent natuurlijk woedend op me, maar het is echt niet mijn schuld. Ik kan het ook niet helpen dat wij een... verhouding hebben gekregen. Misschien had ik beter op die foto’s moeten passen, maar jij bent de oudste van ons twee, jij bent de autoriteit. Dus had jij...’ Josie scheen naar een woord te zoeken dat ze uit haar hoofd had geleerd maar nu even kwijt was. In plaats daarvan hield ze een verhaal over de relatie tussen docenten en studenten, dat ze ook van tevoren had gerepeteerd en niet erg overtuigend wist te brengen. Voor het eerst begon Shelly zich af te vragen of de hele affaire soms komedie was geweest.

Ze boog zich nu ook naar voren, pakte Josies pols om haar het zwijgen op te leggen en vroeg: ‘Waarom?’

‘Waarom wát?’ zei Josie, een beetje geschrokken dat haar monoloog was onderbroken.

‘Wat steekt hierachter?’

‘Dat probeer ik je juist uit te leggen,’ zei Josie. ‘Er bestaan bepaalde perimeters in de relatie tussen studenten en docenten aan een universiteit...’

‘Parameters?’ opperde Shelly.

‘Wat dan ook,’ zei Josie. ‘Maar als jouw werkstudente...’

‘Waarom ik?’ interrumpeerde Shelly haar weer. ‘Was dit een soort ontgroening?’

Josie lachte niet. Ze knipperde niet eens met haar ogen. Ze keek Shelly zo lang en doordringend aan dat Shelly het antwoord op haar vraag al wist. Ten slotte zei ze: ‘Omega Theta Tau doet niet aan ontgroening, dat heb ik je al gezegd.’

‘En je ondergoed dan?’ zei Shelly.

‘Waar heb je het over?’

‘Je vertelde me dat je een maand lang dezelfde onderbroek moest dragen, en...’

‘O, dát.’ Josie maakte een gebaar met haar hand alsof ze een lastig insect wegsloeg. ‘Dat is geen ontgroening.’

‘Nou, dit misschien ook niet.’

‘Wat bedoel je met “dit”?’ Josie schetste aanhalingstekens in de lucht, aan weerszijden van haar gezicht.

‘Dat weet je heel goed,’ zei Shelly. Haar stem klonk toonloos, zelfs in haar eigen oren. ‘Een affaire. Met een vrouw. En foto’s. Als bewijs. Om iemand in problemen te brengen. Iemand te laten ontslaan.’

‘Welnee! Dat zou het bestuur van de corpora nooit tolereren.’

‘Onzin,’ zei Shelly. Ze merkte dat ze zat te beven, maar toch klonk er geen enkele emotie in haar woorden, alsof ze een tekst opdreunde die ze al honderd keer had gelezen. ‘Ik heb zelf ook bij een dispuut gezeten, Josie. Wij deden precies dezelfde dingen, omdat we heel goed wisten dat we nooit zouden worden geroyeerd door het bestuur van de corpora. Als ze erachter waren gekomen, zouden ze hebben geprobeerd de zaak in de doofpot te stoppen. Dat weten jullie ook. Misschien dat buitenstaanders zich door die praatjes om de tuin laten leiden, maar ik niet.’

‘Je kunt niets bewijzen,’ zei Josie, terwijl ze zelfvoldaan haar armen over elkaar sloeg en naar achteren leunde op haar stoel.

Shelly wist dat ze gelijk had.

Het Ontwaken
9789049953218.html
9789049953218-1.html
9789049953218-2.html
9789049953218-3.html
9789049953218-4.html
9789049953218-5.html
9789049953218-6.html
9789049953218-7.html
9789049953218-8.html
9789049953218-9.html
9789049953218-10.html
9789049953218-11.html
9789049953218-12.html
9789049953218-13.html
9789049953218-14.html
9789049953218-15.html
9789049953218-16.html
9789049953218-17.html
9789049953218-18.html
9789049953218-19.html
9789049953218-20.html
9789049953218-21.html
9789049953218-22.html
9789049953218-23.html
9789049953218-24.html
9789049953218-25.html
9789049953218-26.html
9789049953218-27.html
9789049953218-28.html
9789049953218-29.html
9789049953218-30.html
9789049953218-31.html
9789049953218-32.html
9789049953218-33.html
9789049953218-34.html
9789049953218-35.html
9789049953218-36.html
9789049953218-37.html
9789049953218-38.html
9789049953218-39.html
9789049953218-40.html
9789049953218-41.html
9789049953218-42.html
9789049953218-43.html
9789049953218-44.html
9789049953218-45.html
9789049953218-46.html
9789049953218-47.html
9789049953218-48.html
9789049953218-49.html
9789049953218-50.html
9789049953218-51.html
9789049953218-52.html
9789049953218-53.html
9789049953218-54.html
9789049953218-55.html
9789049953218-56.html
9789049953218-57.html
9789049953218-58.html
9789049953218-59.html
9789049953218-60.html
9789049953218-61.html
9789049953218-62.html
9789049953218-63.html
9789049953218-64.html
9789049953218-65.html
9789049953218-66.html
9789049953218-67.html
9789049953218-68.html
9789049953218-69.html
9789049953218-70.html
9789049953218-71.html
9789049953218-72.html
9789049953218-73.html
9789049953218-74.html
9789049953218-75.html
9789049953218-76.html
9789049953218-77.html
9789049953218-78.html
9789049953218-79.html
9789049953218-80.html
9789049953218-81.html
9789049953218-82.html
9789049953218-83.html
9789049953218-84.html
9789049953218-85.html
9789049953218-86.html
9789049953218-87.html
9789049953218-88.html
9789049953218-89.html
9789049953218-90.html
9789049953218-91.html
9789049953218-92.html
9789049953218-93.html
9789049953218-94.html
9789049953218-95.html
9789049953218-96.html
9789049953218-97.html
9789049953218-98.html
9789049953218-99.html
9789049953218-100.html
9789049953218-101.html
9789049953218-102.html
9789049953218-103.html
9789049953218-104.html
9789049953218-105.html
9789049953218-106.html
9789049953218-107.html
9789049953218-108.html
9789049953218-109.html
9789049953218-110.html
9789049953218-111.html
9789049953218-112.html
9789049953218-113.html
9789049953218-114.html
9789049953218-115.html
9789049953218-116.html
9789049953218-117.html
9789049953218-118.html
9789049953218-119.html