De stormwolken wierpen een sombere schaduw over de nabestaanden tijdens de korte plechtigheid bij het graf. Het begon licht te regenen. Ricks vader klapte zijn paraplu uit en hield hem boven Betsy's hoofd. Er sloegen kille druppels onderdoor. Betsy voelde ze niet. Ze probeerde naar de toespraken te luisteren, maar haar gedachten bleven naar Kathy afdwalen. Ze was dankbaar voor de algemene bezorgdheid om haar dochter, maar iedere keer als iemand haar naam noemde, ging er een messteek door haar hart. Toen de rabbi zijn gebedenboek dichtdeed en de mensen een voor een vertrokken, bleef Betsy achter bij het graf.

'Laat haar maar even,' hoorde ze Rita tegen Ricks ouders zeggen. Ricks vader duwde haar de paraplu in de handen.

De begraafplaats lag op een heuvelachtig terrein. De grafzerken bij Ricks graf in de buurt zagen er verweerd, maar goed verzorgd uit. In de zomer zou hij in de schaduw van een eik liggen. Betsy staarde naar Ricks graf. Wat er van het lichaam van haar man over was, was met aarde bedekt. Zijn ziel was gevlogen. De toekomst die ze misschien samen zouden hebben gehad, zou voorgoed een raadsel blijven. Wat was dat afschuwelijk definitief.

'Betsy.'

Ze keek op. Naast haar stond Samantha Reardon. Ze droeg een zwarte regenjas en een hoed met een brede rand waardoor je haar gezicht nauwelijks zag. Betsy keek vertwijfeld om zich heen. De meeste mensen liepen snel naar hun auto om de regen te ontvluchten. Haar broer liep met de rabbi mee. Rita praatte met twee van haar vriendinnen. Ricks familieleden stonden in een groepje bij elkaar en hadden hun blik van het graf afgewend.

'De borgzitting zou vandaag zijn.'

'Ik had de begrafenis. Ik kon niet...'

'Geen smoesjes, Betsy. Ik rekende op je en je hebt me laten stikken. Ik ben naar de rechtszaal gegaan en je was er niet.'

'Het is de begrafenis van Rick.'

'Je man is dood, Betsy. Je dochter leeft nog.'

Betsy zag dat het zinloos was te proberen Reardon te overreden. Haar gezicht stond strak, emotieloos. Haar blik was ongevoelig.

'Ik kan de rechter bellen,' zei Betsy. 'Dat zal ik doen.'

'Dat is je geraden, Betsy. Ik was zo van streek toen ik hoorde dat de borgzitting was uitgesteld, dat ik ben vergeten Kathy eten te geven.'

'O, alsjeblieft,' smeekte Betsy.

'Je hebt me van streek gemaakt, Betsy. Als je me van streek maakt, zal ik Kathy straffen. Eén maaltijd per dag; meer zal ze niet krijgen tot jij doet wat ik zeg. Ze zal precies genoeg water en precies genoeg eten krijgen om in leven te blijven. Hetzelfde dieet als mij in Hunter's Point werd opgelegd. Kathy zal lijden, omdat jij me niet hebt gehoorzaamd. Iedere traan die ze huilt, zal ze huilen omdat jij niet gehoorzaam bent. Ik zal contact opnemen met de rechtbank. Ik hoop voor je dat er dan een datum is vastgesteld.'

Reardon liep weg. Betsy deed een paar stappen achter haar aan, maar bleef toen staan.

'Je hebt je paraplu laten liggen,' zei Alan Page.

Betsy draaide zich om en staarde hem nietsziend aan. De paraplu was tijdens het gesprekje met Reardon uit haar hand geglipt. Page stak hem haar toe.

'Hoe red je het?' vroeg Page.

Betsy schudde haar hoofd, maar zei niets.

'Je zult hier doorheen komen. Je bent een taaie, Betsy.'

'Bedankt Alan. Ik ben dankbaar voor alles wat je voor me hebt gedaan.'

Het was moeilijk je verdriet te verwerken in een huis vol vreemden. De FBI-agenten en de politie probeerden zich zo onopvallend mogelijk te gedragen, maar haar slaapkamer was de enige plaats waar ze alleen kon zijn. Page was geweldig geweest.

Hij was zaterdagavond met de eerste invasie meegekomen en was tot de ochtend gebleven, 's Zondags was hij met broodjes komen aanzetten. Dat eenvoudige, menselijke gebaar had haar aan het huilen gebracht.

'Je kunt maar beter naar huis gaan, het regent zo,' stelde Page voor.

Ze wendden zich van het graf af. Page hield de paraplu boven hun hoofd en zo liepen ze de heuvel op, naar Rita Cohen.

'Alan,' zei Betsy, terwijl ze opeens bleef staan, 'kunnen we de zitting voor Martin Darius morgen houden?'

Page keek verbaasd. 'Ik heb geen zicht op de agenda van rechter Norwood, maar waarom wil je morgen naar de rechtbank?'

Betsy probeerde in allerijl een redelijke verklaring voor haar verzoek te vinden.

'Ik kan niet stilzitten. Ik geloof niet dat de ontvoerder nog zal bellen, als hij het nu niet heeft gedaan. Als... als dit een ontvoering voor losgeld is, moeten we de ontvoerder de kans geven contact met me op te nemen. Misschien heeft hij geraden dat je de telefoon aftapt. Als ik in de rechtszaal ben, met allemaal mensen om me heen, zal hij me misschien benaderen.'

Page zocht naar argumenten om Betsy van gedachten te doen veranderen, maar ze had gelijk. Betsy was noch thuis, noch op kantoor gebeld of geschreven. Hij begon er rekening mee te houden dat Kathy dood was, maar dat wilde hij niet tegen Betsy zéggen. Als hij toegaf zou Betsy misschien weer hoop krijgen.

'Oké. Ik zal het zo gauw mogelijk in orde brengen. Morgen nog, als de rechter beschikbaar is.'

Betsy keek naar het gras. Als rechter Norwood akkoord ging, zou Kathy morgen misschien thuis zijn. Page legde zijn hand op haar schouder. Hij gaf de paraplu aan Rita die hen tegemoet was komen lopen.

'Kom, we gaan naar huis,' zei Rita. Ricks familie groepte om haar heen en liep mee naar de auto. Page keek haar na. De regen kletterde op hem neer.