Hoofdstuk 20

'Dr. Simon Reardon?' 'Ja?'

'Mijn naam is Reginald Stewart. Ik ben privé-detective. Ik werk voor Betsy Tannenbaum, een advocaat uit Portland, Oregon.'

'Ik ken niemand in Portland.'

Dr. Reardon klonk geërgerd. Stewart dacht een licht Engels accent te ontwaren.

'Het gaat over Hunter's Point en uw ex-vrouw, dr. Reardon. Daar bel ik ook vandaan. Ik hoop dat u een paar minuten tijd heeft, dan zal ik het uitleggen.'

'Ik heb geen belangstelling voor een gesprek over Samantha.'

'Laat u me alstublieft uitspreken. Herinnert u zich Peter Lake?'

'Meneer Stewart, ik zal niets uit die tijd ooit kunnen vergeten.'

'Enige tijd geleden zijn er in Portland drie vrouwen verdwenen. Op de plaats van het misdrijf werden een zwarte roos en een briefje met "Verdwenen, Maar Niet Vergeten" aangetroffen. De stoffelijke overschotten van de vrouwen zijn kort geleden opgegraven op een terrein waarvan Peter Lake de eigenaar was. Hij is van de moorden beschuldigd.'

'Ik dacht dat de politie van Hunter's Point de moordenaar te pakken had gekregen. Was hij niet de een of andere achterlijke bezorger? Een gluurder?'

'Volgens het OM van Multnomah County heeft de politie van Hunter's Point zich vergist. Nu probeer ik de overlevenden te traceren. Ann Hazelton is dood. Gloria Escalante wil niet met me praten. Mevrouw Reardon is mijn laatste hoop.'

'Ze heet geen mevrouw Reardon, al lang niet meer,' zei de dokter vol afschuw, 'en ik heb geen idee hoe u Samantha kunt vinden. Ik ben naar Minneapolis verhuisd om haar te ontlopen. We hebben elkaar in geen jaren gesproken. De laatste keer dat ik iets van haar heb gehoord, woonde ze nog in Hunter's Point.'

'U bent gescheiden?'

Reardon lachte grimmig. 'Meneer Stewart, het was niet zomaar een scheiding. Samantha probeerde me te vermoorden.'

'Wat?'

'Ze is niet normaal. Ik zou mijn tijd niet aan haar verspillen als ik u was. Ze is niet te vertrouwen.'

'Was dat het gevolg van de ontvoering?'

'De marteling en de gevangenschap hebben haar toestand ongetwijfeld verslechterd, maar mijn vrouw was altijd al onevenwichtig. Helaas was ik zo verliefd dat ik het pas merkte toen we al getrouwd waren. Ik bleef verklaringen en excuses zoeken...' Reardon haalde diep adem. 'Het spijt me. Dat gebeurt altijd als ik aan haar denk. Zelfs na al die jaren nog.'

'Dr. Reardon, ik wil het u niet moeilijk maken, maar meneer Lake wordt met de doodstraf bedreigd en ik moet zoveel mogelijk over Hunter's Point te weten zien te komen.'

'Kan de politie u niet helpen?'

'Nee. Het dossier is onvindbaar.'

'Dat is vreemd.'

'Ja, inderdaad. Geloof me, als ik inzage had in het dossier zou ik u niet lastigvallen. Ik begrijp hoe pijnlijk het voor u is dat ik die gebeurtenissen weer oprakel, maar dit is letterlijk een zaak van leven of dood. De zaak Lake is een obsessie voor onze officier van justitie. Peter was een slachtoffer, net als u allemaal en hij heeft uw hulp nodig.'

Reardon zuchtte. 'Zeg het maar. Stel uw vragen.'

'Dank u wel. Wat kunt u me over mevrouw Reardon vertellen, of hoe ze zich nu ook noemt?'

'Ik heb geen idee hoe ze heet. Ze noemde zich nog Reardon toen ik Hunter's Point verliet.'

'Wanneer was dat?'

'Een jaar of acht geleden. Zodra de scheiding erdoor was.'

'Wat is er tussen u en uw vrouw gebeurd?'

'Ze was operatiezuster in het academisch ziekenhuis. Heel mooi, heel lichtzinnig. Seks was haar grootste talent,' zei Reardon bitter. 'Ik ging zo in haar lichaam op dat ik geen oog voor andere dingen had. Diefstal was het meest opvallende probleem. Ze werd twee keer gearresteerd wegens winkeldiefstal. Onze advocaat wist de zaken buiten de rechtbank om te schikken en ik stelde de winkels schadeloos. Ze had totaal geen berouw. Beide keren beschouwde ze het incident als een goede grap toen ze er zonder kleerscheuren af was gekomen.

Ze gaf ook handenvol geld uit. Ik verdiende goed, maar we zaten tot over onze oren in de schulden. Ze leegde mijn spaarrekeningen tot op de bodem en haalde alles uit onze credit cards wat er maar uit te halen viel. Na de scheiding duurde het vier jaar tot ik financieel weer vaste grond onder de voeten had. En er viel niet met haar te praten. Ik liet haar de rekeningen zien en stelde een begroting op. Dan lokte ze me in bed en vergat ik helemaal wat ik tegen haar had gezegd, of ze kreeg een driftbui, of sloot zich op in onze slaapkamer. Het waren de drie vreselijkste jaren van mijn leven.

Nadat ze was ontvoerd en gemarteld werd het erger. Tijdens haar gevangenschap knapte de dunne draad die haar met de werkelijkheid verbond. Haar toestand daarna was niet te beschrijven. Ze heeft bijna een jaar in het ziekenhuis gelegen. Ze sprak maar zelden. Ze kon geen mannen in haar buurt velen.

Ik had beter moeten weten, maar ik heb haar mee naar huis genomen toen ze uit het ziekenhuis werd ontslagen. Ik voelde me schuldig. Ik weet dat ik haar niet had kunnen beschermen, ik was

in het ziekenhuis toen ze werd ontvoerd, maar toch, u zult begrijpen...'

'Dat is heel gewoon. Dat schuldgevoel.'

'O, dat weet ik wel. Maar iets met je verstand weten en het emotioneel verwerken zijn twee heel verschillende dingen. Ik wou dat ik wijzer was geweest.'

'Hoe ging het toen ze thuis kwam?'

'Ze weigerde een slaapkamer met me te delen. Als ik thuis was, bleef ze in haar kamer. Ik heb geen idee wat ze deed als ik op mijn werk was. Ze sprak wartaal, als ze al sprak. Ze hield vol dat de ontvoerder nog vrij rondliep. Ik liet haar de kranteartikelen over de arrestatie en de dood van Waters zien, maar ze zei dat hij het niet was. Ze wilde een pistool om zich te kunnen beschermen. Natuurlijk weigerde ik. Ze gooide me voor de voeten dat ik met de politie onder een hoedje speelde. Toen probeerde ze me te vermoorden. Ze stak me met een keukenmes toen ik uit het ziekenhuis kwam. Gelukkig had ik een collega bij me. Hem viel ze ook aan, maar hij velde Samantha met een flinke klap. We wisten haar op de grond te krijgen. Ze lag gillend te kronkelen... Ze zei dat ik haar had willen vermoorden... Ik had het er erg moeilijk mee. Ik moest haar wel in een inrichting laten opnemen. Toen besloot ik weg te gaan.'

'Dat is u niet kwalijk te nemen. Zo te horen hebt u meer dan genoeg gedaan.'

'Dat wel. Maar ik voel me nog steeds schuldig omdat ik haar in de steek heb gelaten, hoewel ik weet dat ik geen keus had.'

'U hebt haar laten opnemen, zegt u. Wat is de naam van die inrichting?'

'St. Jude. Het is een particuliere psychiatrische inrichting vlak bij Hunter's Point. Ik ben verhuisd en heb het contact met haar volledig verbroken. Ik weet dat ze er een aantal jaren is gebleven, maar ik geloof dat ze ondertussen genezen is verklaard.'

'Heeft Samantha na haar ontslag uit de inrichting geprobeerd contact met u op te nemen?'

'Nee. Ik was doodsbang dat ze dat zou doen, maar ik heb nooit meer iets van haar gehoord.'

'Hebt u misschien een foto van Samantha? Er stonden geen foto's in de kranten.'

'Toen ik naar Minnesota verhuisde, heb ik ze weggegooid, samen met alle andere dingen die me aan Samantha zouden kunnen herinneren.'

'Bedankt voor het gesprek, dokter. Ik zal het bij St. Jude proberen. Misschien kunnen zij me meer over uw ex-vrouw vertellen.'

'Eén ding nog, meneer Stewart. Als u Samantha vindt, vertel haar dan alstublieft niet dat u mij hebt gesproken en waar ik nu woon.'