Het Hooggerechtshof van Oregon zetelt in Salem, de hoofdstad van Oregon, vijfenzeventig kilometer ten zuiden van Portland. I )at het hem een uur kostte om erheen te rijden was voor Victor Ryder het enige nadeel van zijn werk als rechter. Na jaren zestien uur per dag en zeven dagen per week voor zichzelf te hebben gewerkt, was het rustiger tempo van het Hooggerechtshof een opluchting.

Rechter Ryder was weduwnaar; hij woonde alleen, in een drie verdiepingen tellend, bruin-wit huis in Tudor-stijl, dat schuilging achter een hoge heg, in Portland Heights, een gebied in de West Hills. Vanaf de stenen patio achter het huis had hij een spectaculair uitzicht over Portland en Mount Hood.

Ryder deed de voordeur van het slot en riep Lisa. De centrale verwarming stond aan, en het licht brandde. Hij hoorde stemmen in de woonkamer. Hij riep weer, maar Lisa antwoordde mei, De stemmen die hij had gehoord waren afkomstig van de

televisie, maar er keek niemand. Ryder zette de tv uit.

Onderaan de trap riep Ryder opnieuw. Nog steeds geen antwoord. Als Lisa was uitgegaan, waarom stond de tv dan aan? Hij liep door de gang naar de keuken. Lisa wist dat haar vader altijd een hapje at als hij thuiskwam, dus liet ze wel eens briefjes achter op de koelkast. De koelkastdeur was bedekt met recepten en grappige tekeningen, die door middel van magneetjes op het gladde oppervlak waren bevestigd, maar geen briefje. Op de keukentafel stonden twee koffiekopjes, en op een schotel lagen de resten van een stuk cake.

'Zeker ervandoor met een vriendin,' zei Ryder bij zichzelf, maar de tv bleef hem dwarszitten. Hij sneed een plakje cake af en nam een hap. Hij liep naar Lisa's kamer. Daar was alles zoals het hoorde; hij zag niets verdachts. Toch voelde rechter Ryder zich erg onbehaaglijk. Hij stond op het punt om naar zijn kamer te gaan en zich te verkleden, toen de deurbel ging. Op de stoep stonden twee mannen, samen onder één paraplu.

'Rechter Ryder? Mijn naam is Randy Highsmith van het openbaar ministerie van Multnomah County. Dit is rechercheur Ross Barrow uit Portland. Is uw dochter thuis?'

'Gaat het over Martin?'

'Ja, meneer Ryder.'

'Lisa logeert bij mij, maar ze is op dit moment niet thuis.'

'Wanneer hebt u haar voor het laatst gezien?'

'Bij het ontbijt. Hoezo?'

'We zouden haar graag een paar vragen stellen. Weet u waar we haar kunnen bereiken?'

'Ik ben bang van niet. Ze heeft geen briefje achtergelaten en ik ben net thuis.'

'Zou ze bij een vriendin kunnen zijn?' vroeg Highsmith achteloos, om zijn bezorgdheid voor Ryder te verbergen.

'Ik zou het werkelijk niet weten.'

Ryder herinnerde zich de tv en fronste zijn wenkbrauwen.

'Is er iets aan de hand, meneer?' vroeg Barrow neutraal.

'Nee. Niets bijzonders. Het is alleen, er stonden twee koffiekopjes op de keukentafel, dus ik denk dat ze bezoek heeft gehad. Maar de tv stond aan.'

'Dat begrijp ik niet,' zei Barrow.

'Hij stond aan toen ik thuis kwam. Ik vond het vreemd dat de tv aan stond als Lisa zelf in de keuken met iemand zat te praten of uitging.'

'Gebeurt het wel vaker dat ze uitgaat zonder een briefje achter te laten?' vroeg Barrow.

'Ze heeft een tijd lang niet thuis gewoond en ze logeert hier sinds Martins vrijlating. Maar ze weet dat ik me zorgen maak.'

'Ik heb het gevoel dat u iets achterhoudt, meneer Ryder.'

Rechter Ryder aarzelde.

'Lisa is buitengewoon angstig sinds Martin vrij is. Ze wil weggaan uit Oregon en pas terugkomen als hij weer achter de tralies zit.'

'Zou ze u niet hebben verteld waar ze heen ging?'

'Ik neem aan van wel.' Even zweeg Ryder, alsof hij zich opeens iets herinnerde. 'Martin heeft Lisa de avond dat hij vrijkwam, opgebeld. Hij zei dat ze in Portland niet veilig zou zijn. Misschien heeft hij weer gebeld en is ze in paniek geraakt.'

'Was het een dreigement?' vroeg Barrow.

'Ik dacht van wel, maar Lisa was er niet zeker van. Het was een vreemd gesprek. Ik weet alleen wat ik Lisa heb horen zeggen en wat hij volgens haar zei.'

Highsmith gaf de rechter zijn visitekaartje. 'Vraagt u alstublieft of mevrouw Darius contact opneemt, zodra u iets van haar hoort. Het is dringend.'

'Ik zal het doen.'

Barrow en Highsmith schudden de rechter de hand en ver- I rokken.

'Het zint me niet,' zei Barrow zodra de voordeur dicht was. 'I let heeft te veel weg van de andere misdrijven. Vooral die tv. Die zou ze hebben uitgeschakeld als ze met een vriendin uitging.' 'Er was geen briefje en geen roos.'

'Nee, maar Darius is niet dom. Als hij zijn vrouw te pakken heeft, zal hij dat heus niet aan de grote klok hangen. Misschien heeft hij zijn modus operandi veranderd om ons om de tuin te leiden. Ideeën?'

'Niets, tenzij je vindt dat we voldoende bewijzen hebben om Darius te arresteren.'

'Dat hebben we niet.'

'Dan wachten we af en ondertussen hopen we dat Lisa Darius met een vriendin is gaan winkelen.'