Hoofdstuk 14
Gary Telford had de lach en de frisse blik van een jonge man, maar door zijn kwabbige lijf en kalende hoofd zag hij er uit als iemand van middelbare leeftijd. Hij deelde een kantoorruimte met zes andere advocaten in een van de dertig verdiepingen tellende glazen kolossen die de laatste twintig jaar in het centrum van Portland waren verrezen. Telfords kamer keek uit over de Willamette River. Op heldere dagen kon hij verschillende pieken van het Cascade-gebergte zien, onder andere de majestueuze Mount Hood en Mount St. Helens, een werkzame vulkaan die in het begin van de jaren tachtig een uitbarsting had gehad. Vandaag beheersten lage wolken het luchtruim en kon je in de mist nauwelijks de oostzijde van de rivier zien.
'Fijn dat ik even mocht komen,' zei Betsy, terwijl ze hem een hand gaf.
'We hebben elkaar zo lang niet gezien,' zei Gary hartelijk. 'Trouwens, ik sterf van nieuwsgierigheid; ik snap niet wat ik met die Darius-zaak te maken heb.'
'Toen jij Peggy Fulton vertegenwoordigde tijdens haar echtscheidingsprocedure, heb jij toen voor het onderzoek een zekere Sam Oberhurst ingehuurd?'
Telford keek opeens ernstig. 'Waarom wil je dat weten?'
'Lisa Darius vermoedde dat haar man een buitenechtelijke verhouding had. Ze vroeg jouw cliënt om raad en Peggy gaf haar
de naam van Sam Oberhurst door. Hij heeft Darius geschaduwd. Ik hoopte eigenlijk dat Oberhurst Darius had gezien toen een van de vrouwen verdween, zodat hij Darius een alibi kan geven.'
'Waarom kom je bij mij als Oberhurst voor Lisa Darius werkte?'
'Ze heeft geen adres. Alleen een telefoonnummer. Ik heb het verschillende keren geprobeerd, maar ik krijg geen gehoor, alleen het antwoordapparaat. Hij heeft me niet teruggebeld. Ik hoopte dat jij zijn kantooradres had.'
Telford dacht even na. Hij keek wat ongemakkelijk. 'Ik geloof niet dat Oberhurst een kantoor heeft.'
'Hoe doet hij het dan, werkt hij thuis?'
'Ik denk het. We spraken altijd bij mij af.'
'En de rekeningen? Waar stuurde je de cheques heen?'
'Ik betaalde contant. Dat wilde hij. Vooraf.'
'Wel een beetje eigenaardig.'
'Tja, het is ook een wat eigenaardig type.' Telford zweeg even.
'Luister, ik zal je helpen Oberhurst te vinden, maar eerst moet ik je iets vertellen: sommige dingen die hij doet zijn niet helemaal kosher. Je weet wel.'
'Ik geloof niet dat ik het helemaal begrijp.'
Telford boog zich samenzweerderig voorover. 'Stel, je wilt weten wat iemand tijdens een vertrouwelijk gesprek zegt, dan huur je Oberhurst in. Snap je?'
'Elektronica?'
Telford knikte. 'Telefoons, kamers. De kerel zinspeelde erop dat hij zijn hand niet omdraaide voor inbraak. En hij is in aanraking geweest met de politie. Ik geloof dat hij ergens in het zuiden voor diefstal heeft gezeten.'
'Dat klinkt niet erg smakelijk.'
'Nee. Ik mocht hem niet, hij heeft alleen die ene keer voor me gewerkt en daar heb ik nog spijt van.'
'Waarom?'Telford trommelde met zijn vingers op het bureau. Betsy wachtte af tot hij had besloten wat hij wilde loslaten.
'Blijft dit onder ons?'
Betsy knikte.
'Peg wilde... Tja, ze was een beetje hysterisch. Nam de scheiding niet zo gemakkelijk op. In ieder geval was ik een soort bemiddelaar. Ze zei dat ze iemand nodig had die iets voor haar kon doen, een privé-detective die niet te veel vragen stelde. Ik bracht ze bij elkaar en betaalde hem. Hij heeft eigenlijk nooit aan de echtscheiding gewerkt.
Om kort te gaan, ongeveer een week nadat ik Oberhurst aan Peg had voorgesteld, werd Mark Fulton in elkaar geslagen. Het zag er niet best uit, hoorde ik. De politie dacht dat het een overval was.'
'Maar jij denkt er anders over?'
'Oberhurst probeerde me te chanteren. Een week na de knokpartij kwam hij bij me. Liet me een kranteartikel zien. Hij zei dat hij voor tweeduizend dollar kon zorgen dat ik er niet bij betrokken werd.
Ik zei dat hij ze zag vliegen. Ik wist er verdomme niks van. Voor zover ik wist kon hij het wel uit zijn duim hebben gezogen. Ik bedoel, hij leest de krant, bedenkt dat hij me tweeduizend kan aftroggelen en dat ik me koest houd omdat zo'n bedrag het risico niet waard is.'
'Was je niet bang?'
'Als de dood. Hij is bepaald geen kleine jongen. Om te zien is hij ook precies een gangster. Hij heeft een gebroken neus, een grote mond. Alles wat je maar kunt bedenken. Maar ik vermoedde dat hij een proefballonnetje opliet. Als ik had toegegeven, was hij beslist teruggekomen. Bovendien, ik had niets gedaan. Zoals ik al zei, ik heb ze alleen bij elkaar gebracht.'
'Hoe neem ik contact op met Oberhurst?' vroeg Betsy.
'Ik heb zijn naam op een feestje van Steve Wong gekregen. Probeer het maar bij hem. Zeg dat je zijn naam van mij hebt.'
Telford bladerde door een adressenlijst en schreef het telefoonnummer van Wong achterop een visitekaartje
‘Bedankt’
'Graag gedaan. En pas op voor Oberhurst, hij is een schurk.'