Hoofdstuk 11
Alan Page zat in een auto die met een sneltreinvaart langs een bochtig weggetje, dwars tegen het verkeer in, de heuvel af denderde; hij draaide als een gek aan het stuur om een botsing te voorkomen, terwijl hij uit alle macht probeerde te stoppen zodat zijn remmen piepten en de rook van zijn banden af sloeg. Toen hij rechtop in bed ging zitten, was hij nog maar enkele centimeters verwijderd van de koplampen van een zware vrachtwagen met oplegger. Zijn flanellen pyjama kleefde tegen zijn bezwete huid en hij voelde zijn hart tekeergaan. Page nam een paar grote happen lucht; hij wist nog steeds niet helemaal zeker waar hij was en verwachtte half in een vuurkolom van verwrongen staal en verbrijzeld glas ten onder te gaan.
'Jezus,' hijgde hij, toen hij wat was bijgekomen. Het was twee minuten voor vijf, en hij had nog anderhalf uur voordat de wekker zou afgaan, oftewel vier en half uur voor de borgzitting. Bezorgd liet hij zich weer achterover vallen. Hij wist zeker dat hij niet meer kon slapen en werd achtervolgd door de vraag die hem sinds de arrestatie van Martin Darius niet met rust had gelaten. Was hij te haastig geweest? Had hij 'onweerlegbare bewijzen' die aantoonden dat Martin Darius een moordenaar was?
Ross Barrow en Randy Highsmith waren tegen huiszoeking geweest, zelfs toen ze hadden gehoord wat Gutierrez te zeggen had. Ze wilden wachten tot Nancy Gordon weer was opgedoken en de bewijsvoering minder zwak was, maar hij had anders besloten en Barrow opdracht gegeven Darius te arresteren als de bandensporen bij het bouwterrein overeenkwamen met de banden van Darius' auto. Nu vroeg hij zich af of Barrow en Highsmith niet toch gelijk hadden gehad. Hij had erop gerekend dat hij Nancy Gordon vóór de borgzitting zou vinden, maar zelfs met een team van drie rechercheurs dat er vierentwintig uur per dag aan werkte was dat nog niet gelukt.
Als slapen niet lukte, kon hij in ieder geval uitrusten. Page sloot zijn ogen en zag Nancy Gordon. De rechercheur was niet uit zijn gedachten geweest sinds hij had gehoord dat ze niet in de bouwput was gevonden. Als ze nog leefde, zou ze contact met hem hebben opgenomen zodra ze hoorde dat Darius was gearresteerd. Als ze leefde, zou ze naar het Lakeview zijn teruggekeerd. Was ze dood, stonden de groeven van een onvoorstelbaar lijden in haar gelaat gegrift? Darius kende het antwoord op de vragen van Page, maar de wet verbood Alan met hem te praten.
Page zou al zijn energie voor de zitting nodig hebben, maar zijn lijfelijke angst wilde hem niet met rust laten. Hij besloot een douche te nemen, zich te scheren, te ontbijten en dan zijn beste pak aan te trekken met een fris gesteven overhemd, net van de stomerij. Na een lekkere douche en een stevig ontbijt zou hij zich weer mens voelen. Daarna zou hij naar de rechtbank rijden om rechter Patrick Norwood van de districtsrechtbank van Multnomah County ervan te overtuigen dat Martin Darius een seriemoordenaar was.