Hoofdstuk 9
'Het is me een waar genoegen kennis met u te maken, mevrouw Tannenbaum,' zei Alan Page toen Betsy tegenover hem zat. 'Randy Highsmith was bijzonder onder de indruk van de manier waarop u de zaak Hammermill hebt aangepakt. Hij heeft niets dan goeds over u verteld en dat wil wel wat zeggen, want Randy kan slecht tegen zijn verlies.'
'Ik denk dat Randy Andrea misschien niet zou hebben vervolgd als hij had geweten hoe wreed haar man was.'
'Dat is heel vriendelijk van u. Nee, laten we eerlijk zijn. Randy dacht dat hij u gemakkelijk zou verslaan. U hebt hem een lesje geleerd. Zijn verlies in de zaak Hammermill zal een betere aanklager van hem maken. Maar u bent hier niet om gedane zaken te bespreken, wel? U bent hier om over Martin Darius te praten.'
'Rechercheur Barrow heeft u waarschijnlijk thuis weten te bereiken onder het telefoonnummer dat hij mij niet wilde geven?'
'Ross Barrow is een prima kerel, die doet wat hem gezegd wordt.'
'Wilt u mij vertellen waarom u mijn cliënt heeft gearresteerd?'
'Ik verdenk hem van moord op de vier mensen die op zijn bouwterrein begraven lagen.'
'Dat is duidelijk, meneer Page...'
'Wilt u me Al noemen?'
'Graag. En ik heet Betsy. Nu we elkaar dan tutoyeren, mag je me vertellen waarom je huiszoeking hebt gedaan en Martin hebt gearresteerd.'
Page glimlachte. 'Dat kan ik helaas niet doen.'
'Dat wil je niet, zul je bedoelen.'
'Betsy, je weet dat je geen recht hebt op inzage van de politierapporten tot ik je cliënt in staat van beschuldiging heb gesteld.'
'Toch zul je de rechter bij de borgzitting moeten zeggen over welke bewijzen je beschikt.'
'Klopt. Maar die is nog niet gehouden en de officiële aanklacht is nog niet rond, dus houd ik me aan de letter van de statuten die de kwestie van inzage regelen.'
Betsy leunde achterover in haar stoel en glimlachte liefjes.
'Je hebt er geloof ik niet zoveel vertrouwen in, Al.'
Page lachte om zijn verbazing te verbergen dat Betsy hem zo snel had doorzien.
'Ik heb er juist veel vertrouwen in,' loog hij. 'Maar ik heb ook een gezonde eerbied voor jouw talenten. Ik zal niet dezelfde fout maken als Randy door je te onderschatten. Ik moet wel bekennen dat ik verbaasd was van Ross te horen dat juist jij die zo bezig bent met feminisme, Darius vertegenwoordigde.'
'Wat heeft het feminisme te maken met mijn werk voor Martin Darius?'
'Heeft hij je niet verteld wat hij heeft gedaan?'
'Martin Darius heeft geen idee waarom je hem vasthoudt, en ik ook niet.'
Page keek haar even aan en nam een besluit.
'Het lijkt me niet eerlijk je helemaal niets te vertellen, laat ik je dus zeggen dat we van plan zijn je cliënt het ontvoeren, martelen en vermoorden van drie vrouwen en één man ten laste te leggen.'
Page haalde een kleurenfoto van Wendy Reisers lichaam uit een grote envelop en gaf hem aan Betsy. Ze verbleekte. De foto was genomen vlak nadat het lichaam was opgegraven. De naakte vrouw lag languit in de modder. Betsy zag de wonden in haar buik en de sneeën en brandwonden op haar benen. Ze kon Wendy Reisers gezicht ook goed zien. Zelfs dood leek ze nog te lijden.
'Dat doet Martin Darius vrouwen aan, Betsy, en het is waarschijnlijk niet de eerste keer dat hij het heeft gedaan. We hebben duidelijke aanwijzingen dat een zekere Peter Lake tien jaar geleden in Hunter's Point, New York, zes vrouwen heeft vermoord op vrijwel dezelfde manier als deze vrouwen vermoord zijn. We kunnen ook bewijzen dat Peter Lake en Martin Darius één en dezelfde persoon zijn. Je zult je cliënt daar misschien naar willen vragen.
Nog één ding. Er wordt nog een vrouw vermist. Dit is een eenmalig aanbod: als ze in leven is en Darius vertelt ons waar ze is, kunnen we misschien een schikking treffen.'
De lift van de gevangenis kwam uit in een smalle betonnen gang die met gele en bruine kleuren was beschilderd. Tegenover de lift waren drie dikke deuren. Betsy pakte de sleutel die ze van de bewaker had gekregen toen ze zich bij de bezoekersbalie had gemeld. De middelste deur leidde naar een kleine kamer. Binnen stond ze voor een muur die in twee helften was verdeeld. De onderste helft was van beton, de bovenste van kogelvrij glas. Betsy legde haar schrijfblok op de rand, ging op een oncomfortabele stalen klapstoel zitten en nam de telefoon op die links van haar aan de muur was bevestigd.
Aan de andere kant van het glas pakte Martin Darius de hoorn op. Hij droeg een oranje overall, maar zag er nog even indrukwekkend uit als die keer in haar kantoor. Hij had zijn haar en baard netjes gekamd en zat er, met rechte rug, ontspannen bij. Darius boog zich voorover tot hij bijna tegen het glas leunde. Hij had een wat woeste blik in de ogen, maar dat was het enige teken van ontevredenheid.
'Wanneer is de borgzitting?' vroeg Darius.
'Dat weet ik niet.'
'Ik heb toch gezegd dat ik hier weg wil. Je had de zitting vanochtend vroeg al moeten regelen.'
'Zo gaat het niet. Ik ben advocaat, geen loopjongen. Als u zonodig iemand wil commanderen, moet u een werkster nemen.'
Darius staarde Betsy aan en haalde toen met een ijzige glimlach bakzeil.
'Sorry. Je wordt nu niet bepaald vrolijker van twaalf uur in dit hok.'
'Ik heb vanochtend een gesprek gehad met Alan Page, de officier van justitie. Hij heeft me een paar interessante dingen verteld. Hij heeft me ook de foto's van de plaats van het misdrijf laten zien. Die drie vrouwen zijn gemarteld, Martin. Ik heb veel gezien, maar nog nooit zoiets wreeds. De moordenaar heeft hen niet alleen van het leven beroofd, hij heeft ze afgeslacht, opengereten...'
Betsy zweeg; de herinnering aan de foto's benam haar de adem. Darius keek haar aan. Ze wachtte op zijn reactie. Toen hij niets zei, vroeg ze: 'Klinkt dit u bekend in de oren?'
'Ik heb die vrouwen niet vermoord.'
'Ik heb u niet gevraagd of u hen hebt vermoord. Ik vroeg of die misdrijven u bekend in de oren klonken.'
Darius keek Betsy onderzoekend aan. Ze voelde zich als iets kleins dat onder een microscoop ligt, en dat vond ze bepaald geen prettig gevoel.
'Waarom verhoor je mij?' vroeg Darius. 'Je werkt voor mij, niet voor het OM.'
'Meneer Darius, ik beslis zelf voor wie ik wil werken en op dit moment twijfel ik eraan of ik wel voor u wil werken.'
'Page heeft iets gezegd, hè. Hij heeft je in de war gebracht.'
'Wie is Peter Lake?'
Betsy verwachtte wel een reactie, maar niet deze. Darius verloor zijn ijzig kalme blik. Zijn lip begon te trillen. Hij keek plotseling alsof hij op het punt stond in tranen uit te barsten.
'Dus Page weet van Hunter's Point.'
'U bent niet eerlijk tegenover mij geweest, meneer Darius.'
'Zit dat hierachter?' vroeg Darius terwijl hij naar het kogelvrije glas wees. 'Heb je daarom geen contactgesprek aangevraagd?
Ben je bang om met mij in één ruimte te verkeren? Bang dat ik...'
Darius zweeg. Hij verborg zijn gezicht in zijn handen.
'Ik denk niet dat ik de juiste persoon ben om uw belangen te behartigen,' zei Betsy.
'Waarom niet?' vroeg Darius gekweld. 'Omdat Page beweert dat ik die vrouwen heb verkracht en vermoord? Heb je ook geweigerd Andrea Hammermill te verdedigen toen de justitie beweerde dat ze haar man had vermoord?'
'Andrea Hammermill was het slachtoffer van een man die haar gedurende hun hele huwelijk had mishandeld.'
'Maar ze heeft hem vermoord, Betsy. Ik heb die vrouwen niet vermoord. Dat zweer ik. Ik heb niemand in Hunter's Point vermoord. Ik was Peter Lake, maar weet je wel wie Peter Lake was? Heeft Page je dat verteld? Weet hij dat zelf wel?
Peter Lake was getrouwd met een vrouw uit duizenden, hij was de vader van een heerlijk kind. Een klein meisje dat nooit iemand kwaad had gedaan. En zijn vrouw en dochter werden vermoord door een gek, Henry Waters, om de een of andere krankzinnige reden die Peter nooit heeft kunnen bevatten.
Peter was advocaat. Hij verdiende geld als water. Hij woonde in een schitterend huis en had een dure auto, maar al dat geld en al zijn bezittingen konden hem de vrouw en dochter die hem waren ontnomen, niet doen vergeten. Hij nam een nieuwe identiteit aan en begon een nieuw leven, omdat hij zijn oude leven niet meer verdragen kon.'
Darius zweeg. Zijn ogen waren vochtig. Betsy wist niet wat ze ervan moest denken. Daarnet was ze ervan overtuigd dat Darius een monster was. Nu ze zijn verdriet zag, wist ze het niet meer.
'Laat ik het zo met je afspreken, Betsy,' zei Darius bijna onhoorbaar. 'Als je op een bepaald moment niet meer in mijn onschuld gelooft, mag je mijn zaak laten vallen en mag je mijn voorschot houden.'Betsy wist niet wat ze zeggen moest. Die foto's. Ze bleef zich alsmaar afvragen hoe de vrouwen die eerste, lange, angstige minuten hadden beleefd, wetend dat het beste wat hun de rest van hun leven kon overkomen, een dood was die een eind aan hun pijn zou maken.
'Het geeft niet,' zei Darius, 'ik weet wat je denkt. Jij hebt alleen de foto's gezien. Ik heb de lijken van mijn vrouw en kind gezien. En die zie ik nog steeds, Betsy.'
Betsy voelde zich niet goed. Ze haalde diep adem. Ze kon niet langer in dat benauwde vertrek blijven. Ze had lucht nodig. En ze moest heel wat meer te weten komen over Peter Lake en de gebeurtenissen in Hunter's Point.
'Voel je je wel goed?' vroeg Darius.
'Nee, eigenlijk niet. Ik ben behoorlijk in de war.'
'Dat besef ik. Page heeft je flink van je stuk gebracht. Ze hebben gezegd dat er morgen een aanklacht tegen me wordt ingediend. Zorg voor een goede nachtrust en kom me daarna vertellen wat je hebt besloten.'
Betsy knikte.
'Twee dingen nog,' zei Darius, terwijl hij Betsy recht in de ogen keek.
'Ja?'
'Als je besluit voor mij te blijven werken, verwacht ik van je dat je voor me knokt.'
'En het tweede?'
'Van nu af aan wil ik alleen nog maar rechtstreekse gesprekken. Geen glazen kooi meer. Ik wil niet dat mijn advocaat me als een beest uit de dierentuin behandelt.'