Alan Page keek op van zijn papieren. Randy Highsmith en Ross Barrow stonden in de deuropening. Hij keek op zijn horloge. Het was vijf voor halfzeven.

'Ik heb net rechter Ryder gebeld. Ze is nog steeds niet thuis,' zei Barrow.

Page legde zijn pen neer.

'Wat moeten we doen? We hebben geen snippertje bewijs tegen Darius,' zei Page. Hij zag bleek en klonk uitgeput en verslagen.

'We hebben een motief, Al,' zei Barrow. 'Lisa Darius is de enige link tussen Martin en Sam Oberhurst. Hij kon haar niet te pakken nemen toen hij nog in de gevangenis zat. Volgens mij halen we er minstens een vermoedelijk motief uit... Hij is nog niet vrij, of zij wordt vermist.'

'En dan hebben we dat telefoontje,' voegde Highsmith eraan toe.

'Ryder weet niet zeker of het een dreigement was. Je kunt het telefoontje evengoed interpreteren als een waarschuwing aan Lisa's adres om voor iemand anders op haar hoede te zijn.' Page schudde zijn hoofd. 'Ik ben niet van plan twee keer in dezelfde fout te vervallen. Als ik niet zeker weet dat dit als vermoedelijk motief geldt, ga ik niet om een huiszoekingsbevel vragen.'

'Niet te voorzichtig, Al,' waarschuwde Highsmith. 'Er staat een leven op het spel.'

'Dat weet ik wel,' zei Page kwaad. 'Maar waar moeten we zoeken? Zijn huis. Hij zal echt niet zo dom zijn om haar daar vast te houden. Een van zijn andere percelen? Welke dan? Ik vind het even beroerd als jullie, maar we moeten geduld hebben.'

Highsmith stond op het punt iets te zeggen toen de zoemer van de intercom overging.

'Ik weet dat u niet gestoord wilde worden,' zei de secretaresse, 'maar Nancy Gordon is aan de lijn.'

Het werd Page koud om het hart. Highsmith en Barrow gingen rechtop zitten. Page schakelde de luidspreker in.

'Mevrouw Gordon?'

'Het spijt me dat ik zo plotseling verdween, meneer Page,' zei een vrouwenstem. Page probeerde zich Gordons stem te herinneren. Hij herinnerde zich een iets hese klank, maar de verbinding was slecht en de stem van de vrouw was vervormd.

'Waar bent u?'

'Dat kan ik niet zeggen,' zei Gordon. Page vond dat ze traag en onzeker klonk.

'Hebt u het gelezen? Dat Darius vrij is omdat u tijdens de borgzitting niet kon getuigen?'

'Daar was niets aan te doen. Over een poosje zult u alles begrijpen.'

'Ik zou het nu graag willen begrijpen, mevrouw Gordon. We hebben problemen hier. De vrouw van Darius is verdwenen.'

'Dat weet ik. Daarom bel ik ook. Ik weet waar ze is en u zult snel moeten handelen.'