Hoofdstuk 10

Zodra Rita Cohen de deur wijd genoeg had opengedaan, wrong Kathy zich door de opening naar binnen en rende naar de keuken.

'Je hebt toch niet weer die cornflakes met kauwgomsmaak gekocht, mam? vroeg Betsy.

'Het is nog een kind, Betsy. Wie kan er nou tegen dat gezonde spul waar jij haar aldoor mee volstopt? Gun dat kind toch een normaal leven.'

'Dat gun ik haar ook. Als het aan jou lag, zou ze alleen nog maar cholesterol eten.'

'In mijn jeugd wisten we niet eens wat cholesterol was. We aten wat we lekker vonden, en dat was niet een soort paardenvoer. En kijk nou eens naar me. Vierenzeventig jaar en gezond als een vis.'

Betsy omhelsde haar moeder en gaf haar een zoen op haar voorhoofd. Ze moest zich bukken want Rita was maar een meter zestig. Betsy's vader was nooit langer geworden dan een meter vijfenzeventig. Niemand begreep hoe Betsy aan haar lengte kwam.

'Waarom hoeft ze niet naar school?' vroeg Rita.

'De leerkrachten hebben een studiedag. Ik had de brief niet gelezen, dus ik wist het gisteravond pas toen Kathy erover begon.'

'Heb je tijd voor koffie?' vroeg Rita.

Betsy keek op haar horloge. Het was nog maar tien voor half- acht. Ze kon pas om acht uur in de gevangenis terecht om Darius te bezoeken.

'Ja hoor,' zei ze; ze liet de rugzak met Kathy's spullen op een stoel vallen en volgde haar moeder naar de huiskamer. Op de televisie, die al aan stond, was een ontbijtshow aan de gang.

'Laat haar niet te veel tv kijken,' zei Betsy, terwijl ze op de bank ging zitten. 'Ik heb haar wat boeken en spelletjes meegegeven.'

'Een beetje tv kijken heeft nog nooit iemand kwaad gedaan, net zo min als die cornflakes.'

Betsy lachte. 'Eén dag bij jou en alle goede gewoonten die ik in een jaar tijd heb aangekweekt, verdwijnen als sneeuw voor de zon. Je bent hopeloos.'

'Onzin,' bromde Rita, terwijl ze twee kopjes vulde met de koffie die ze al had klaargezet. 'Nou, wat heb je vanochtend voor belangrijks te doen, dat je die lieve engel aan de zorgen van zo'n verschrikkelijk mens toevertrouwt?'

'Ken je Martin Darius?'

'Natuurlijk.'

'Ik moet hem verdedigen.'

'Wat heeft hij gedaan?'

'Volgens de officier van justitie heeft Darius de drie vrouwen die ze op zijn bouwterrein hebben gevonden, verkracht en vermoord. Darius zou ook tien jaar geleden, in Hunter's Point, New York, zes vrouwen hebben doodgemarteld.'

'Mijn god! Is hij schuldig?'

'Ik weet het niet. Darius zweert dat hij onschuldig is.'

'En geloof je hem?'

Betsy schudde haar hoofd. 'Ik kan er nog niets van zeggen.'

'Hij is rijk, Betsy. De politie arresteert iemand als hij niet zonder deugdelijk bewijsmateriaal.'

'Als ik altijd zou aannemen dat de staat gelijk had, zouden Andrea Hammermill en Grace Peterson nu in de gevangenis zitten.'

Rita keek bedenkelijk. 'Moet je eigenlijk na alles wat je voorvrouwen hebt gedaan, wel iemand verdedigen die vrouwen verkracht en martelt?'

'We weten niet of hij iemand heeft gemarteld, mam, en de pers heeft me dat feministische etiketje opgeplakt. Ik wil best voor vrouwen opkomen, maar ik ben niet alleen een advocaat voor vrouwen. Met deze zaak kan ik laten zien dat ik meer in mijn mars heb. Het is goed voor mijn carrière. En, belangrijker nog, misschien is Darius onschuldig. De officier van justitie weigert te zeggen waarom hij Darius schuldig acht. Dat maakt me wantrouwig. Als hij bewijzen had tegen Darius, zou hij zeker genoeg zijn van zichzelf om er met mij over te praten.'

'Ik wil gewoon niet dat het ten koste van jou gaat.'

'Het gaat niet ten koste van mij, mam, omdat ik het goed zal doen. Toen ik die zaak van Grace won, merkte ik dat ik talent had. Ik ben een uitstekende strafpleiter. Ik kan goed met juryleden overweg. Ik ben verdomd goed in kruisverhoren. Als ik deze zaak win, zullen ze in het hele land weten hoe goed ik ben en daarom wil ik deze zaak zo graag. Maar daar heb ik jouw hulp voor nodig.'

'Hoezo?'

'Het zal minstens een jaar duren. Het proces kan zich maanden voortslepen. Als de staat de doodstraf eist, zal ik moeten vechten voor ieder stapje in de goede richting en de zaak ligt bijzonder gecompliceerd. Hij zal al mijn tijd opslokken. Dit zijn dingen die tien jaar geleden zijn gebeurd. Ik moet alles, maar dan ook alles, te weten komen over Hunter's Point, over Darius' verleden. Dat betekent dat ik lange dagen zal moeten maken en ook de weekends zal moeten werken en dan heb ik hulp nodig voor Kathy. Iemand moet haar van de crèche ophalen als ik bij de rechtbank ben, eten koken voor haar...'

'En Rick dan?'

'Die kan ik niet vragen. Je weet wel waarom.'

'Nee, ik weet niet waarom. Hij is Kathy's vader. Hij is ook jouw man. Hij zou je grootste bewonderaar moeten zijn.' 'Nou, dat is hij niet. Hij heeft nooit kunnen accepteren dat ik een echte advocaat ben met een bloeiende praktijk.'

'Wat had hij dan gedacht dat je zou doen, toen je voor jezelf begon?'

'Ik geloof dat hij het meer als een onschadelijke hobby zag, zoiets als een postzegelverzameling, iets om me bezig te houden als ik klaar was met eten koken of opruimen.'

'Tja, daar is hij een man voor. Mannen willen graag het gevoel hebben dat ze de baas zijn. En dan kom jij met je naam in de krant en in praatprogramma's op de televisie.'

'Hoor eens, mam, ik wil liever niet over Rick praten, als je het niet erg vindt. Dan wind ik me alleen maar op.'

'Goed, ik zal niet meer over hem beginnen, en natuurlijk wil ik je helpen.'

'Ik zou niet weten wat ik zonder jou moest, mam.'

Rita bloosde en wuifde met haar hand. 'Waar zijn moeders anders voor.'

'Oma,' riep Kathy uit de keuken, 'ik kan de chocoladesiroop niet vinden.'

'Wat moet ze om halfacht 's morgens met chocoladesiroop?' vroeg Betsy dreigend.

'Dat gaat je niets aan,' antwoordde Rita hooghartig. 'Ik kom er aan, schatje. De pot staat te hoog voor je. Je kunt er niet bij.'

'Ik moet weg,' zei Betsy met een berustend hoofdgebaar. 'En beperk het tv kijken alsjeblieft tot een minimum.'

'Vanochtend lezen we Shakespeare en studeren we algebra,' antwoordde Rita terwijl ze in de keuken verdween.

Reggie Stewart zat in de gevangenis op een bank bij de bezoekersbalie op haar te wachten. Stewart had verschillende mislukte baantjes gehad totdat hij zijn speurderstalenten ontdekte. Hij was lang en slank met een ruige bos bruin haar en felblauwe ogen en voelde zich het prettigst in flanellen overhemden, cowboylaarzen en een spijkerbroek. Stewart had een vreemde kijk op de wereld en een sarcastische houding die sommige mensen afstootte. Betsy had waardering voor de manier waarop hij zijn fantasie gebruikte en mensen vertrouwen inboezemde. Deze eigenschappen waren van onschatbare waarde gebleken in de zaken Hammermill en Peterson, waar het duidelijkste bewijs van misbruik afkomstig was van de familieleden van het slachtoffer en onder dikke lagen haat en familietrots verborgen zou zijn gebleven als Reggie niet zoveel overtuigingskracht en doorzettingsvermogen had gehad.

'Klaar, chef?' vroeg Stewart terwijl hij zich van de bank ophees.

'Altijd,' antwoordde Betsy glimlachend.

Stewart had voor hun beiden een bezoekersformulier ingevuld. Een bewaker zat achter het glas van een controlekamer. Betsy schoof de formulieren en hun identiteitspasjes door een gleuf in het raam en vroeg om een contactgesprek met Martin Darius. Zodra de bewaker zei dat het geregeld was, haalden Betsy en Reggie de metalen voorwerpen uit hun zakken, deden hun horloge en sieraden af en liepen langs de metaaldetector. De bewaker doorzocht Betsy's aktentas en liet de lift komen. Toen de lift er was, stak Betsy de sleutel voor de zevende verdieping in het slot en draaide hem om. De lift ging naar de zevende verdieping; de deuren gingen open en zo kwamen ze in dezelfde smalle gang waar Betsy de vorige dag had gelopen. Deze keer liep ze naar de andere kant en wachtte voor een dikke metalen deur die aan de bovenkant met een even dikke glazen plaat was bedekt. Door het glas zag ze de twee bezoekerskamers van de zevende verdieping. Beide waren leeg.

'Darius is veeleisend,' zei Betsy tegen Stewart terwijl ze op de bewaker wachtten. 'Hij is gewend de teugels in handen te hebben, hij is buitengewoon intelligent en staat enorm onder druk.'

'Begrepen.'

'Vandaag luisteren we alleen. De officiële tenlastelegging is pas om negen uur, dus we hebben een uur de tijd. Ik wil zijn versie van de gebeurtenissen in Hunter's Point. Als we om negen uur niet klaar zijn, kun jij het later afmaken.'

'Wat staat hem te wachten?'

Betsy haalde een kopie van de tenlastelegging uit haar tas.

'Dat ziet er niet best uit, chef,' zei Stewart toen hij de aanklacht gelezen had. 'Wie is die "onbekende"?'

'De man. De politie heeft geen idee wie hij is. Zijn gezicht en vingertoppen waren door zuur aangetast en de moordenaar heeft zelfs zijn gebit met een hamer kapot geslagen om te voorkomen dat het tot identificatie zou kunnen leiden.'

Stewart trok een gezicht. 'Ik zie er niet bepaald naar uit de foto's van de lijken te zien.'

'Ze zijn afschuwelijk, Reg. Je kunt ze het beste vóór het ontbijt bekijken; het mijne kwam er bijna weer uit.'

'Wat denk je ervan?'

'Je bedoelt of ik denk dat Darius schuldig is?' Betsy schudde haar hoofd. 'Ik weet het niet. Page is er heilig van overtuigd, en het kan zijn dat Darius gisteren een geweldig stukje toneel voor me heeft opgevoerd, maar anders is hij onschuldig.'

'Een echte detectiveroman, dus.'

'Misschien.'

Aan de andere kant van de deur schoot een zwaar slot met een luide klik open. Betsy rekte zich uit en zag Darius voor de bewaker uit het portaal voor de beide bezoekerskamers binnenlopen. Zodra hij haar cliënt in een van de kamers had ingesloten, liet de bewaker Betsy en Stewart binnen en deed de deur naar de hal op slot. Vervolgens sloot hij hen in met Darius en verliet de ruimte via de deur waardoor hij was binnengekomen.

De bezoekerskamer was klein. De meeste ruimte werd in beslag genomen door een grote ronde tafel en drie stoelen van hard plastic. Op een daarvan zat Darius. Hij stond niet op toen Betsy binnenkwam.

'Ik zie dat je je lijfwacht hebt meegenomen,' zei Darius, terwijl hij Stewart onderzoekend aankeek.

'Martin Darius, Reggie Stewart, mijn detective.'

'Je hebt er maar één?' vroeg Darius, die Stewarts uitgestoken hand negeerde. Langzaam liet Stewart zijn hand zakken.

'Reggie is heel goed. Zonder hem zou ik Hammermill niet hebben gewonnen. Als ik vind dat u meer mensen nodig hebt, zal ik ervoor zorgen dat u ze krijgt. Hier is een kopie van de tenlastelegging.'

Darius pakte het papier aan en las het door.

'Page beschuldigt u op grond van verschillende hypothesen met betrekking tot ieder afzonderlijk geval: het in eigen persoon doden van een mens tijdens het uitvoeren van het misdrijf van ontvoering; het martelen tot de dood erop volgt; meer dan één slachtoffer. Als hij een veroordeling wegens moord onder verzwarende omstandigheden weet los te krijgen, komen we in het tweede stadium van het proces, de straffase. Dat bestaat uit een tweede proces waarin de strafmaat wordt vastgesteld.

In de straffase moet de staat de juryleden ervan overtuigen dat u de moord opzettelijk hebt gepleegd, dat de eventuele provocatie van het slachtoffer de moord niet rechtvaardigt en dat u in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid een gevaar voor de mensheid zult vormen. Als de juryleden unaniem "ja" op deze drie vragen antwoorden, zult u ter dood worden veroordeeld, tenzij er een verzachtende omstandigheid aangevoerd wordt die een van de juryleden ervan overtuigt dat de doodstraf in uw geval niet wenselijk is.

Als een van de juryleden op een van de vragen "nee" antwoordt, moet de jury vervolgens bepalen of u levenslang krijgt zonder voorwaardelijke vrijlating dan wel levenslang met een minimum van dertig jaar. Vragen?'

'Ja, Tannenbaum,' zei Darius, terwijl hij haar geamuseerd aankeek. 'Waarom verspil je tijd aan een uitleg van de straffase? Ik heb die vrouwen niet ontvoerd, gemarteld, of vermoord. Ik verwacht dat jij dat onze juryleden zult uitleggen.'

'En Hunter's Point?' vroeg Betsy. 'Die kwestie zal in uw zaak een belangrijke rol spelen.'

'Een zekere Henry Waters was de dader. Hij werd tijdens een vluchtpoging neergeschoten. Ze vonden het lijk van een van zijn slachtoffers in zijn kelder. Iedereen wist dat Waters de moordenaar was en de zaak is toen gesloten.'

'Waarom is Page er dan van overtuigd dat u die vrouwen in Hunter's Point hebt vermoord?'

'Geen flauw idee. Ik was een van de slachtoffers, verdomme. Dat heb ik toch al gezegd? Waters heeft Sandy en Melody vermoord. Ik maakte deel uit van het opsporingsteam dat de moorden onderzocht.'

'Hoe kwam dat zo?' vroeg Betsy verbaasd.

'Ik heb mijn diensten aangeboden. Ik was een uitstekende advocaat en ik heb vroeger veel strafzaken gedaan. Ik vond dat ik een unieke kijk op het misdadig brein had. De burgemeester vond het goed.'

'Waarom bent u in Oregon geen advocatenpraktijk begonnen?'

Darius keek nu strak. 'Wat doet dat er toe?'

'Daardoor lijkt het alsof u zich probeerde te verbergen. Net als het zwart verven van uw haar.'

'Mijn vrouw en kind waren vermoord, Tannenbaum. Ik heb hun lijken gevonden. Die moorden hoorden bij mijn vorige leven. Toen ik hier kwam wonen, had ik de kans een nieuw leven te beginnen. Ik wilde mijn oude gezicht niet meer in de spiegel zien, omdat dat me deed denken aan oude foto's waarop Sandy en Melody naast me stonden. Ik wilde niet meer hetzelfde werk doen, omdat ik dat werk te zeer met mijn oude leven associeerde.'

Darius boog zich voorover. Hij leunde met zijn ellebogen op de tafel en liet zijn hoofd rusten op zijn magere vingers waarmee hij zijn voorhoofd masseerde, alsof hij pijnlijke herinneringen probeerde weg te wrijven.

'Het spijt me als dat krankzinnig klinkt, maar ik was ook even een beetje krankzinnig. Ik was zo gelukkig. Toen kwam die maniak en...'

Darius sloot zijn ogen. Stewart keek hem onderzoekend aan. Betsy had gelijk. Die vent kon geweldig toneelspelen of hij was onschuldig.

'We hebben het oude dossier uit Hunter's Point nodig,' zei Betsy tegen Stewart. 'Je zult er waarschijnlijk heen moeten om te praten met de rechercheurs die zich indertijd met de zaak bezighielden. De theorie van Page stort als een kaartenhuis ineen als Martin de vrouwen in Hunter's Point niet heeft vermoord.'

Stewart knikte en keerde zich toen naar Darius.

'Wie zijn uw vijanden, meneer Darius? Wie haten u genoeg om u voor deze moorden te laten opdraaien?'

Darius haalde de schouders op. 'Ik heb veel vijanden gemaakt. En dan heb je nog die gekken die het project waar de lijken zijn gevonden, proberen tegen te houden.'

'Meneer Darius,' zei Stewart geduldig, 'met alle respect, maar u wilt toch niet in alle ernst beweren dat een groep mensen die historische gebouwen in stand wil houden, hiervoor verantwoordelijk is?'

'Ze hebben drie van mijn appartementen in de fik gestoken.'

'U ziet geen verschil tussen het verbranden van een levenloos voorwerp en het doodmartelen van drie vrouwen? De dader is een monster, meneer Darius. Kent u iemand die gewetenloos is, geen medelijden kent, die denkt dat mensen niets beter zijn dan ongedierte en die uw bloed wel kan drinken?'

Betsy verwachtte dat Darius Stewarts brutaliteit niet zou pikken, maar hij verraste haar. In plaats van boos te worden, leunde hij achterover in zijn stoel en trok van pure machteloosheid diepe rimpels in zijn voorhoofd terwijl hij een antwoord probeerde te vinden op Stewarts vraag.

'Wat ik hier zeg, blijft onder ons, nietwaar?'

'Reggie werkt voor ons. Hij heeft dezelfde zwijgplicht als ik.''Goed dan. Er schiet me één naam te binnen. Er is een project in Zuid-Oregon dat ik niet kon financieren. De banken hadden geen vertrouwen in mijn oordeel. Toen ben ik naar Manuel Ochoa gegaan. Hij is niet erg actief, maar bulkt van het geld. Ik heb nooit gevraagd hoe hij aan al dat geld komt, maar er gaan bepaalde geruchten.'

'Heeft het iets met Colombia te maken, meneer Darius? Cocaïne, heroïne?' vroeg Reggie.

'Dat weet ik niet en dat wilde ik ook niet weten. Ik wilde geld en dat heeft hij me gegeven. Het zal moeilijk worden mijn afspraken na te komen als ik in de gevangenis blijf. Als Darius Construction in gebreke blijft, verdient Ochoa een heleboel geld.'

'En drugshandelaren zien er geen been in een paar vrouwen uit de weg te ruimen,' voegde Stewart eraan toe.

'Weet Ochoa iets van Hunter's Point?' vroeg Betsy plotseling. 'Het gaat hier niet om een willekeurige psychopaat. We zoeken een psychopaat voor wie uw verleden geen geheim is.'

'Goede vraag,' zei Stewart. 'Wie, behalve uzelf, wist van Hunter's Point?

Darius zag er opeens ziek uit. Hij leunde weer met zijn ellebogen op de tafel en liet zijn hoofd zwaar in zijn handen vallen.

'Dat is de vraag waar ik aldoor mee heb lopen worstelen, Tannenbaum, vanaf het moment dat ik besefte dat ik erin werd geluisd. Maar ik heb er geen antwoord op. Ik heb nooit iemand in Portland over Hunter's Point verteld. Nooit. Maar degene die deze klotestreek heeft uitgehaald, weet er alles van, en ik begrijp maar niet hoe dat mogelijk is.'

'Zwarte koffie, graag,' zei Betsy tegen haar secretaresse toen ze door de voordeur naar binnen rende, 'en bestel bij de Heathman Pub een broodje kalkoen met spek en kaas.'

Betsy gooide haar koffertje op haar bureau en keek haastig de stapel post en notities door die Ann op het vloeiblad had gelegd.

Ze mikte de reclamefolders in de prullenbak, legde de belangrijke brieven in het vakje voor ingekomen stukken en besloot dat geen van de bellers onmiddellijk hoefde te worden teruggebeld.

'Het broodje komt over een kwartier,' zei Ann terwijl ze een kop koffie op Betsy's bureau neerzette.

'Fijn.'

'Hoe is het met de officiële tenlastelegging gegaan?'

'Het was een complete chaos. Bij het gerechtsgebouw krioelde het van de journalisten. Het was nog erger dan bij Hammermill.'

Ann liet haar alleen. Betsy dronk haar koffie en toetste het nummer van dr. Raymond Keene in, die vroeger als arts aan het OM verbonden was, maar nu een particuliere praktijk had. Als strafadvocaten de bevindingen van de gerechtsarts wilden controleren, gingen ze naar dr. Keene.

'Wat is er, Betsy?'

'Hallo, Ray. Ik heb de zaak Darius.'

'Je meent het.'

'Ik meen het. Drie vrouwen en een man. Allemaal vreselijk toegetakeld. Ik wil alles weten: hoe ze zijn gestorven en wat er is gebeurd voordat ze stierven.'

'Wie heeft de autopsie gedaan?'

'Susan Gregg.'

'Die is goed. Is er een speciale reden waarom je haar conclusies in twijfel trekt?'

'Het gaat niet zozeer om haar conclusies. De officier van justitie denkt dat Darius dit al eerder heeft gedaan, tien jaar geleden, in Hunter's Point, New York. Voor zover ik weet zijn daar zes vrouwen vermoord. Er was een verdachte, die is doodgeschoten toen hij zich tegen zijn arrestatie verzette. Page gelooft niet dat die verdachte de dader was. Als we de autopsieverslagen uit Hunter's Point krijgen, wil ik graag dat jij ze naast elkaar legt om te kijken of de modus operandi van beide zaken dezelfde is.'

'Klinkt interessant. Heeft Page toestemming gegeven?'

'Ik heb het hem na de officiële tenlastelegging gevraagd.' 'Ik zal Sue bellen, dan probeer ik vanmiddag naar het mortuarium te gaan.'

'Hoe sneller, hoe beter.'

'Moet ik een tweede autopsie doen of alleen haar verslag controleren?'

'Doe maar alles wat je kunt bedenken. Ik heb op dit moment geen idee wat belangrijk kan zijn.'

'Wat voor laboratoriumtests heeft Sue gebruikt?'

'Dat weet ik niet.'

'Waarschijnlijk niet genoeg. Ik zal wel eens kijken. Doof de bezuinigingen wordt er nog wel eens op het laboratoriumwerk beknibbeld.'

'We hoeven ons geen zorgen te maken om geld. Darius betaalt alles.'

'Zo mag ik het horen. Ik bel je zodra ik iets voor je heb. Zet hem op.'

'Dat zal ik doen, Ray.'

Betsy legde de hoorn neer.

'Ben je klaar om te lunchen?' vroeg Nora Sloane aarzelend vanuit de deuropening. Betsy keek geschrokken op.

'Je receptioniste was er niet. Ik heb een paar minuten gewacht.'

'O, het spijt me Nora. We hadden inderdaad afgesproken samen te lunchen, hè?'

'Om twaalf uur.'

'Het spijt me. Ik ben het helemaal vergeten. Ik heb net een nieuwe zaak en die slokt al mijn tijd op.'

'Martin Darius. Ik weet het. De Oregonian staat er bol van.'

'Ik ben bang dat die lunch vandaag niet door kan gaan. Ik zit tot over mijn oren in het werk. Kunnen we het uitstellen?'

'Geen probleem. Ik dacht eigenlijk al dat je het zou willen afzeggen. Ik wilde je eerst bellen, maar... Betsy,' zei Sloane opgewonden, 'zou ik je bij deze zaak kunnen volgen, je weet wel, bij gesprekken aanwezig zijn, met je detective praten? Het zou een fantastische gelegenheid zijn om te zien hoe je zo'n belangrijke zaak aanpakt.'

'Ik weet het niet...'

'Ik zou natuurlijk mijn mond houden. Ik zou geen vertrouwelijke informatie doorbrieven. Ik zal er muisstil bij zitten.'

Sloane leek zo enthousiast, dat Betsy niet wilde weigeren, maar als haar verdedigingsstrategie uitlekte, zou dat onherstelbare schade kunnen aanrichten. De voordeur ging open en Ann verscheen in de deuropening met een bruine papieren zak in haar hand. Sloane keek over haar schouder.

'Sorry,' zei Ann, en ze wilde zich al terugtrekken. Betsy gebaarde dat ze moest blijven.

'Ik zal met Darius praten,' zei Betsy. 'Hij zal toestemming moeten geven. Daarna zal ik erover nadenken. Ik zal nooit iets doen wat de zaak van een cliënt in gevaar kan brengen.'

'Dat begrijp ik best,' zei Sloane. 'Ik bel je over een paar dagen om te horen wat je besloten hebt.'

'Het spijt me van die lunch.'

'O, dat geeft niet. En bedankt.'

Er stond een bus met het CBS-logo en nog een van ABC op Betsy's oprit toen ze aan kwam rijden.

'Wie zijn dat, mam?' vroeg Kathy, duidend op twee keurig geklede, knappe blondines die op de auto af stevenden. De vrouwen hielden een microfoon in de hand en werden gevolgd door gespierde mannen, gewapend met draagbare tv-camera's.

'Monica Blake, CBS, mevrouw Tannenbaum,' zei de kleinste vrouw toen Betsy het portier opendeed. Blake deed onzeker een stap naar achteren en de andere vrouw profiteerde van de gelegenheid.

'Hoe verklaart u dat een vrouw die bekend staat om haar sterk feministische ideeën, een man verdedigt die ervan verdacht wordt drie vrouwen te hebben ontvoerd, verkracht, gemarteld en vermoord?'

Betsy kreeg een kleur. Ze draaide zich met een ruk om en keek de journaliste van ABC kwaad aan, terwijl ze de microfoon die bijna tegen haar gezicht werd geduwd, geen blik waardig keurde.

'Ten eerste hoef ik niets te verklaren. Dat moet de staat doen. Ten tweede ben ik advocaat. Een van mijn taken is mensen - hetzij man, hetzij vrouw - die van een misdaad worden beschuldigd, te verdedigen. Soms is zo'n beschuldiging onterecht, en heeft justitie zich vergist. Martin Darius is onschuldig en ik ben er trots op hem van deze onterechte aanklacht te mogen vrijpleiten.'

'En als die niet onterecht is?' vroeg de journaliste van CBS. 'Hoe kunt u 's nachts rustig slapen als u weet wat hij die vrouwen heeft aangedaan?'

'Ik raad u aan u in de grondwet te verdiepen, mevrouw Blake. De heer Darius wordt als onschuldig beschouwd tot het tegendeel bewezen is. Maar ik moet me nog met het eten bezighouden en me om mijn dochtertje bekommeren. Ik zal aan huis geen vragen meer beantwoorden. Ik beschouw dit als een inbreuk op mijn privacy. Als u me wilt spreken, belt u mijn kantoor dan voor een afspraak. Valt u mij alstublieft niet meer thuis lastig.'

Betsy liep om de auto heen en deed het portier voor Kathy open. Ze sprong eruit en keek over haar schouder naar de camera's terwijl Betsy haar meetrok naar binnen. De twee journalisten bleven vragen afvuren tegen haar rug.

'Komen we op tv?' vroeg Kathy, toen Betsy de deur dichtsloeg.