Hoofdstuk 7
Iets deugde er niet in Gordons redenering, dat was zeker. Het was net een boek met een schitterende intrige die in een anticlimax uitmondt. En sommige dingen waren met elkaar in tegenspraak. Zoals Gordon het vertelde, waren zij, Grimsbo en Turner, gewetensvolle rechercheurs. Als ze ervan overtuigd waren dat Lake zes vrouwen had vermoord en Waters ervoor had laten opdraaien, waarom hadden ze de zaak dan als afgedaan beschouwd? En waarom zou Lake een bloeiende praktijk verlaten en verdwijnen, als hij dacht vrijuit te gaan? Had hij daarna nog iets met zijn romantische belangstelling voor Gordon gedaan? Ze had niet gezegd of ze na de avond van Waters' arrestatie nog contact met hem had gehad. Ten slotte was er de vraag die Page vergeten was te stellen. Hoe zat het met de vrouwen? Gordon had hem niet verteld wat er met de vermiste vrouwen gebeurd was.
Terwijl hij wachtte tot iemand van de afdeling recherche in Hunter's Point de telefoon beantwoordde, schreef Page die punten op een geel schrijfblok. Vanuit het westen kwamen zwarte stormwolken aanstuiven. Page was de regen beu. Misschien zouden die wolken hem een plezier willen doen en over de stad waaien voordat ze hun lading lieten vallen. Misschien zouden ze bij hun vertrek een plekje open laten voor wat zonnestralen.
'Roy Lenzer.'
Page legde zijn pen op het schrijfblok.
'Meneer Lenzer, met Alan Page uit Portland, Oregon. Ik ben officier van justitie van Multnomah County.'
'Wat kan ik voor u doen?' vroeg Lenzer hartelijk.
'Werkt er bij u een rechercheur die Nancy Gordon heet?'
'Ja, maar die is op vakantie. Ze komt pas over een paar weken weer terug.'
'Kunt u een beschrijving van haar geven?'
Lenzers beschrijving kwam overeen met de vrouw die Page had opgezocht.
'Kan ik u ergens mee helpen?' vroeg hij.
'Misschien. We zitten hier met een probleem. Er zijn drie vrouwen verdwenen. Bij alle drie vonden we een briefje en een roos in de slaapkamer. Mevrouw Gordon heeft me verteld dat ze ongeveer tien jaar geleden in Hunter's Point bij een gelijksoortige zaak betrokken is geweest.'
'Ik geloof dat ik zoiets heb gehoord, maar ik werk hier nog maar vijf jaar. Ben hier vanuit Indiana komen wonen. Dus ik kan u niet helpen.'
'Hoe zit het met Frank Grimsbo of Wayne Turner? Zij waren de andere rechercheurs.'
'Er werkt hier geen Grimsbo of Turner meer.'
Page hoorde gerommel van onweer buiten en keek uit het raam. Een vlag aan een gebouw aan de overkant van de straat klapperde heen en weer. Het leek alsof de wind hem ieder moment van de vlaggestok kon rukken.
'Ik zal wel geen kopie van het dossier kunnen krijgen, zeker? De man die uiteindelijk gearresteerd werd, was Henry Waters...' 'W-A-T-E-R-S?'
'Ja. Hij is neergeschoten toen hij zich tegen zijn arrestatie verzette. Ik geloof dat er zes vrouwen dood waren. Een van hen was Patricia Cross. Verder nog Melody Lake, een klein meisje, en Sandra Lake, haar moeder. De namen van de anderen weet ik niet meer.'
'Als dit tien jaar geleden is gebeurd, moet het dossier in het magazijn liggen. Ik zal ernaar kijken en contact opnemen als ik het heb gevonden. Mag ik uw adres en telefoonnummer?'
Page gaf zijn adres door aan Lenzer, terwijl Randy Highsmith, hoofdambtenaar van het OM, de deur opendeed voor William Tobias, de politiechef, en Ross Barrow, de rechercheur die verantwoordelijk was voor de zaak van de zwarte roos. Page wuifde naar een paar stoelen en hing de hoorn op de haak.
'We hebben misschien een doorbraak in de zaak van die vermiste vrouwen,' zei Page. Hij begon ze Gordons relaas over het gebeurde in Hunter's Point te vertellen.
'Voordat het lijk in het huis van Waters werd aangetroffen, was de hoofdverdachte Peter Lake, de man van een van de slachtoffers,' besloot Page. 'Er waren voldoende aanwijzingen om de vraag of Lake Waters er had ingeluisd, te rechtvaardigen. Kort nadat de zaak officieel was gesloten, verdween Lake.
Twee dagen geleden ontving Gordon een anonieme brief met de woorden "Vrouwen in Portland, Oregon, zijn 'Verdwenen, Maar Niet Vergeten' ". Ieder woord begon met een hoofdletter, net zoals onze man het doet. Er zat een foto bij van Martin Darius die uit een motelkamer kwam. Martin Darius is misschien Peter Lake. Gordon denkt dat hij onze moordenaar is.'
'Ik ken Martin Darius,' zei Tobias ongelovig.
'Iedereen kent Darius,' zei Page, 'maar wat weten we van hem?'
Page schoof de foto van Darius en het kranteknipsel met de foto van Lake over het bureau. Barrow, Tobias en Highsmith bogen zich er gezamenlijk over.
'Tjonge,' zei Highsmith hoofdschuddend.
'Ik weet het niet, Al,' zei Tobias. 'Die krantefoto is een beetje vaag.'
'Gordon heeft me ter vergelijking de vingerafdrukken van Lake gegeven. Kun jij dat nagaan, Ross?'
Barrow knikte en pakte het kaartje aan.
'Ik kan het maar moeilijk geloven,' zei Tobias. 'Ik zou wel eens met die rechercheur willen praten.'
'Ik zal haar laten komen. Ik wil graag dat jullie haar verhaal zelf horen/ zei Page, zonder over zijn eigen twijfels uit te weiden, omdat hij wilde dat ze Gordons verhaal objectief zouden aanhoren.
Page draaide het nummer van Motel Lakeview. Hij vroeg naar Gordon en leunde achterover terwijl de receptionist hem doorverbond.
'Is ze er niet? Het is bijzonder dringend. Weet u ook wanneer ze is vertrokken? Dat begrijp ik. Goed, vraagt u haar zodra ze terugkomt Alan Page te bellen.'
Page gaf zijn telefoonnummer door en legde de hoorn neer. 'Ze is gisteravond om een uur of één aangekomen, maar ze is er nu niet. Misschien is ze gaan ontbijten.'
'Wat ben je van plan, Al?' vroeg Highsmith.
'Ik wil dat Darius vierentwintig uur per dag in de gaten wordt gehouden, voor het geval Gordon gelijk heeft.'
'Dat kan,' zei Barrow.
'Zorg ervoor dat je goede mensen inschakelt, Ross. Ik wil voorkomen dat Darius er lucht van krijgt.'
'Randy, zoek de voorgeschiedenis van Darius uit. Ik wil zijn levensloop zo gauw mogelijk boven water hebben.'
Highsmith knikte.
'Ik neem contact op zodra Gordon terugbelt.'
Highsmith vertrok met Tobias en Barrow en sloot de deur. Page twijfelde of hij het Lakeview nog eens zou proberen, maar het was te gauw na het eerste telefoontje. Hij draaide zijn stoel om en keek naar buiten. De regen kwam bij bakken uit de hemel.
Waarom had hij gisteravond de zwakke plekken in Gordons verhaal niet gezien? Kwam het door Gordon zelf? Ze leek uit balans, gespannen, alsof er elektrische stroomstootjes door haar heen flitsten. Hij had zijn ogen niet van haar kunnen afhouden toen ze praatte. Het was geen fysieke aantrekkingskracht. Er was
iets anders dat hem tot haar aantrok. Haar hartstocht, haar felheid. Nu hij haar niet kon zien, kon hij helderder denken. Als ze bij hem was, bracht ze de dingen uit hun evenwicht, als een bliksemflits boven de rivier.