Nancy Gordon sliep een droomloze slaap toen de telefoon ging. Ze schoot omhoog en sloeg even met haar armen om zich heen voordat ze besefte wat er aan de hand was. De telefoon ging nog eens over voordat ze hem in het donker had gevonden.

'Mevrouw Gordon?' vroeg een mannenstem.

'Daar spreekt u mee,' zei Nancy, terwijl ze probeerde goed wakker te worden.

'U spreekt met Jeff Spears. Ik heb piketdienst. Een kwartier geleden ontvingen we een klacht over een man in een auto op de hoek van Bethesda en Champagne. Hij heeft daar drie achtereenvolgende avonden geparkeerd gestaan. Een van de buren begon zich zorgen te maken.

Hoe dan ook, agent DeMuniz en ik hebben met de man gepraat. Hij zei dat hij Peter Lake heette. Hij beweert dat hij samenwerkt met het team dat de moord op die vrouwen onderzoekt. Hij heeft me uw naam doorgegeven.'

'Hoe laat is het?' vroeg Nancy. Het laatste dat ze wilde was haar netvlies schroeien door het licht aan te doen.

'Half twee,' zei Spears schuldbewust. 'Het spijt me dat ik u wakker heb gemaakt.'

'O, dat geeft niet,' antwoordde ze, terwijl ze de digitale wekker in het vizier kreeg en zag dat de tijd klopte. 'Is Lake bij u?'

'Hij zit naast me.'

Nancy haalde eens diep adem. 'Geef hem maar even.'

Nancy hoorde Spears met iemand praten. Ze gooide haar benen over de rand van het bed, ging rechtop zitten en wreef zich de ogen uit.

'Nancy?' vroeg Lake.

'Wat is er aan de hand?'

'Wil je dat ik dat vertel waar die agent bij is?'

'Ik wil graag terug naar bed. Waarom zit jij drie dagen achtereen middenin de nacht in een geparkeerde auto?' 'Vanwege Waters. Ik hield zijn huis in de gaten.'

'O, verdomme, nee toch, hè? Je hield hem in de gaten? Dacht je dat je in een film zat? Peter, je bent over twintig minuten bij Chang.'

'Maar...'

'Over twintig minuten. Dit is te idioot voor woorden. En geef Spears nog even.'

Nancy hoorde Lake de agent roepen. Ze sloot haar ogen en deed het leeslampje aan. Daarna liet ze haar oogleden langzaam omhoog komen. Het licht brandde en haar ogen begonnen te tranen.

'Mevrouw Gordon?'

'Ja. Luister, Spears, het zit wel goed. Hij werkt mee in het team. Maar het was prima werk,' voegde ze eraan toe, want hij klonk jong en enthousiast en zou blij zijn met het compliment.

'Het klonk verdacht. En met die moorden...'

'Nee, je hebt goed gehandeld. Maar ik wil dat je dit aan niemand vertelt. We willen niet dat het uitlekt hoe we dit aanpakken.'

'Geen probleem.'

'Bedankt voor het telefoontje.'

Nancy hing op. Ze voelde zich beroerd, maar ze moest weten wat Lake in zijn schild voerde.

Toen Nancy bij Chang binnenkwam, zat Lake haar al aan een hoektafeltje op te wachten. Het cafeetje was de hele nacht geopend voor politiemensen, vrachtwagenchauffeurs en de toevallige student. Je kon er rustig met elkaar praten. Lake had een kop koffie voor zich staan. Nancy bestelde er zelf ook een.

'Vertel me nu maar eens wat je eigenlijk bezielde, Peter,' zei Nancy toen de serveerster de koffie had gebracht.

'Het spijt me als ik mijn boekje te buiten ben gegaan. Maar ik weet zeker dat Waters de moordenaar is. Ik heb hem drie dagen in de gaten gehouden. Geloof me, ik heb het perfect gedaan. Hij heeft geen idee dat hij gevolgd werd.' 

'Peter, zo pakken we die dingen niet aan. Je kan niet zomaar een of ander maf idee gebruiken dat je uit Magnum hebt opgepikt. Je was zo opvallend bezig dat de buren je meteen in de gaten hadden. Als Waters je heeft gezien en zich bekeken voelt, duikt hij misschien onmiddellijk onder en dan zouden we hem voorgoed kwijt zijn. Bovendien, als hij de moordenaar is, had je ernstig gevaar kunnen lopen. Diegene die je vrouw en dochter heeft vermoord, is volkomen gewetenloos en zal niet aarzelen nog een moord te plegen. Vergeet dat niet.'

'Ik was een beetje dom, geloof ik.'

'Dat heeft niets met "geloof' te maken.'

'Je hebt gelijk. Het spijt me. Ik heb er niet bij nagedacht dat ik het onderzoek zou kunnen schaden of zelf gevaar zou kunnen lopen. Ik dacht alleen aan...'

Lake zweeg en sloeg de ogen neer.

'Ik weet dat je hem pakken wilt, Peter. Dat willen we allemaal. Maar als je niet op de juiste manier te werk gaat, bederf je alles.'

Lake knikte nadenkend. 'Je hebt je best gedaan me te helpen, Nancy, en dat waardeer ik. Ik begin eindelijk de dood van Sandy en Melody te verwerken en dat komt gedeeltelijk door jou.'

Lake glimlachte. Nancy beantwoordde de glimlach niet. Ze keek Lake onderzoekend aan.

'Ik heb besloten weer aan het werk te gaan. Dit incidentje van vanavond heeft me ervan overtuigd dat ik niet erg veel bijdraag tot het onderzoek. Ik dacht dat ik echt van nut kon zijn, maar dat was slechts egoïsme en wanhoop. Ik ben geen politieman en ik weet niet wat me bezielde om te denken dat ik meer kon doen dan jullie.'

'Goed zo. Ik ben blij het te horen. Dat is een gezond teken.'

'Dat betekent nog niet dat ik me helemaal terugtrek. Ik wil graag de kopieën van alle politierapporten zien. Misschien zie ik toch iets wat jullie over het hoofd zien, of bekijk ik het vanuit een ander gezichtspunt. Maar ik zal jullie niet meer op het bureau lastigvallen.'

'Ik kan de rapporten laten opsturen, als O'Malley geen bezwaar heeft. Maar je zult ze strikt vertrouwelijk moeten behandelen. Je mag ze zelfs niet aan je collega's laten zien.'

'Dat spreekt vanzelf. Weet je, je hebt echt goed voor me gezorgd,' zei Lake. Hij glimlachte weer. 'Zullen we eens samen uit eten gaan, wat denk je? Gewoon voor de gezelligheid, niet om het onderzoek?'

'We zien wel,' antwoordde ze wat ongemakkelijk.

Lake keek op zijn horloge. 'Hé, we moeten eens opbreken. Anders zijn we morgen doodop. Deze keer betaal ik, en daarmee uit.'

Nancy stond op en nam afscheid. Het was laat en ze had weinig geslapen, maar ze was klaarwakker. Er was geen twijfel meer mogelijk. Zijn vrouw was nog maar drie weken dood, maar Peter Lake zocht beslist toenadering. En dat was niet het enige dat haar dwars zat. Nancy wilde weten waarom Peter Lake Henry Waters werkelijk had geschaduwd.