Hoofdstuk 24
De deur naar de bezoekerskamer van de gevangenis zwaaide open en Darius kwam binnen. Hij droeg hetzelfde overhemd en dezelfde broek als gisteren, toen hij gearresteerd werd. Zijn ogen waren bloeddoorlopen en hij leek minder zelfverzekerd dan tijdens hun andere gesprekken.
'Ik wist wel dat je zou komen, Tannenbaum,' zei Darius. Hij probeerde kalm te lijken, maar de wanhoop klonk in zijn stem door.
'Ik wilde het niet, maar ik ben verplicht je belangen te behartigen tot een andere raadsman me van die verplichting ontslaat.'
'Je kunt me niet laten barsten.'
'Ik ben niet van gedachten veranderd, Martin. Ik meende alles wat ik gisteren heb gezegd.'
'Zelfs al weet je dat ik onschuldig ben?'
'Dat weet ik niet zeker. En ook al zou je onschuldig zijn, dan nog verandert dat niets aan je daden in Hunter's Point.'
Darius leunde iets voorover en keek haar indringend aan.
'Je weet best dat ik onschuldig ben, tenzij je denkt dat ik stom genoeg ben om mijn vrouw in mijn eigen kelder te vermoorden, vervolgens Alan Page op te bellen om hem te vertellen waar hij het lijk kan vinden.'
Darius had natuurlijk gelijk. De bewijzen tegen hem waren te mooi om waar te zijn en het tijdstip van de nieuwe moord was wat al te opportuun. Betsy's twijfels hadden haar het grootste deel van de nacht wakker gehouden, maar ze hadden haar mening over Darius niet veranderd.
'Over een paar minuten gaan we naar de rechtszaal. Page zal een officiële aanklacht indienen wegens de moord op Lisa. Hij zal voor weigering van borgtocht pleiten en Norwood vragen je borgstelling voor de andere aanklacht te herroepen. Ik zie geen kans de rechter over te halen je op borgtocht vrij te laten.'
'Vertel de rechter wat we over Gordon weten. Vertel hem dat ik erin geluisd wordt.'
'Dat kunnen we niet bewijzen.'
'Aha, zo zit het dus. Ik heb je verkeerd ingeschat, Tannenbaum. Waar zijn je loffelijke ethische principes gebleven? Je advocateneed? Je gaat er met de pet naar gooien, nietwaar, omdat je mij niet kunt uitstaan?'
Betsy werd rood van woede. 'Ik gooi verdomme nergens met de pet naar. Ik zou hier niet eens moeten zitten. Ik probeer je uit te leggen hoe de zaken ervoor staan. Rechter Norwood heeft een groot risico genomen toen hij je vrijliet. Als hij foto's van Lisa ziet, waarop ze languit in je kelder ligt, waarop haar darmen uit haar buikwand steken, zal hij niet veel zin hebben je opnieuw vrij te laten.'
'De staat roept de getuige Vincent Ryder op, edelachtbare,' zei Alan Page. Hij keek om en zag de statige rechter tussen de toeschouwers door naar voren komen. Ryder was een meter vijfentachtig en had een sneeuwwitte bos haar. Hij hinkte een beetje, een overblijfsel van een wond die hij in de Tweede Wereldoorlog had opgelopen. Ryder liep met rechte schouders en ontweek zorgvuldig ieder oogcontact met Martin Darius, alsof hij bang was dat hij door woede zou worden overmand als hij de man in het oog kreeg.
'Voor alle duidelijkheid,' zei Page zodra Ryder de eed had afgelegd, 'u bent rechter van het Hooggerechtshof van Oregon en de vader van Lisa Darius?'
'Ja,' antwoordde Ryder, die zich met moeite goed hield.
'Uw dochter was met de verdachte getrouwd, nietwaar?'
'Jazeker.'
'Is uw dochter, toen de heer Darius gearresteerd werd, bij u komen wonen?'
'Inderdaad.'
'Heeft Lisa's man, terwijl ze bij u was, haar opgebeld?'
'Herhaaldelijk, meneer Page. Hij belde verschillende keren per avond vanuit de gevangenis.'
'Is het waar dat gevangenen alleen collect mogen telefoneren?'
'Ja. Al zijn telefoontjes waren collect gesprekken.'
'Heeft uw dochter de gesprekken geaccepteerd?'
'Ze vroeg mij ze te weigeren.'
'Heeft uw dochter voor zover u weet de verdachte tijdens zijn gevangenschap gesproken?'
'Misschien één of twee keer vlak na zijn arrestatie. Toen ze eenmaal bij mij was, niet meer.'
'Wat voelde uw dochter voor haar echtgenoot?'
'Ze was doodsbang voor hem.'
'Nam die angst toe of af toen de heer Darius op borgtocht vrijkwam?'
'Die nam toe. Ze was als de dood dat hij haar zou komen halen.'
'Heeft de verdachte Lisa Darius na zijn vrijlating gebeld?'
'Jazeker. Meteen de eerste avond.'
'Hebt u dat gesprek gehoord?
'Deels.'
'Hebt u de verdachte dreigementen horen uiten?'
'Ik geloof dat hij tegen haar zei dat ze in Portland niet veilig was.'
'Wat bedoelt u als u zegt dat u dat gelooft?''Lisa vertelde me dat hij dat had gezegd. Ik stond naast Lisa en kon soms horen wat hij zei.' 'Weet u of mevrouw Darius dit als een dreigement opvatte?'
'Ze was in de war. Ze zei dat ze niet zeker wist wat hij bedoelde. Het leek alsof hij impliceerde dat er gevaar dreigde van andere zijde, maar dat was niet erg logisch. Ik nam aan dat hij haar indirect bedreigde om te voorkomen dat men hem ergens van zou kunnen beschuldigen.'
'Rechter Ryder, wanneer was de laatste keer dat u uw dochter in leven zag?'
Even verloor de rechter zijn zelfbeheersing. Hij nam een slok water voordat hij antwoordde.
'We hebben samen van zeven uur tot halfacht ontbeten. Daarna ben ik naar Salem gereden.'
'Wanneer bent u thuis gekomen?'
'Ongeveer om zes uur 's middags.'
'Was uw dochter toen thuis?'
'Nee.'
'Was er iets in het huis dat u ongerust maakte?'
'De televisie stond aan, maar er was niemand thuis. Hij stond zo hard aan dat Lisa het wel had moeten horen, zodat ze hem uit had kunnen zetten voordat ze wegging.'
'Zag u iets waaruit u kon opmaken dat ze bezoek had gehad?'
'Er stonden twee koffiekopjes in de keuken en er lag een cake op tafel, alsof ze met iemand had zitten praten.'
'Heeft uw dochter een briefje achtergelaten om u te laten weten waar ze heen ging?'
'Nee.'
'Dat is alles.'
'Uw getuige, mevrouw Tannenbaum,' zei rechter Norwood.
'Hij liegt,' fluisterde Darius. 'Ik heb Lisa niet bedreigd. Ik wilde haar waarschuwen.'
'Hij liegt niet, Martin. Hij zegt alleen wat hij oprecht gelooft. Als ik aandring, zal hij alleen maar steviger aan zijn mening vasthouden.''Flauwekul. Ik heb gezien hoe jij getuigen aanpakt. Ryder is een pompeuze slijmbal. Als jij met hem klaar bent, zal hij voor gek staan.'
Betsy haalde diep adem, omdat ze haar geduld niet wilde verliezen. Toen boog ze zich voorover naar Darius en zei zacht: 'Wil je nou heus dat ik rechter Ryder aanpak tot hij instort, Martin? Denk je werkelijk dat je op borgtocht vrijkomt, als ik zorg dat een van de meest gerespecteerde rechters van deze staat, de vader van een jonge vrouw die op wrede wijze vermoord is, in een openbare rechtszaal voor een van zijn collega's voor de bijl gaat?'
Darius wilde iets zeggen, maar bedacht zich en wendde zich van Betsy af.
'Geen vragen, edelachtbare,' zei Betsy.
'Onze volgende getuige is rechercheur Richard Kassei,' zei Page.
Richard Kassei liep quasi onverschillig door het middenpad naar voren. Hij droeg een bruin tweedjasje, een lichtbruine broek, een wit overhemd en een felgeel bedrukte das. Zijn schoenen waren gepoetst en zijn zwarte haar netjes gekapt. Hij had de tevreden blik van iemand die zichzelf te serieus neemt.
'Rechercheur Kassei, wat is uw beroep?'
'Ik ben rechercheur bij het politiekorps van Portland.'
'Hebt u de verdachte gisteravond gearresteerd?'
'Jazeker.'
'Vertel de rechter hoe dat in zijn werk ging.'
Kassei wendde zich tot de rechter.
'Rechercheur Rittner en ik kregen een oproep via de politiezender. Op grond daarvan verschafte ik mij toegang tot het terrein. De deur van het huis van de verdachte was op slot. We maakten ons bekend en eisten dat de verdachte de deur open zou doen. Hij deed wat we zeiden. Rechercheur Rittner en ik arresteerden de verdachte en wachtten in overeenstemming met onze instructies op de andere wagens.'
'Arriveerden de anderen kort daarna?'
Kassei knikte. 'Ongeveer een kwartier na ons kwam u samen met rechercheur Barrow, gevolgd door verschillende andere agenten.'
Betsy fronste haar voorhoofd. Ze keek nog eens naar de aantekeningen die ze tijdens het getuigenis van rechter Ryder had gemaakt. Toen schreef ze iets op haar schrijfblok.
'Hebt u het stoffelijk overschot gevonden?' vroeg Page.
'Nee, meneer. Wij hadden opdracht bij de verdachte te blijven. Het stoffelijk overschot is door andere agenten ontdekt.'
'Hebt u meneer Darius op zijn rechten gewezen?'
'Jazeker.'
'Heeft meneer Darius een verklaring afgelegd?'
'Hij heeft gevraagd of hij zijn advocaat mocht bellen, verder niets.'
'Uw getuige, mevrouw Tannenbaum.'
Betsy keek onzeker. Ze vroeg de rechter om een minuutje bedenktijd en deed alsof ze een politierapport bekeek terwijl ze haar gedachten ordende.
'Meneer Kassei,' vroeg Betsy voorzichtig, 'wie gaf u opdracht het huis van meneer Darius binnen te gaan om hem te arresteren?'
'Rechercheur Barrow.'
'Heeft hij ook gezegd waarom u meneer Darius moest arresteren?'
'Jazeker. Hij zei dat er een tip was binnengekomen dat de verdachte zijn vrouw had vermoord en dat het lijk in zijn kelder lag.'
'Heeft rechercheur Barrow u ook verteld van wie de tip afkomstig was?'
'Dat heb ik niet gevraagd.'
'Welke kleding droeg meneer Darius toen hij de deur opendeed?'
'Hij droeg een wit overhemd en een broek.'
'Meneer Darius, wilt u even gaan staan?'
Darius ging staan.
'Is dit dezelfde broek?'
Rechercheur Kassei keek even naar Darius. 'Ja. Die broek had hij aan toen we hem arresteerden.'
'En dit is het witte overhemd?'
'Ja.'
'De kleding ziet er niet anders uit dan toen u hem arresteerde?'
'Nee.'
'Er zit geen bloed op zijn overhemd, wel?'
Kassei wachtte even en zei toen: 'Nee.'
'Hebt u het stoffelijk overschot van Lisa Darius gezien?' 'Ja.'
'Toen het nog in de kelder lag?' 'Ja.'
'Mevrouw Darius was opengereten, nietwaar?'
'Ja.'
'De kelder zat onder het bloed, nietwaar?'
'Ja,' antwoordde Kassei met tegenzin.
'Het hek voor het huis van meneer Darius is gesloten. Hoe bent u binnengekomen?'
'Rechercheur Barrow had de combinatie.'
'Hoe komt het dat u zoveel eerder dan rechercheur Barrow, de heer Page en de andere agenten ter plekke was?' vroeg Betsy met een vriendelijke glimlach waarachter de spanning die ze werkelijk voelde, schuil ging. Nog een paar vragen, en dan zou ze weten of haar vermoedens klopten.
'We stonden buiten het hek geparkeerd.'
'Was dat toeval?'
'Nee, mevrouw. We volgden de verdachte.'
'Hoe lang had u hem gevolgd?'
'We hebben hem een hele tijd gevolgd. We zijn er voor zijn eerste arrestatie mee begonnen.'
'Alleen u en rechercheur Rittner?'
'O, nee. Er waren drie teams. We losten elkaar af. Je kunt dat niet vierentwintig uur per dag doen.' 'Natuurlijk niet. Wanneer begon uw dienst op de dag van de arrestatie?'
'Om ongeveer drie uur 's middags.'
'Waar was meneer Darius toen?'
'Op zijn kantoor.'
'Ik neem aan dat u een ander surveillanceteam afloste?'
'Dat klopt. De rechercheurs Padovici en Kristol.'
'Wanneer was hun dienst begonnen?'
'Rond vijf uur 's ochtends.'
'Waar was meneer Darius toen?'
'De verdachte was thuis.'
'Waarom begon het andere team zo vroeg?'
'De verdachte staat om ongeveer halfzes op en gaat om een uur of halfzeven naar zijn werk. Als we zorgden dat we er om vijf uur waren, konden we hem volgen als hij het huis uit ging.'
'Dat deden Kristol en Padovici?' 'Ja.'
'Ik neem aan dat ze meneer Darius naar zijn kantoor volgden?'
'Dat zeiden ze in elk geval.'
'Was er die dag nog iets bijzonders gebeurd, volgens de rechercheurs?'
'Nee. Hij ging rechtstreeks naar zijn werk. Ik geloof dat hij de hele dag op zijn kantoor is geweest. Rechercheur Padovici zei dat het ernaar uit zag dat hij rond de lunch broodjes liet halen. Om een uur of zes kwam er een stel mannen in nette pakken naar buiten. Ik denk dat ze een vergadering hadden.'
'U bent meneer Darius naar huis gevolgd, toen hij zijn kantoor verliet?'
'Juist.'
'U hebt hem niet uit het oog verloren?'
'Nee.'
'Hoe lang was meneer Darius thuis toen u opdracht kreeg van rechercheur Barrow het huis binnen te gaan en meneer Darius te arresteren?' 'Niet lang.'
'Probeer eens te schatten.'
'Eh, ongeveer vijftien, twintig minuten.'
Betsy zweeg. Ze werd onpasselijk als ze aan de volgende serie vragen dacht, maar haar plichtsgevoel en de mogelijkheid dat de antwoorden de onschuld van haar cliënt konden aantonen, deden haar de afschuw overwinnen die ze voelde bij de gedachte aan een Martin Darius die op vrije voeten was.
'Hebt u die dag Martin Darius in het bijzijn van Lisa Darius gezien?'
'Nee.'
'En Padovici en Kristol? Hebben zij gezegd dat ze meneer Darius in het bijzijn van zijn vrouw hadden gezien?'
Kassei fronste, alsof hij plotseling besefte waar Betsy naar toe wilde. Betsy keek naar links en zag Alan Page driftig met Randy Highsmith overleggen.
'Dat kan ik me niet herinneren,' antwoordde hij aarzelend.
'Ik neem aan dat u een logboek had waarin u bijzonderheden aantekende?'
'Ja.'
'En de andere leden van de surveillanceteams hielden ook een logboek bij?'
'Ja.'
'Waar zijn de logboeken?'
'Die heeft rechercheur Barrow.'
Betsy ging staan. 'Edelachtbare, ik zou graag inzage hebben in de logboeken en wil de rechercheurs Kristol en Padovici horen. Rechter Ryder heeft getuigd dat hij zijn dochter voor het laatst om halfacht 's ochtends heeft gezien. Rechercheur Kassei getuigt dat de heer Darius volgens Padovici en Kristol om halfzeven zijn huis heeft verlaten en rechtstreeks naar zijn kantoor is gegaan. Als geen van beide teams de heer Darius die dag met zijn vrouw zag, wanneer heeft hij haar dan vermoord? We kunnen de mensen dagvaarden die gisteren met de heer Darius samen waren. Zij zullen zeggen dat hij van zeven uur 's ochtends tot iets over zes uur 's avonds op zijn kantoor was.'
Rechter Norwood keek zorgelijk. Alan Page sprong op.
'Dit is onzin, rechter. De politie volgde Darius, niet zijn vrouw. Het stoffelijk overschot lag in de kelder. De heer Darius bevond zich daar.'
'Edelachtbare,' zei Betsy, 'de heer Darius kan zijn vrouw niet hebben vermoord voordat hij thuis kwam en hij was nog maar- korte tijd thuis toen rechercheur Kassei binnenkwam. De persoon die Lisa Darius opengesneden heeft, moet onder het bloed hebben gezeten. Er zat geen bloed op de kleding van mijn cliënt. Kijk maar naar zijn witte overhemd en zijn broek.
Ik geef u ter overweging dat iemand de heer Darius in de val wil laten lopen. Iemand heeft die dag in het huis van rechter Ryder koffie gedronken met Lisa. Dat was niet de verdachte. Lisa Darius heeft het huis verlaten zonder de televisie uit te schakelen. Dat komt omdat ze onder dwang vertrok. De persoon in kwestie nam haar mee naar het huis van Darius, vermoordde haar in de kelder, en belde vervolgens de politie met de anonieme tip die de politie naar het stoffelijk overschot leidde.'
'Dat is absurd,' zei Page. 'Wie is die mysterieuze persoon? U wilt zeker ook beweren dat deze mysterieuze figuur ook de vier mensen heeft afgeslacht die we op het bouwterrein van uw cliënt hebben aangetroffen.'
'Edelachtbare,' zei Betsy, 'wie wist dat het stoffelijk overschot van Lisa Darius in de kelder van de heer Darius lag? Alleen de moordenaar of iemand die getuige was van de moord. Wil de heer Page beweren dat de heer Darius zijn vrouw levend aantrof in zijn huis, haar afslachtte in de korte tijd die voorbijging voor hij door rechercheur Kassei werd gearresteerd, geen bloed op zijn witte overhemd kreeg terwijl hij haar openreet, en zichzelf getrouw zijn burgerplicht bij de politie aangaf om wegens moord gearresteerd te worden?'
Rechter Norwood keek bedenkelijk. Betsy en Alan Page wachtten gespannen.
'Mevrouw Tannenbaum,' zei de rechter, 'uw theorie is afhankelijk van de tijd waarop de heer Darius zijn huis verliet en van de tijd die hij op zijn kantoor doorbracht.'
'Ja, edelachtbare.'
De rechter keek Alan Page aan. 'Ik houd de heer Darius dit weekend vast. Ik wil dat u kopieën van de logboeken aan mevrouw Tannenbaum geeft en ik wil de rechercheurs hier maandagochtend zien. Ik zeg u, meneer Page, ik maak me ernstige zorgen om deze zaak. U kunt maar beter zorgen dat u met een goede verklaring komt. Op dit moment zie ik niet hoe deze man zijn vrouw kan hebben vermoord.'