Hoofdstuk 26

Betsy had juist ontbeten toen de bel ging. Het had de hele ochtend gemotregend en door het matglazen keukenraam zag ze slechts de vage omtrekken van Nora Sloane. Ze stond op de mat met een paraplu in de ene hand en een grote boodschappentas in de andere. Betsy nam haar koffiekopje mee naar de voordeur. Nora glimlachte toen de deur openging.

'Mag ik binnenkomen?' vroeg Sloane.

'Tuurlijk,' zei Betsy, terwijl ze een stap opzij deed. Sloane zette haar paraplu tegen de muur van de hal en knoopte haar regenjas los. Ze droeg een strakke spijkerbroek, een lichtblauwe blouse en een donkerblauwe sweater.

'Kunnen we even gaan zitten?' vroeg Nora met een knikje naar de deur van de woonkamer. Haar matineuze bezoek bevreemdde Betsy enigszins, maar ze ging op de bank zitten. Nora zat tegenover haar in een leunstoel en haalde een pistool uit de boodschappentas. Het koffiekopje gleed uit Betsy's vingers en spatte op het marmeren tafelblad uiteen. Om de scherven vormde zich een donkerbruine plas.

'Sorry dat ik je aan het schrikken heb gemaakt,' zei Sloane kalmpjes.

Betsy staarde naar het pistool.

'Maak je geen zorgen om dit ding,' zei Sloane. 'Ik zou jou nooit kwaad doen. Ik mag je. Ik weet alleen niet zeker hoe je zult reageren als ik uiteg waarom ik hier ben en ik wil er zeker van zijn dat je geen gekke dingen gaat doen. Je zult toch geen onbezonnen dingen doen, hè?'

'Nee.'

'Goed zo. Nou, luister goed. Martin Darius mag niet vrijkomen. Maandag vraag jij voor aanvang van de borgzitting of je de jurykamer mag gebruiken voor een vertrouwelijk gesprek met je cliënt. Er is een verbindingsdeur naar de gang. Als ik op die deur klop, laat jij me binnen.'

'En dan?'

'Dat gaat je niets aan.'

'Waarom zou ik dat voor je doen?'

Nora deed een greep in de boodschappentas en haalde Olivier te voorschijn. Ze gaf het speelgoedbeest aan Betsy.

'Ik heb Kathy. Ze is een liefkind. Er zal haar niets overkomen als je doet wat ik zeg.'

'Hoe... Hoe heb je Kathy te pakken gekregen? Rick heeft me niet gebeld.'

'Rick is dood.' Betsy gaapte Nora aan. Ze twijfelde of ze het wel goed had gehoord. 'Hij heeft je gekwetst. Zo zijn mannen nu eenmaal. Martin is de ergste van allemaal. Die liet ons beestachtige dingen doen, dwong ons met elkaar te neuken, en besteeg ons alsof we zielloze voorwerpen waren, opblaaspoppen waarmee hij zijn fantasieën kon uitleven. Maar andere mannen doen precies hetzelfde, al is het op een andere manier. Net als Rick. Hij heeft je gebruikt en daarna heeft hij je als een baksteen laten vallen.'

'O god,' huilde Betsy. Ze was verbijsterd en kon Sloane maar half geloven. 'Hij is niet dood.'

'Ik heb het voor jou gedaan, Betsy.'

'Nee, Nora. Dit heeft hij niet verdiend.'

Sloanes trekken verhardden zich. 'Ze verdienen allemaal de dood, Betsy. Allemaal.'

'Jij bent Samantha Reardon, hè?'

Reardon knikte.

'Ik begrijp het niet. Hoe kon je die vrouwen vermoorden, na wat je zelf hebt doorstaan?'

'Dat was ook moeilijk, Betsy. Ik heb ervoor gezorgd dat ze niet leden. Ik heb ze onder narcose gebracht voordat ik ze verminkte. Als er een andere weg was geweest, had ik die gekozen.'

Natuurlijk, dacht Betsy, als Reardon de vrouwen had ontvoerd om Martin Darius in de val te laten lopen, zou ze het gemakkelijker hebben gevonden als ze bewusteloos waren. Een verpleegster die bij operaties had geassisteerd, wist alles van verdovingsmiddelen als pentobarbital.

Reardon glimlachte warm, draaide het pistool om en gaf het aan Betsy.

'Wees niet bang. Ik zei toch dat ik je geen kwaad zou doen? Pak aan. Ik wil dat je weet dat ik je volkomen vertrouw.'

Betsy stak haar hand uit, maar liet hem weer zakken.

'Toe dan,' drong Reardon aan. 'Doe maar wat ik zeg. Ik weet dat je me niet zult neerschieten. Ik ben de enige die weet waar Kathy is. Als ik dood ben, zal niemand haar kunnen vinden. Ze zal van de honger sterven. Dat is een wrede, afschuwelijke dood. Dat weet ik. Ik ben zelf bijna van de honger omgekomen.'

Betsy pakte het pistool. Het voelde koud en zwaar aan. Ze kon Reardon doodschieten, maar voelde zich volkomen hulpeloos.

'Als ik doe wat je zegt, krijg ik Kathy dan ongeschonden terug?'

'Kathy is mijn verzekeringspolis, net zoals ik die van Peter Lake was. Nancy Gordon heeft me alles verteld over het pardon dat de gouverneur Lake heeft verleend. Ik heb zoveel van Martin Darius geleerd. Ik brand van verlangen hem persoonlijk te bedanken.'

Reardon bleef een tijdje rustig zitten. Ze bewoog niet. Betsy probeerde even stil te zitten, maar het lukte haar niet. Ze ging verzitten. De seconden gingen voorbij. Reardon zag eruit alsof ze moeite had haar gedachten op een rijtje te zetten. Toen keek ze Betsy met een intens meelevende blik aan en sprak haar toe zoals een lerares haar liefste leerling toespreekt als ze zich ervan wil verzekeren dat die een belangrijke les goed zal begrijpen.'Je moet Darius niet mooier maken dan hij is, als je wilt begrijpen wat ik doe. Hij is de duivel. Niet zomaar een slecht mens, maar het absolute kwaad. Gewone maatregelen zouden niet hebben geholpen. Wie zou me hebben geloofd? Ik heb twee keer in een inrichting gezeten. Toen ik het in Hunter's Point probeerde te vertellen, wilde niemand naar me luisteren. Nu weet ik waarom. Ik heb altijd al vermoed dat Martin niet alleen stond. Nancy Gordon heeft dat bevestigd. Ze heeft me verteld over de samenzwering om Martin vrijuit te laten gaan en de schuld op Henry Waters te schuiven. Alleen de duivel heeft zoveel macht. Denk je eens in. De gouverneur, de burgemeester, de politie. Alleen Gordon verzette zich. En zij was de enige vrouw.'

Reardon keek Betsy doordringend aan. 'Ik wil wedden dat je in de verleiding komt om de politie te bellen zodra ik weg ben. Dat moet je niet doen. Misschien krijgen ze me te pakken. Als ik gepakt word, zal ik nooit vertellen waar Kathy is. Je moet vooral sterk zijn als de politie komt zeggen dat Rick dood is en Kathy ontvoerd. Wees flink en verraad me niet.'

Reardon glimlachte kil.

'Je moet niet op de politie vertrouwen. Je moet niet geloven dat ze mijn verzet kunnen breken. Ik verzeker je dat wat de politie me kan aandoen niets is in vergelijking met wat Martin me heeft aangedaan en Martin is er nooit in geslaagd mijn verzet te breken. O, hij dacht van wel. Hij dacht dat ik me onderwierp, maar dat was alleen mijn lichaam. Mijn geest bleef sterk en helder.

's Nachts hoorde ik de anderen kreunen. Ik kreunde nooit. Ik hield mijn haat vast en bewaarde haar veilig en warm in mij. Toen wachtte ik. Ze zeiden dat Waters de dader was, maar ik wist dat ze logen. Ik wist dat Martin ervoor had gezorgd dat ze logen. Een duivel kan daarvoor zorgen. Die kan mensen vervormen, ze veranderen als poppetjes van klei, maar mij heeft hij niet veranderd.''Heeft Kathy het koud?' vroeg Betsy. 'Ze wordt in een vochtige omgeving gauw ziek.'

'Kathy heeft het niet koud, Betsy. Ik ben geen monster zoals Darius. Ik ben niet onmenselijk of ongevoelig. Kathy mag geen gevaar lopen. Ik wil haar geen kwaad doen.'

Betsy haatte Reardon niet. Reardon was krankzinnig. Ze haatte Darius. Darius had precies geweten wat hij deed toen hij Reardon in Hunter's Point had gemaakt tot wat ze was door haar van haar menselijkheid te beroven. Betsy gaf het pistool aan Reardon.

'Pak aan. Ik hoef het niet.'

'Bedankt Betsy. Ik ben blij dat je mij evenzeer vertrouwt als ik jou.'

'Wat jij doet is verkeerd. Kathy is nog klein. Ze heeft jou nooit kwaad gedaan.'

'Dat weet ik. Ik voel me schuldig dat ik haar heb meegenomen, maar ik kon geen andere manier bedenken om jou tot medewerking te dwingen. Je hebt van die hoogstaande principes. Ik ben vreselijk geschrokken toen je zei dat je Darius niet meer wilde verdedigen. Ik had erop gerekend dat je mij bij hem in de buurt zou brengen. Maar ik bewonderde je er ook om. Zoveel advocaten zouden er om het geld mee zijn doorgegaan. Ik heb je met je huwelijksproblemen geholpen, dus je ziet hoeveel respect ik voor je heb.'

Reardon stond op. 'Ik moet gaan. Maak je geen zorgen. Kathy loopt geen gevaar en heeft het niet koud. Als jij doet wat ik heb gezegd, zal ze gauw weer bij je zijn.'

'Kun je Kathy laten opbellen? Ze zal bang zijn. Het zou fijn zijn als ze mijn stem hoorde.'

'Ik twijfel niet aan je oprechtheid, Betsy, maar je zou kunnen proberen mijn telefoon te traceren. Dat risico mag ik niet lopen.'

'Geef dit dan aan haar,' zei Betsy, terwijl ze Olivier aan Reardon gaf. 'Dan zal ze zich veilig voelen.'

Reardon pakte het speelgoedbeest aan. De tranen stroomden over Betsy's gezicht.

'Ze is het enige dat ik heb. Doe haar alsjeblieft niets.'

Reardon trok zonder antwoord te geven de deur achter zich dicht. Betsy rende naar de keuken en zag haar met rechte rug zonder aarzelen de oprit aflopen. Op dat moment wist Betsy plotseling hoe de mannen zich hadden gevoeld toen ze thuis kwamen en daar alleen nog briefjes aantroffen waarop stond 'Verdwenen, Maar Niet Vergeten'.

Betsy slofte terug naar de woonkamer. Het was nog donker, hoewel er boven de heuvels een smalle streep licht te zien was. Betsy zakte in een shocktoestand op de bank neer, uitgeput van de inspanning die het haar had gekost haar emoties onder controle te houden en niet in staat tot logisch nadenken. Ze wilde rouwen om de dood van Rick, maar kon alleen maar aan Kathy denken. Tot Kathy in veiligheid was, zou haar hart geen tijd hebben voor verdriet om Rick.

Betsy probeerde niet aan de vrouwen op de politiefoto's te denken, ze probeerde het beeld dat Darius van zijn ontmenselijkte gevangenen had getekend uit haar geest te bannen, maar ze kon niet voorkomen dat ze Kathy, haar kleine meid, panisch en hulpeloos voor zich zag, ineengedoken in het donker, doodsbang voor ieder geluid.

De tijd verstreek, maar Betsy merkte het niet. Het regende niet meer en de lucht lichtte op zonder dat ze het merkte. De koude koffie was tussen de scherven van het gebroken kopje door gelopen en had zich over het tafelblad verspreid. Betsy liep naar de keuken. Er lag een keukenrol onder het aanrecht. Ze scheurde er een stuk af, pakte een papieren zak en een grote spons. Iets doen was goed. Bewegen was goed.

Betsy raapte de scherven op en deed ze in de papieren zak. Ze sponste de tafel af en maakte hem droog met het keukenrolpapier. Terwijl ze bezig was, dacht ze na. De politie kon haar niet helpen. Die zou niet naar haar luisteren. Betsy geloofde Samantha Reardon. Als Reardon dacht dat Betsy haar had verraden, zou ze Kathy doden. Als de politie haar arresteerde, zou ze nooit vertellen waar ze Kathy vasthield.

Betsy deed het natte papier in de zak, bracht de zak naar de keuken en gooide hem in de vuilnisemmer. Kathy vinden was het enige dat haar interesseerde. Reggie Stewart was goed in het vinden van mensen en hij zou naar haar luisteren, omdat hij voor haar werkte. Belangrijker nog, Reggie was een gevoelig mens. Hij zou het belangrijker vinden Kathy te vinden dan Samantha Reardon in de gevangenis te krijgen. Betsy zou snel moeten handelen. Het was slechts een kwestie van tijd voordat iemand Rick zou vinden en de politie de zaak zou onderzoeken.

Reggies vliegtuig uit Hunter's Point was na middernacht in Portland aangekomen en Betsy's telefoontje haalde hem uit een diepe slaap. Hij wilde het liefste weer naar bed, maar Betsy klonk ontdaan en ze had zich zo cryptisch uitgedrukt dat hij zich zorgen maakte. Stewart glimlachte toen Betsy de deur opendeed, maar zijn glimlach verbleekte zodra hij Betsy's gezicht zag.

'Wat is het, chef?'

Betsy gaf pas antwoord toen ze in de woonkamer zaten. Ze zag eruit alsof ze zich nauwelijks kon beheersen.

'Je had gelijk. Samantha Reardon heeft de mensen op het bouwterrein vermoord.'

'Hoe weet je dat?'

'Dat heeft ze me vanmorgen zelf verteld. Ze...'

Betsy sloot haar ogen en haalde diep adem. Haar schouders begonnen te schokken. Ze legde een hand over haar ogen. Betsy wilde niet huilen. Stewart knielde naast haar neer. Hij legde een hand op haar arm.

'Wat is er, Betsy? Vertel eens. Ik ben je vriend. Als ik kan, zal ik je helpen.'

'Ze heeft Rick vermoord,' snikte Betsy. Ze liet zich in Reggies armen vallen.

Stewart hield haar tegen zich aan en liet haar uithuilen.

'Heb je de politie gebeld?'

'Dat kon niet, Reggie. Ze houdt Kathy ergens vast. De politie weet niet dat Rick dood is. Als ze Samantha arresteren, vertelt ze niet waar Kathy is en dan zal ze van de honger omkomen. Daarom heb ik jou nodig. Je moet Kathy vinden.'

'Je hebt mij niet nodig, Betsy. Je hebt de politie en de FBI nodig. Die hebben veel meer middelen tot hun beschikking om Kathy te vinden dan ik. Ze hebben computers, mankracht...'

'Ik geloof Samantha. Ze zegt dat Kathy zal sterven als ze hoort dat ik naar de politie ben gegaan. Reardon heeft die vier mensen op het bouwterrein en Lisa Darius en Rick al vermoord.'

'Hoe komt het dat je Reardon zo goed kent?'

'De dag nadat Darius me vroeg voor hem te werken, werd ik gebeld door een vrouw die zichzelf Nora Sloane noemde. Ze zei dat ze met me wilde lunchen om te praten over een artikel dat ze aan het schrijven was over vrouwelijke strafadvocaten. Ze wilde mijn zaken centraal stellen. Ik voelde me gevleid. Toen Darius gearresteerd werd, was ik al met haar bevriend. Toen ze vroeg of ze met me mee kon lopen als ik aan Martins zaak werkte, zei ik ja.'

'Reardon?' 'Ja.'

'Waarom heeft ze Rick vermoord?'

'Ze zei dat ze Rick had vermoord omdat hij mij in de steek had gelaten.'

'Als ze Rick heeft vermoord omdat hij jou heeft gekwetst, waarom zou ze het dan nog erger maken door Kathy te ontvoeren?'

Betsy besloot Stewart niets te vertellen over Reardons instructies. Ze vertrouwde de detective, maar ze was bang dat Stewart de politie zou waarschuwen als hij hoorde dat Reardon van plan was binnen te dringen in de jurykamer waar Darius zat.

'Toen ik had ontdekt dat Martin de vrouwen in Hunter's

Point had vermoord, heb ik hem verteld dat ik niet meer voor hem wilde werken en dat heb ik ook tegen Reardon gezegd. Ze was vreselijk van streek. Ik denk dat ze de rechtsgang zelf in de hand wilde houden. Nu ze Kathy gevangen houdt, kan ze mij dwingen dingen te doen die tot Martins veroordeling leiden. Als je Kathy niet kunt vinden, zal ik moeten doen wat ze zegt.'

Stewart ijsbeerde door de kamer en dacht na. Betsy droogde haar tranen. Het was goed als je met iemand kon praten.

'Wat weet je van Reardon?' vroeg Stewart. 'Heb je haar auto gezien, heeft ze gezegd waar ze woont, heeft ze met een creditcard betaald toen jullie samen lunchten?'

'Ik heb me suf zitten piekeren, maar ik weet eigenlijk niets van haar. Ik heb haar nooit zien autorijden, maar ik weet heel zeker dat ze een auto heeft. Ze heeft de lijken naar het bouwterrein moeten brengen, mijn huis ligt afgelegen en beide keren dat Darius moest voorkomen, was ze in de rechtszaal.'

'En waar woont ze? Heeft ze gezegd dat het een lange rit naar de stad was, hoe mooi het uitzicht op het land was? Heb je haar telefoonnummer?'

'Nu ik erover nadenk, heeft ze me nooit veel over zichzelf verteld. We hadden het altijd over mij of over Darius, of over de mishandelde vrouwen, en nooit over haar. Ik geloof niet dat ik haar ooit heb gevraagd waar ze woonde. De enige keer dat ik haar om haar telefoonnummer vroeg, zei ze dat ze mij zou bellen en ik heb niet aangedrongen. Ik herinner me wel dat ze de lunch contant betaalde. Ik geloof niet dat ik ooit een identiteitsbewijs heb gezien.'

'Oké. Dan proberen we het anders. Darius koos een afgelegen boerderij om de vrouwen ongezien naar binnen te kunnen brengen en te voorkomen dat iemand de vrouwen toevallig ontdekte als hij weg was. Sloane heeft niet het probleem dat ze een vrouw en een baan heeft, dus ze kon het grootste deel van de tijd bij de vrouwen blijven, maar ze was in de rechtszaal als Darius moest voorkomen en ze is een paar keer bij jou geweest. Ik wil wedden dat ze buiten Portland woont, maar wel zo dichtbij dat ze gemakkelijk heen en weer naar de stad kan. Het huis heeft waarschijnlijk een kelder, zodat haar gevangenen uit het zicht kunnen blijven. Ze moet ook elektriciteit hebben...'

'Ik heb haar gevraagd of ze Kathy wilde laten bellen. Ze zei dat dat niet kon, omdat ze bang was dat ik haar zou kunnen traceren. Ze heeft dus telefoon,' zei Betsy.

'Goed zo. Dat is de manier waarop je moet denken. Nutsbedrijven, een telefoon, vuilnisophaaldienst. En ze is een alleenstaande vrouw. Ik ken mensen bij de elektriciteitsmaatschappij van Portland en de telefoonmaatschappij die kunnen kijken of een zekere Nora Sloane of Samantha Reardon rond de tijd dat Reardon in Portland kwam wonen, telefoon of elektriciteit heeft aangevraagd. Ik heb een maatje bij de afdeling kentekenregistratie die de namen in zijn computer kan opzoeken om haar adres eventueel via haar kentekenaanvraag te achterhalen.

Ze heeft het huis waarschijnlijk gehuurd. Ik wil wedden dat ze het heeft voorbereid toen ze voor het eerst in Portland was, zodat alles klaar zou zijn als ze terugkwam, maar ze heeft de elektriciteit waarschijnlijk pas vanaf het moment dat ze voor de tweede keer hier kwam.

Ik zal de conciërge van Reardons flat in Hunter's Point bellen en proberen te achterhalen wanneer ze Oberhurst is gevolgd en wanneer ze precies naar Portland is teruggegaan. Daarna zal ik erachter zien te komen welke huizen met kelders niet te ver buiten de stad rond die eerste datum te huur stonden. Ik zal nagaan hoeveel er door een alleenstaande vrouw werden gehuurd...'

'Waarom niet gekocht? Dat zou veiliger zijn. Ze zou niet bang hoeven te zijn dat de eigenaar langskwam om de huur op te halen of te kijken hoe het huis erbij stond.'

'Ja. Daar heb je gelijk in. Maar ik had de indruk dat ze niet veel geld had. In Hunter's Point had ze ook iets gehuurd en ze had een slechtbetaalde baan. Ik gok erop dat ze een huis heeft gehuurd. Ik zal de gegevens van de nutsbedrijven naast die van de makelaars leggen.'

'Hoe lang gaat dat duren?'

De opgewekte blik verdween van Stewarts gezicht.

'Dat is het probleem als ik het doe in plaats van de politie, Betsy. Het zal wel even duren. We kunnen mensen inhuren voor een deel van het werk, zoals het bekijken van de onroerend-goed- advertenties, waarna ik er verder mee aan de gang kan, maar het is allemaal bijzonder tijdrovend en we lopen de kans dat we ernaast zitten. Misschien heeft ze wel gezegd dat ze getrouwd was en dat haar man later zou komen. Misschien heeft ze een geschikt huis in de stad gevonden. Misschien heeft ze gehuurd onder een andere naam dan ze telefoon en gas en elektra heeft aangevraagd. Een vals identiteitsbewijs is niet zo moeilijk te regelen.

En al zou ik het goed hebben uitgevogeld, het is weekend. Ik weet niet hoeveel mensen ik kan bereiken en wanneer ze op kantoor terecht kunnen om de gegevens na te kijken.'

Betsy keek verslagen. 'We hebben weinig tijd. Ik weet niet hoe goed Reardon voor Kathy zorgt of wat ze met haar zal doen als ze denkt dat ze me niet meer nodig heeft.'

'Misschien moet je toch de politie en de FBI inschakelen. Die gaan vaak discreet te werk.'

'Nee,' zei Betsy met klem. 'Ze zei dat Kathy zou sterven als ik het de politie vertelde. Er zouden te veel mensen bij betrokken raken. Ik kan er niet zeker van zijn dat ze niets van het onderzoek zou merken. Trouwens, ik geloof dat Reardon me op haar verwrongen manier graag mag. Zolang ze me niet als haar vijand ziet, kan ik altijd hopen dat ze Kathy geen kwaad zal doen.'

De rest van de dag verliep zo ellendig dat Betsy er geen flauw idee van had hoe ze ook nog de dag daarna door zou moeten komen. Het was moeilijk te begrijpen dat er sinds het bezoek van Samantha Reardon nog maar een paar uren waren voorbijgegaan. Betsy ging naar Kathy's kamer en ging op haar bed zitten. De tovenaar van Oz lag op Kathy's boekenplank. Ze moesten nog vier hoofdstukken lezen. Zou Kathy nu nooit weten dat Dorothy veilig thuiskwam? Betsy lag ineengedoken op het bed, met haar wang op Kathy's kussen, en sloeg haar armen om zich heen. Ze rook Kathy's frisse geur op het kussen, ze herinnerde zich haar zachte huid. Kathy die zo kostbaar, zo lief was, was nu op een plaats even ver als Oz, waar Betsy haar niet kon beschermen.

Het was kil in huis. Betsy was vergeten de verwarming aan te zetten. De kou begon haar te hinderen. Betsy ging zitten. Ze voelde zich oud en gebroken, verkleumd tot op het bot door de ijzige temperatuur, alsof al het bloed uit haar lichaam was gepompt, zodat ze te zwak was om de gruwelijke angst die haar leven was binnengedrongen te lijf te gaan.

De thermostaat hing in de hal. Betsy draaide hem omhoog en luisterde naar het ratelende geluid dat de ketel maakte toen hij aansloeg. Ze slenterde doelloos van de ene kamer naar de andere. De stilte was verpletterend. Ze was zelden helemaal alleen. Sinds Kathy's geboorte was ze altijd omringd geweest door geluiden. Nu hoorde ze iedere regendruppel, krakend hout, het water dat in de gootsteen drupte, de wind. Zoveel stilte, zoveel tekenen van eenzaamheid.

Betsy zag de drankkast, maar besloot de pijn niet met drank te verzachten. Ze moest nadenken, zelfs al was iedere gedachte een kwelling. Drank was een valkuil. Ze zou in de toekomst veel pijn hebben en daar had ze maar aan te wennen.

Betsy zette een kop thee en zette de televisie aan bij wijze van gezelschap. Ze had geen idee naar wat voor programma ze aan het kijken was, maar het gelach en het applaus maakten dat ze zich minder alleen voelde. Hoe zou ze de nacht doorkomen als de dag al zo ondraaglijk was?

Betsy overwoog haar moeder te bellen, maar zag er bij nader inzien toch vanaf. Rick zou al gauw gevonden worden en dan zou Rita te horen krijgen dat Kathy spoorloos was. Ze besloot haar moeder die pijn zo lang mogelijk te besparen.

Om vier uur belde Stewart om te vragen hoe het met haar

ging. Hij had zijn contacten bij de nutsbedrijven en de telefoonmaatschappijen gesproken en had verschillende betrouwbare detectives ingeschakeld om de onroerend-goedadvertenties van de betreffende periode door te spitten. Stewart wilde beslist langskomen met eten van de Chinees. Betsy wist dat hij dat deed om te zorgen dat ze niet alleen was. Ze was te moe om hem te vertellen dat hij niet hoefde te komen en ze waardeerde zijn gezelschap.

Stewart vertrok om halfzeven. Een uur later hoorde Betsy een auto de oprit op rijden. Haastig liep ze naar de deur in de irrationele hoop dat het Samantha Reardon en Kathy zouden zijn. Onder de carport stond een politieauto geparkeerd. Achter het stuur zat een agent. Ross Barrow stapte uit de auto. Hij keek zorgelijk. Betsy's hart sloeg op hol; ze wist dat hij hier was om haar over de moord op Rick te vertellen.

'Goedenavond, meneer Barrow,' zei ze met gespeelde nonchalance.

'Mogen we binnenkomen, mevrouw Tannenbaum?' vroeg Barrow.

'Gaat het om de zaak Darius?'

Barrow zuchtte. Hij had al zo vaak de familie van slachtoffers het nieuws over een gewelddadige dood moeten brengen. Gemakkelijk zou het nooit worden.'

'Zullen we naar binnen gaan?'

Betsy ging Barrow voor. De andere agent volgde.

'Dit is Greg Saunders,' zei Barrow. Saunders knikte.

'Wilt u koffie?'

'Nu even niet, dank u. Mogen we gaan zitten?'

Betsy liep naar de woonkamer. Toen ze zaten, vroeg Barrow: 'Waar was u gisteravond en vandaag?'

'Waarom wilt u dat weten?'

'Ik vraag het om een belangrijke reden.'

'Ik was thuis.'

'U bent niet uitgegaan? U hebt geen bezoek gehad?' 'Nee,' antwoordde Betsy. Ze durfde Reggie Stewart niet te noemen.

'U bent getrouwd, nietwaar?'

Betsy keek Barrow even aan en sloeg toen haar ogen neer.

'Mijn man en ik wonen niet bij elkaar. Kathy, ons dochtertje, logeert een paar dagen bij hem. Ik heb van de rust geprofiteerd door uit te slapen en wat achterstallige lectuur te lezen. Waarom vraagt u dat allemaal?'

'Waar zijn meneer Tannenbaum en uw dochter?' vroeg Barrow, haar vraag negerend.

'Rick heeft pas een nieuwe flat gekregen. Ik heb het adres wel ergens. Maar waarom wilt u dat weten?'

Betsy keek van Barrow naar Saunders en weer terug. Saunders wendde zijn blik af.

'Is er iets met Rick en Kathy?'

'Mevrouw Tannenbaum, dit is niet gemakkelijk voor me. Vooral omdat ik u persoonlijk ken. De deur naar de flat van uw man stond open. Een van de buren heeft hem gevonden.'

'Rick gevonden? Hoe? Waar hebt u het over?'

Barrow keek Betsy aandachtig aan.

'Wilt u wat cognac of zo? Gaat het een beetje?'

'O, mijn god,' zei Betsy. Ze liet haar hoofd zakken en sloeg haar handen voor haar gezicht.

'De buurman heeft uw man al geïdentificeerd, dus dat blijft u bespaard.'

'Hoe is hij...?'

'Hij is vermoord. We willen graag dat u meegaat naar zijn flat. Er zijn vragen die alleen u kunt beantwoorden. Maakt u zich geen zorgen, het stoffelijk overschot is verwijderd.

Betsy schoot plotseling overeind. 'Waar is Kathy?'

'Dat weten we niet, mevrouw Tannenbaum, daarom hebben we u juist nodig.'

De meeste technici van het lab waren al verdwenen toen Betsy bij Ricks flat aankwam. In de hal voor de voordeur stonden twee agenten te roken. Betsy hoorde ze lachen toen de liftdeuren opengingen. Ze keken schuldbewust toen ze haar zagen. Een van de twee hield zijn sigaret half achter zijn rug alsof hij probeerde zich van belastend bewijsmateriaal te ontdoen.

Achter de deur naar Ricks flat was een smalle gang. Aan het einde van de gang verbreedde de flat zich. Daar lag een grote woonkamer met hoge ramen. In de gang brandde het licht. Betsy zag het bloed meteen. Het was tot een grote bruine vlek geronnen. Daar was Rick gestorven. Ze wendde haar blik snel af en liep achter Barrow aan die over de vlek heen stapte.

'Hierheen,' zei hij, terwijl hij naar de logeerkamer wees. Betsy liep de kamer in. Ze zag Kathy's boekentas. Op een hoopje in een hoek lagen een vuile spijkerbroek en een groene blouse met lange mouwen, binnenstebuiten gekeerd. Tijdens de rit hierheen had Betsy zich afgevraagd of ze zou kunnen doen alsof ze moest huilen als het zover was. Daar had ze zich geen zorgen over hoeven maken.

'Die zijn van Kathy,' bracht ze uit. 'Ze was zo trots omdat ze alles zelf had ingepakt.'

Er was wat rumoer bij de voordeur. Alan Page stormde de flat binnen en liep direct door naar Betsy.

'Ik heb het net gehoord. Gaat het?'

Betsy knikte. Weg was de zelfverzekerde vrouw die Page in de rechtszaal had gezien. Betsy zag eruit alsof ze ieder moment in duizenden stukjes uiteen kon vallen. Hij pakte haar handen in de zijne en gaf ze een zacht kneepje.

'We krijgen je dochter wel terug. Ik zet alles in wat we hebben. Ik zal de FBI inschakelen. We komen er wel achter wie haar heeft ontvoerd.'

'Bedankt, Alan,' antwoordde Betsy mat.

'Ben je klaar met haar, Ross?'

Barrow knikte.

Page nam Betsy mee naar een klein kamertje. Hij zei dat ze moest gaan zitten en pakte zelf de stoel tegenover haar.

'Kan ik iets voor je doen, Betsy?'

Betsy zag zo bleek dat Page zich zorgen maakte. Betsy haalde diep adem en sloot haar ogen. Ze was gewend Alan Page als een keiharde tegenstander te zien. Zijn bezorgdheid werkte ontwapenend.

'Het spijt me,' zei Betsy. 'Ik kan me gewoon niet concentreren.'

'Je hoeft je niet te verontschuldigen. Je bent niet van ijzer. Wil je even rusten? Dan praten we later verder.'

'Nee. Ga je gang.'

'Goed. Heeft iemand contact met je opgenomen over Kathy?'

Betsy schudde haar hoofd. Page keek bedenkelijk. Het was niet logisch. Rick Tannenbaum was waarschijnlijk de vorige dag vermoord. Als Kathy's ontvoerder het op losgeld had voorzien, zou hij nu toch wel contact hebben opgenomen.

'Het was geen overval, Betsy. Ricks portefeuille zat vol geld. Hij had een kostbaar horloge om. Is er bij jouw weten iemand die Rick kwaad zou willen doen?'

Betsy schudde haar hoofd. Het was moeilijk Alan voor te liegen, maar ze had geen keus.

'Had hij geen vijanden?' vroeg Page. 'Persoonlijk, zakelijk, iemand op het werk, iemand die hij in de rechtszaal geklopt heeft?'

'Ik kan niemand bedenken. Rick kwam nooit in de rechtszaal. Hij doet contracten, fusies. Ik heb hem nooit iets horen zeggen over persoonlijke problemen met iemand op zijn werk.'

'Ik wil het je niet moeilijk maken,' zei Page, 'maar Ross vertelde dat jij en Rick niet bij elkaar woonden. Waarom was dat? Dronk hij? Gebruikte hij drugs? Was er een andere vrouw?''Niets van dat alles, Alan. Het was... Hij... hij wilde zielsgraag vennoot worden bij Donovan, Chastain en Mills en het zag ernaar uit dat zij dat niet zagen zitten. En... en hij was verschrikkelijk jaloers op mijn succes.' Betsy kreeg tranen in haar ogen. 'Dat vennootschap betekende zoveel voor hem. Hij zag niet dat het mij niet uitmaakte. Dat ik van hem hield.'

Betsy kon niet verder praten. Haar schouders schokten bij iedere snik. Het klonk allemaal zo kinderachtig. Een huwelijk kapotmaken om zoiets. Je vrouw en dochter in de steek laten om een titel in een briefhoofd.

'Ik zal je thuis laten brengen,' zei Page zacht. 'Ik wil een commandopost in jouw huis inrichten. Voorlopig zullen we Kathy's verdwijning als een ontvoering behandelen. Ik wil graag jouw toestemming om je privé-telefoon en de telefoon op je kantoor af te tappen, voor het geval de ontvoerder belt. Zodra we zeker weten dat het een cliënt is, zullen we het gesprek afbreken. Ik zal de bandjes van het antwoordapparaat laten wissen.'

'Goed.'

'We hebben Ricks identiteit nog niet bekendgemaakt en we zullen de pers pas als het niet anders kan op de hoogte stellen van Kathy's verdwijning, maar we zullen Ricks naam waarschijnlijk morgenochtend moeten vrijgeven. De pers zal je het leven zuur maken.'

'Dat begrijp ik.'

'Wil je dat ik iemand vraag om te komen?'

Er was geen reden meer om Kathy's verdwijning voor Rita te verbergen. Betsy had haar nu meer dan ooit nodig.

'Ik wil graag dat mijn moeder komt.'

'Natuurlijk. Ik zal haar door iemand laten ophalen.'

'Dat is niet nodig. Mag ik telefoneren?'

Page knikte. 'Eén ding nog. Ik zal rechter Norwood uitleggen wat er gebeurd is. Hij zal de zitting wel uitstellen.'

Betsy's hart maakte een sprongetje. Ze was de borgzitting vergeten. Hoe zou Reardon op uitstel reageren? Reardon had Kathy om de borgzitting ontvoerd. Hoe meer uitstel, hoe groter het gevaar dat Reardon Kathy iets zou aandoen.

'Ik wil werken, Alan. Ik word gek als ik alleen maar thuis kan zitten.'

Page keek haar bevreemd aan. 'Je moet nu niet een ingewikkelde zaak als die van Darius aanpakken. Je zult te veel worden afgeleid om goed te kunnen werken. Ik heb nog nooit iemand zo graag willen veroordelen als Darius, maar ik zou nooit misbruik maken van een situatie als deze. Geloof me, Betsy. We kunnen beter na de begrafenis over deze zaak praten.'

De begrafenis. Betsy had niet eens aan een begrafenis gedacht. Haar broer had de begrafenis van haar vader geregeld. Wat moest je voor zoiets doen? Wie moest je bellen?

Page zag de verwarring op Betsy's gezicht en pakte haar hand. Ze had nog nooit eerder op zijn ogen gelet. Alles aan de officier van justitie was hard, van zijn tengere bouw tot zijn hoekige gezicht, maar zijn ogen waren zachtblauw.

'Je ziet eruit alsof je op het punt staat in te storten,' zei Page. Ik laat je naar huis brengen. Probeer wat te slapen, zelfs al moet je er iets voor innemen. Je zult al je krachten nodig hebben. En geef de hoop niet op. Je hebt mijn woord dat ik alles zal doen wat ik kan om je dochtertje te vinden.'