'Dr. Escalante,' zei Wayne Turner tegen een zwaargebouwde, donker ogende man met de trieste blik en de vermoeide houding van iemand die de hoop heeft opgegeven, 'ik ben een van de rechercheurs die belast zijn met het onderzoek naar de verdwijning van uw vrouw.'

'Is Gloria dood?' vroeg Escalante, op het ergste voorbereid.Ze zaten in zijn spreekkamer in de Wayside-kliniek, een modern gebouw van twee verdiepingen dat aan het eind van de Wayside Mall lag. Escalante was een van de artsen, fysiotherapeuten en specialisten die aan de kliniek verbonden waren. Zijn specialisme was cardiologie en hij gebruikte de faciliteiten van Hunter's Point Hospital. Iedereen was vol lof over dr. Escalante als arts. Ze vonden hem ook een alleraardigste man, die altijd opgewekt was. Althans, dat was hij geweest voordat hij anderhalve maand geleden zijn in Tudor-stijl gebouwde huis in het westen van Hunter's Point was binnengelopen en er een briefje en een zwarte roos had aangetroffen.

'Ik ben bang dat we geen nieuwe informatie over uw vrouw hebben. We nemen aan dat ze nog leeft, tot het tegendeel bewezen is.'

'Waarom bent u dan hier?'

'We hebben een paar vragen die ons misschien bij het onderzoek kunnen helpen.'

Turner las de namen op van de andere vermiste vrouwen en hun echtgenoten, waaronder de Lakes. Terwijl hij de namen voorlas, legde hij de foto's van de andere slachtoffers en hun mannen voor Escalante op het bureau.

'Kennen u en uw vrouw deze mensen, in wat voor hoedanigheid dan ook, dokter?' vroeg Turner.

Escalante bekeek de foto's zorgvuldig. Hij pakte er een op.

'Dit zijn toch Simon en Samantha Reardon?'

Turner knikte.

'Hij is neurochirurg. Ik heb de Reardons op een paar bijeenkomsten van de Vereniging voor Geneeskunde ontmoet. Een paar jaar geleden heeft hij een lezing gehouden op een congres dat ik bijwoonde. Ik herinner me niet meer over welk onderwerp.'

'Dat is mooi. Was u met de Reardons bevriend?'

Escalante lachte wrang. 'Mensen met mijn huidskleur bewegen zich niet in dezelfde kringen als de Reardons. Ik denk dat u de hooggewaardeerde dokter niet te spreken kreeg in de Delmar Country Club.'

Wayne knikte.

'Precies. Nou, dat is Simon Reardon ten voeten uit...'

Plotseling herinnerde Escalante zich waarom Turner naar Samantha Reardon en zijn eigen vrouw had gevraagd.

'Het spijt me. Ik moet niet zo onaardig doen. Simon gaat waarschijnlijk door dezelfde hel als ik.'

'Waarschijnlijk wel. Kent u de anderen niet?

Escalante schudde zijn hoofd, maar bedacht zich plotseling.

'Dit is een advocaat, nietwaar?' vroeg hij, terwijl hij de foto van Peter Lake aanwees.

'Dat klopt,' antwoordde Turner, terwijl hij zijn opwinding probeerde te verbergen.

'Ik zie het nu pas. Dat is ook toevallig.'

'Hoezo?'

'Gloria werd een half jaar geleden gevraagd om zitting te nemen in een jury. Lake was de advocaat. Ik herinner me het nog omdat ze zei dat ze blij was dat het geen geval van medische nalatigheid was, want dan had ze niet mogen meedoen. Uiteindelijk maakte het niets uit. De advocaten troffen halverwege een schikking, dus ze heeft niet gestemd.'

'Weet u zeker dat Peter Lake de advocaat was?'

'Ik heb haar na het proces opgehaald. We gingen uit eten. Toen heb ik hem gezien.'

'Prima. Dat is heel waardevol. Is er nog iemand bij die er bekend uitziet?' vroeg Turner, hoewel dat hem in dit stadium eigenlijk niet kon schelen.

'Het is Lake, chef,' zei Frank Grimsbo tegen O'Malley. 'We weten het zeker.'

'Zijn er harde bewijzen?' vroeg O'Malley.

'Nog niet. Maar aanwijzingen genoeg om niet verder te hoeven zoeken,' antwoordde Wayne Turner.

'Wat vinden jullie hiervan?' vroeg O'Malley aan Glen Michaels en Nancy Gordon.

'Het klinkt logisch,' zei Michaels. 'Ik zal de stukken van alle zaken morgen nog eens doornemen om te zien of er iets bij zit wat ik met Lake in verband kan brengen.'

O'Malley keek Nancy aan. Ze keek ernstig.

'Ik was al om andere redenen tot dezelfde conclusie gekomen,chef. Ik weet niet of we hem te pakken kunnen krijgen, maar ik weet zeker dat hij onze man is. Ik heb vanochtend met dr. Klien gesproken en heb hem Lakes profiel geschetst. Hij zei dat het een mogelijkheid is. Veel sociopaten zijn geen seriemoordenaars. Het zijn succesvolle zakenmensen of politici of juristen. Denk eens aan hoe handig het in zo'n beroep is als je niet met een geweten belast bent. De laatste dagen heb ik met mensen gepraat die Lake kennen. Die zeggen allemaal dat hij een innemende man is, maar ze vertrouwen hem niet verder dan hun neus lang is. Hij schijnt de ethische normen van een haai te hebben en is geslepen genoeg om net niet te ver te gaan. Er zijn verschillende klachten bij de orde van advocaten ingediend, maar dat is allemaal niets geworden. Een paar processen wegens wanpraktijken. Ik heb met de advocaten van de eisers gepraat. In iedere zaak lukte het hem zich eruit te draaien.'

'Er is een groot verschil tussen de kwalijke praktijken van een advocaat en de moord op zes mensen, waaronder je eigen dochter,' zei O'Malley.

'Waarom zou hij gevaar willen lopen door het onderzoek van dichtbij te volgen?'

'Om te zien wat we hebben gevonden,' zei Grimsbo.

'Ik denk dat er meer achter zit, chef,' zei Nancy. 'Hij heeft iets in de zin.'

Nancy vertelde O'Malley dat Lake Waters had geschaduwd.

'Dat is vreemd,' zei Turner. 'Waters is helemaal geen serieuze verdachte. Hij was gewoon in de buurt op de dag dat mevrouw Escalante verdween. Er is geen verband tussen Waters en de andere slachtoffers.'

'Maar er bestaat wel een verband tussen Lake en alle andere slachtoffers,' merkte Grimsbo op.

'Laat horen,' zei O'Malley.

'Goed. Gloria Escalante was lid van de jury bij een van Lakes zaken. Hij en de Reardons zijn allebei lid van de Delmar Country Club. Patricia Cross en Sandra Lake zaten samen in de Junior League. De man van Anne Hazelton is advocaat. Hij zegt dat ze Lake wel eens troffen op de bijeenkomsten van de Vereniging voor Juristen.'

'Het verband is hier en daar wel erg vaag.'

'Hoe groot is de kans dat één persoon alle zes de slachtoffers kent?' vroeg Turner.

'Zo groot is Hunter's Point niet.'

'Chef,' zei Nancy, 'hij flirt met me.'

'Wat?'

'Hij maakt seksuele avances. Hij heeft belangstelling. Dat heeft hij me laten merken.'

Nancy vertelde hoe Lake zich tijdens hun twee ontmoetingen bij Chang had gedragen.

O'Malley fronste zijn wenkbrauwen. 'Ik weet het niet, Nancy.'

'Zijn vrouw is nog geen maand dood. Het is niet normaal.'

'Je bent een aantrekkelijke vrouw. Hij probeert zijn verdriet te verwerken. Misschien kon hij het niet zo goed met zijn vrouw vinden. Hebben de buren in die zin nog wat opgeleverd?'

Grimsbo schudde zijn hoofd. 'Geen geroddel over de Lakes. Het was een heel gewoon stel volgens de mensen met wie ik heb gepraat.'

'Klopt,' zei Turner.

'Strookt dat wel met jullie theorie?'

'Dr. Klien heeft gezegd dat een seriemoordenaar heel goed een vrouw en kinderen kan hebben of een normale relatie met een vriendin,' antwoordde Nancy.

'Kijk maar naar de moorden bij Lake,' opperde Turner. 'We weten van een van zijn collega's die overwerkte, dat Lake tegen zevenen wegging. De buurman ziet hem om tien voor halfacht, misschien iets later, naar huis rijden. Pas drie kwartier later belt hij de alarmcentrale. Wat heeft hij in die tussentijd bij die lijken te zoeken? Als het om lijken ging, tenminste.'

'Volgens ons kwam hij binnen en confronteerde zijn vrouw hem toen met iets wat ze gevonden had en wat hem met de vermiste vrouwen in verband bracht.'

'Maar die waren niet in het nieuws. Niemand wist ervan,' protesteerde O'Malley.

'O verdomme,' vloekte Michaels.

'Wat is er?'

'Het briefje. Het was het enige briefje waar vingerafdrukken op stonden.'

'En?' vroeg Grimsbo.

'Op de andere briefjes stonden geen vingerafdrukken, maar op het briefje dat naast Sandra Lake lag, stonden haar vingerafdrukken. Uit de lijkschouwing bleek dat de dood onmiddellijk intrad, of dat ze in elk geval bewusteloos was zodra ze een klap op het achterhoofd had gekregen. Wanneer heeft ze het briefje aangeraakt?'

'Ik begrijp nog steeds niet wat...'

'Ze vindt het briefje of de roos, of allebei. Ze vraagt Lake wat het te betekenen heeft. Hij weet dat het verhaal op den duur toch in het nieuws zal komen. Het doet er niet toe wat hij haar vertelt, dan zal ze weten dat hij de rozenmoordenaar is. Hij raakt in paniek, vermoordt haar en laat de roos en het briefje bij het lichaam achter, zodat wij tot de conclusie zullen komen dat dezelfde man die de andere vrouwen heeft ontvoerd, ook zijn vrouw heeft vermoord. En dat verklaart waarom er alleen op het briefje bij Lake vingerafdrukken stonden en wel die van Sandra Lake zelf,' zei Michaels. 'Ze had het briefje in haar hand voordat ze vermoord werd.'

'Dat verklaart ook waarom niemand onbekende auto's The Meadows in of uit heeft zien rijden.'

O'Malley leunde achterover in zijn stoel. Hij keek zorgelijk.

'Jullie hebben me overtuigd,' zei hij. 'Maar dit is een theorie, geen bewijs. Als het Lake is, hoe komen we dan aan bewijsmateriaal dat de rechter zal toelaten?'

Voordat iemand antwoord kon geven, ging de deur van O'Malley's kantoor open.

'Sorry dat ik stoor, chef, maar we krijgen net een telefoontje binnen dat te maken heeft met die vermiste vrouwen. Heet een van de verdachten Waters?'

'Wat is daarmee?'

'Die vent aan de telefoon zei dat hij in de One Way Inn met een zekere Henry Waters heeft gepraat en dat die heeft gezegd dat hij een vrouw in zijn kelder had.'

'Heeft die man zijn naam ook gezegd?'

De agent schudde zijn hoofd. 'Hij zei dat hij er niet bij betrokken wilde raken, maar dat hij steeds moest denken aan dat meisje dat vermoord was en dat zijn geweten hem niet met rust liet.'

'Wanneer was dat gesprek in dat café?' vroeg Nancy.

'Een paar dagen geleden.'

'Heeft Waters een beschrijving van die vrouw gegeven of is hij nog in detail getreden?'

'Waters zei dat de vrouw rood haar had.'

'Patricia Cross,' zei Turner.

'Hier zit Lake achter,' zei Nancy. 'Het is me al te toevallig.'

'Ik ben het met Nancy eens,' zei Turner. 'Waters heeft er duidelijk niets mee te maken.'

'Mogen we het risico nemen?' vroeg Michaels. 'Bij Lake hebben we alleen wat logisch denkwerk. We weten dat Waters rond de tijd dat mevrouw Escalante verdween in de buurt van haar huis was en hij is al eerder voor een seksueel delict opgepakt.'

'Ik wil dat jullie er als de gesmeerde bliksem heen gaan,' beval O'Malley. 'Ik heb het liever mis dan dat ik hier zit te praten als we misschien een van die vrouwen kunnen redden.'

Henry Waters woonde in een oude wijk van Hunter's Point. De brede lanen lagen in de schaduw van eikebomen. Hoge heggen verschaften de bewoners hun privacy. De meeste huizen en tuinen waren goed onderhouden, maar het hoekhuis van Waters zag er behoorlijk vervallen uit. De goten zaten verstopt. Een van de treden van de trap die naar de koele veranda leidde, was kapot. De tuin was door onkruid overwoekerd.

De zon begon juist onder te gaan toen Nancy Gordon achter Wayne Turner en Frank Grimsbo aan over het leistenen pad naar de voordeur van Henry Waters' huis liep. Michaels bleef in de auto zitten voor het geval er een misdrijf gepleegd was en hij het onderzoek ter plaatse moest uitvoeren. Drie politieagenten stonden achter het huis in een steegje dat het grote huizenblok in tweeën deelde. Twee agenten gingen de rechercheurs voor en bleven met hun getrokken revolvers uit het zicht aan weerszijden van de voordeur staan.

'We doen het rustig aan en we blijven beleefd,' waarschuwde Turner. 'Ik wil zijn toestemming, anders zouden de huiszoeking en de arrestatie wel eens problemen kunnen opleveren.'

Iedereen knikte. Niemand maakte grappen over Turner en zijn rechtenstudie, zoals ze onder andere omstandigheden misschien zouden hebben gedaan. Nancy keek naar het hoge gras van de voortuin. Het huis was verveloos. De bruine verf bladderde af. Een hor hing nog aan één schroef voor het voorkamerraam. Nancy tuurde door een kier tussen een neergelaten rolgordijn en de vensterbank. Er was niemand in de voorkamer. Ergens achterin het huis stond een televisie aan.

'Hij zal minder bang zijn als hij een vrouw ziet,' zei Nancy. Grimsbo knikte en Nancy drukte op de deurbel. Ze droeg een jasje om te verbergen dat ze een armholster droeg. De ergste hitte was voorbij, maar het was nog steeds warm. Ze voelde een straaltje zweet over haar rug naar beneden lopen.

Nancy drukte nog een keer op de bel en het geluid van de tv werd zachter gezet. Door het semi-transparante gordijn dat de bovenste helft van de voordeur bedekte, zag ze een vage gestalte door de hal lopen. Toen de deur openging, trok Nancy de hordeur naar zich toe en glimlachte. De magere, slungelige man glimlachte niet terug. Hij was gekleed in een spijkerbroek en een smoezelig T-shirt. Zijn lange, vette haardos was slecht verzorgd. Waters' uitdrukkingsloze ogen keken eerst Nancy, daarna de agenten aan. Op zijn voorhoofd verscheen een dikke rimpel, alsof hij over een wiskundeprobleem nadacht. Nancy liet haar insigne zien.

'Meneer Waters, ik ben Nancy Gordon van het politiekorps van Hunter's Point, afdeling recherche.'

'Ik heb niks gedaan,' verdedigde Waters zich.

'Dat geloof ik,' zei Nancy op besliste, maar vriendelijke toon, 'maar we hebben inlichtingen ontvangen die we graag even willen natrekken. Mogen we binnenkomen?'

'Wie is daar?' vroeg een zwakke stem vanuit de achterkamer.

'Dat is mijn moeder,' legde Waters uit. 'Ze is ziek.'

'Dat spijt me. We zullen proberen haar niet te storen.'

'Waarom moeten jullie haar van streek maken? Ze is ziek,' zei Waters, nu steeds zenuwachtiger.

'U hebt me verkeerd begrepen, meneer Waters. We zullen uw moeder niet lastigvallen. We willen alleen even rondkijken. Mag dat? Het zal niet lang duren.'

'Ik heb niks gedaan,' herhaalde Waters, terwijl hij nerveus van Grimsbo naar Turner keek en daarna naar de agenten. 'Vraag maar aan mevrouw Cummings van de reclassering. Die zal het ook zeggen.'

'We hebben al met haar gepraat en ze heeft heel hoog van u opgegeven. Ze zei dat u volledig meewerkte. Wij willen uw medewerking ook graag. U wilt ons hier toch niet laten wachten tot een van de agenten een huiszoekingsbevel heeft gehaald, wel?'

'Waarom willen jullie mijn huis doorzoeken?' vroeg Waters boos. De agenten zetten zich schrap. 'Waarom kunnen jullie me verdomme niet met rust laten? Ik heb nooit meer naar dat meisje gekeken. Ik heb een vaste baan. Vraag maar aan mevrouw Cummings.'

'U hoeft zich nergens over op te winden,' antwoordde Nancy kalm. 'Hoe eerder we rond kunnen kijken, hoe eerder u weer van ons af bent.'

Waters dacht er over na. 'Wat willen jullie zien?' vroeg hij.

'De kelder.'

'Daar is niks,' zei Waters, die werkelijk verbaasd leek.

'Dan zijn we zo klaar,' verzekerde Nancy hem.

Waters snoof verachtelijk. 'De kelder. In de kelder kun je zoeken tot je een ons weegt. Daar zijn alleen maar spinnen.'

Waters wees naar de lange donkere gang die langs de trap naar de achterkant van het huis leidde.

'Waarom loopt u niet met ons mee, meneer Waters. Dan kunt u ons rondleiden.'

De hal was donker, maar het licht in de keuken was aan. Nancy zag een gootsteen vol vuile borden en een tafel met een formicablad waarop de resten van twee diepvriesmaaltijden stonden. De keukenvloer was vuil en zat vol vlekken. Onder de trap naast de keukendeur zat een hardhouten deur. Waters deed hem open. Zijn ogen werden groot en hij deed een stap naar achteren. Nancy duwde hem opzij. De stank was zo erg dat ze terugdeinsde.

'Blijf bij meneer Waters,' zei Nancy tegen de agenten. Ze haalde diep adem en drukte op het lichtknopje bovenaan de trap. Onderaan de houten trap was niets bijzonders te zien. Nancy hield met haar ene hand haar revolver en met haar andere de trapleuning vast. De geur van de dood werd sterker naarmate ze de trap verder afliep. Grimsbo en Turner volgden. Niemand sprak.

Halverwege ging Nancy op haar hurken zitten en keek de kelder rond. Het enige licht was afkomstig van een kale peer aan het plafond. Tegen de muur stonden afgedankte, half kapotte meubels opgestapeld, omringd door dozen met oude kranten en tijdschriften. Een achterdeur leidde naar een betonnen put achter het huis, bij de steeg. De hoek bij de deur lag voor het grootste deel in de schaduw, maar Nancy zag een menselijke voet en een plas bloed.

'Godver,' fluisterde ze hijgend.

Grimsbo wrong zich langs haar heen. Nancy volgde hem. Ze wist dat niets in de kelder haar kwaad kon doen, maar ze had moeite met ademhalen. Turner scheen met zijn zaklamp in de hoek.

'Jezus,' bracht hij met een gesmoorde stem uit.

De naakte vrouw lag uitgestrekt op het koude beton, badend in bloed en omringd door een verpletterende geur van uitwerpselen. Ze was niet 'gedood' of 'vermoord'. Ze was van haar menselijke waardigheid beroofd. Nancy zag stukken verkoold vlees waar de huid niet met bloed of uitwerpselen bedekt was. De darmen van de vrouw stulpten door een gapend gat in haar buikwand naar buiten. Ze deden Nancy denken aan een sliert opgezwollen worsten. Ze wendde haar blik af.

'Breng Waters beneden,' bulderde Grimsbo. Nancy zag de pezen in zijn nek opbollen. Zijn ogen puilden uit.

'Je raakt hem niet aan, Frank,' zei Turner naar adem snakkend.

Nancy greep Grimsbo's kolossale onderarm vast. 'Wayne heeft gelijk. Dit doe ik. Bemoei je er niet mee.'

Een agent duwde Waters voor zich uit naar beneden. Toen Waters het lijk zag, werd hij wit en viel op zijn knieën. Zijn mond vormde woorden, maar er kwam geen geluid uit.

Nancy sloot haar ogen en probeerde zich te beheersen. Er was geen lijk. Er was geen stank. Ze knielde naast Waters neer.

'Waarom, Henry?' vroeg ze zacht.

Waters keek haar aan. Zijn gezicht verschrompelde en hij jankte als een gewond dier.

'Waarom?' herhaalde Nancy.

'O nee. O nee,' huilde Waters, zijn hoofd in zijn handen verbergend. Het hoofd schoot bij iedere ontkenning heen en weer; het lange haar wapperde mee.

'Wie heeft dit dan gedaan? Ze ligt hier, Henry, in jouw kelder.'

Waters gaapte Nancy met open mond aan.

'Ik zal je op je rechten wijzen. Je hebt ze wel eerder gehoord, nietwaar?' vroeg Nancy, maar het was zonneklaar dat Waters niet in staat was over zijn grondwettelijke rechten te praten. Hij liet zijn hoofd achterover hangen en maakte onmenselijke jankgeluiden.

'Breng hem naar het bureau,' zei ze tegen de agent die achter Waters stond. 'Als jij of wie dan ook, deze man ook maar één vraag stelt, zul je de rest van je leven wc's schrobben. Begrepen? Ik heb hem nog niet op zijn rechten gewezen. Ik wil hem in een verhoorkamer met twee man bewaking binnen en één man buiten. Niemand mag met hem praten, ook niet de chef. Ik zal van hieruit bellen om O'Malley in te lichten. En laat Michaels binnenkomen. Zeg dat hij een volledig technisch rechercheteam laat komen. Zet iemand bovenaan de trap neer. Niemand mag hier beneden komen, behalve als Glen het goedvindt. Ik wil niet dat iemand het bewijsmateriaal verpest.'

Grimsbo en Turner waren naar het lijk toegelopen, er zorgvuldig voor wakend de plas bloed eromheen te vermijden. Grimsbo bleef kort en diep ademhalen. Turner dwong zichzelf naar het gezicht van de vrouw te kijken. Het was Patricia Cross, hoewel dat nauwelijks meer te zien was. Het woeste geweld van de moordenaar had zich niet tot het lichaam van het slachtoffer beperkt.

De jonge agent was ook geobsedeerd door de aanblik die het lijk bood. Daarom reageerde hij traag toen Waters opsprong. Nancy had zich half afgewend en zag het uit haar ooghoek. Tegen de tijd dat ze zich had omgedraaid, lag de agent op de grond en rende Waters de trap op, gillend om zijn moeder.

De politieman die de kelder moest bewaken hoorde Waters gillen. Hij ging met getrokken revolver voor de deur staan, zodat Waters met een vaart tegen hem aanbotste.

'Niet schieten,' gilde Nancy juist toen de revolver afging. De agent wankelde achterwaarts en klapte tegen de muur tegenover de kelderdeur. De kogel boorde zich in Waters' hart en hij tuimelde naar beneden, waar hij met zijn hoofd tegen de cementen vloer klapte. Waters voelde het niet meer. Hij was al dood.