Hunter's Point was een forensenstad met 110.000 inwoners, een kleine binnenstad vol moderne boetiekjes en chique restaurants, een universiteitsgebouw, en een heleboel winkelcentra. Er waren geen achterbuurten in Hunter's Point, maar wel kleine huisjes en souterrains aan de rand van de binnenstad voor studenten en gezinnen die zich geen huis konden veroorloven in een dure buurt als The Meadows, waar de advocaten, artsen en zakenlieden hun domicilie hadden.
Het hoofdbureau van politie was gevestigd in een saai gebouw aan de rand van de stad. Het stond midden op een vlakke, met zwarte stenen bestrate parkeerplaats. Overal stonden dienstauto's, gewone auto's en kraanwagens.
Het opsporingsteam dat aan de zaak van de rozenmoordenaar werkte, zetelde in het oude berghok aan de achterkant van het gebouw. Er waren geen ramen en het licht van de tl-buizen was ergerlijk schel. Tussen twee hoge archiefkasten was net voldoende ruimte voor een watertank. Tegen de gebroken witte muur stond een lage houten tafel met wankele poten. Op de tafel stonden een koffiezetapparaat, vier koffiekoppen, een suikerpot en een bruin, plastic bekertje met pakjes poedermelk. Vier van overheidswege verstrekte metaalgrijze bureaus stonden in het midden van het vertrek. Twee muren hingen vol prikborden met foto's van de slachtoffers en andere informatie over het misdrijf.Nancy Gordon zat gebogen over haar verslag van de Lake- moorden. Ze kreeg hoofdpijn van de flikkerende tl-buizen. Ze deed haar ogen dicht, leunde achterover en wreef over haar oogleden. Ze deed haar ogen open en staarde naar de foto's van Samantha Reardon en Patricia Cross die Turner had opgeprikt. Die foto's hadden ze van de echtgenoten gekregen. Samantha zat op het dek van een zeilboot. Ze was een lange vrouw met golvend bruin haar dat wapperde in de wind en een oprecht gelukkige glimlach die haar gezicht deed oplichten. Pat, die gekleed in korte broek met topje op een strand op Oahu stond, was heel slank, te mager zelfs. Haar vrienden zeiden dat ze te veel met haar figuur bezig was. Behalve Reardon, die verpleegster was geweest, had geen van de vrouwen ooit nuttig werk gedaan, en Reardon was vlak na haar huwelijk gestopt met werken. Het waren tevreden huisvrouwen die een luxe leventje leidden, en hun tijd verdeelden tussen golfen bridge. Zij vonden al dat ze een bijdrage aan de gemeenschap leverden als ze op liefdadigheidsfeestjes geld voor een goed doel bijeenbrachten. Waar waren die vrouwen nu? Waren ze dood? Waren ze snel gestorven, of langzaam, met martelende pijnen? Hoe hadden ze zich gedragen? Hoeveel van hun waardigheid hadden ze behouden?
De telefoon ging. 'Gordon,' zei Nancy.
'Er is een meneer Lake voor u bij de receptie,' zei de receptioniste. Nancy rechtte haar rug. Er waren nog geen tweeënzeventig uur voorbijgegaan sinds haar bezoek aan de plaats van het misdrijf.
'Ik kom eraan,' zei Gordon, terwijl ze haar pen op een stapel politierapporten liet vallen.
In de hal van het politiebureau stond een kleine zithoek bestaande uit goedkope, imitatieleren stoelen met metalen armleuningen. De zithoek was van de rest van het gebouw afgescheiden door middel van een muur met een loket en een deur met een elektronisch slot. Op een van de stoelen zat Lake. Hij droeg een donker pak en een degelijke bruine das. Zijn haar was zorgvuldig gekamd. Zijn roodomrande ogen, die wezen op weinig slaap en veel verdriet, waren het enige dat zijn persoonlijke omstandigheden verraadde. Nancy drukte op de knop naast het bureau van de receptioniste en opende de deur.
'Ik wist niet zeker of u er was,' zei Lake. 'Ik hoop dat u het niet erg vindt dat ik zomaar langs kom.'
'Nee. Kom binnen. Dan zoek ik een plek waar we kunnen praten.'Lake volgde Nancy door een gang die hem aan een school deed denken. Ze liepen over het versleten groene linoleum dat op sommige plaatsen gedeukt was, en langs verveloze bruine houten deuren. Hier en daar vielen schilfers groene verf van de muren. Nancy opende de deur van een van de verhoorkamers en liet Lake voorgaan. De vloer was bedekt met witte, geluiddempende tegels.
'Ga zitten,' zei Nancy; ze wees naar een van de plastic stoelen die aan weerszijden van een lange houten tafel stonden. 'Ik zal even koffie halen. Suiker en melk?'
'Zwart,' antwoordde Lake.
Toen Nancy met twee papieren bekertjes terugkwam, zat Lake met zijn handen op zijn knieën aan tafel.
'Hoe gaat het ermee?' vroeg ze.
'Ik ben vreselijk moe en depressief. Ik ben vandaag naar mijn werk gegaan, maar ik kon me niet concentreren. Ik moet steeds aan Melody denken.'
Lake zweeg. Hij haalde diep adem. 'Luister eens, ik zal ter zake komen. Ik kan niet werken en ik heb het gevoel dat ik een hele tijd niet zal kunnen werken. Ik ben vanmorgen bezig geweest met de papieren van een overdracht en ik vond het zo... Het zei me gewoon niets.
Ik heb twee medewerkers die mijn praktijk kunnen runnen tot ik het weer aankan, als dat ooit nog zal gebeuren. Maar op dit moment wil ik alleen maar uitzoeken wie Sandy en Melody heeft vermoord. Dat is het enige waar ik aan kan denken.'
'Meneer Lake, dat is ook het enige waar ik aan kan denken. En ik ben niet de enige. Ik zal u iets vertellen. Dit is strikt vertrouwelijk. U moet me geheimhouding beloven.'
Lake knikte.
'Er zijn vóór de moord op uw vrouw en dochtertje plaatsvond, nog vier vrouwen verdwenen. Niet een van hen is gevonden. Het duurde even voordat we er achter kwamen, omdat er in geen van de gevallen een stoffelijk overschot werd aangetroffen. Eerst beschouwden we het als vermissing. Maar op de plaats van het misdrijf werd steeds een briefje met "Verdwenen, Maar Niet Vergeten" gevonden, en een zwarte roos, dus de tweede keer wisten we waarmee we te maken hadden. De chef heeft een team samengesteld om aan de zaak te werken...'
'Ik weet zeker dat jullie heel hard werken,' viel Lake haar in de rede. 'Het was niet mijn bedoeling kritiek te leveren. Ik wil graag helpen. Ik wil vrijwillig met het team samenwerken.'
'Daar kan geen sprake van zijn, meneer Lake. U bent geen rechercheur. Het zou ook niet goed zijn. U bent er emotioneel te zeer bij betrokken om objectief te kunnen zijn.'
'Als advocaat móet je juist objectief zijn. En ik kan iets aan het onderzoek toevoegen - door mijn praktijk als advocaat bij strafzaken heb ik een unieke kijk gekregen op het brein van de misdadiger. In een strafzaak leer je de denkwijze van misdadigers beter begrijpen dan de politie ooit zal kunnen, omdat de misdadigers je in vertrouwen nemen. Mijn cliënten weten dat ze mij alles, hoe gruwelijk ook, kunnen vertellen; ik zal hun privacy altijd respecteren. U ziet de misleidende buitenkant van de misdadigers. Ik zie hen zoals ze werkelijk zijn.'
'Meneer Lake, bij de politie zie je ook wat er zich in het misdadige brein afspeelt, maar al te goed zelfs. Wij zien die jongens op straat, in hun huis. U ziet ze als ze opgeprikt in uw kantoor zitten, ver van hun slachtoffers, en tijd hebben gehad een excuus voor hun daden te verzinnen en een zielig verhaal op te dissen of verzachtende omstandigheden aan te voeren. Maar dat doet allemaal niet ter zake, want u kunt gewoon niet aan deze zaak werken. Hoezeer ik het aanbod ook waardeer, mijn meerderen zouden het niet toestaan.'
'Ik weet dat het vreemd klinkt, maar ik denk echt dat u iets aan me zou hebben. Ik ben erg kien in die dingen.'
Nancy schudde haar hoofd. 'Er is nog een reden waarom het niet goed is dat u bij dit onderzoek betrokken raakt - u zou de dood van uw vrouw en dochter dagelijks opnieuw beleven, terwijl u juist de draad van uw leven weer zou moeten oppakken.
De foto's van de lijkschouwing slingeren rond, hun foto's hangen aan de muur. Wilt u dat?'
'Hun foto's hangen overal in mijn huis en op mijn kantoor, mevrouw Gordon. En iedere minuut van de dag denk ik aan ze.'
Nancy zuchtte. 'Ik weet het,' zei ze, 'maar u moet ermee ophouden, anders zult u er aan onderdoor gaan.'
Het was even stil. Toen vroeg Lake: 'Vertel eens over uw verloofde,' vroeg hij zacht. 'Hoe... hoe bent u erin geslaagd niet meer aan hem te denken?'
'Daar ben ik niet in geslaagd. Ik denk nog steeds aan Ed. Vooral 's nachts, als ik alleen thuis ben. Ik wil hem niet vergeten en u zult Sandy en Melody niet willen vergeten.
Ed was politieman. Hij werd door een dronken vent neergeschoten. Hij was bezig een huiselijke twist te sussen. Het was twee weken voordat we zouden trouwen. Eerst voelde ik me net als u. Ik kon niet werken. Ik kon nauwelijks uit bed komen. Ik werd door schuldgevoel gekweld, wat nergens op sloeg. Ik bleef maar denken dat ik het had kunnen voorkomen, dat ik hem die dag thuis had moeten houden, ik weet niet. De logica was ver te zoeken.
Maar het werd beter, meneer Lake. Niet honderd procent beter, zelfs niet grotendeels beter. Je komt gewoon op een punt waarop je onder ogen ziet dat de pijn vooral voortkomt uit zelfmedelijden. Daarna besef je dat je weer voor jezelf moet gaan leven. U moet verder en u moet proberen de herinneringen aan de fijne momenten levend te houden. Als u dat niet doet, heeft de moordenaar van uw dochtertje en uw vrouw gewonnen. Dan zal hij ook u eronder hebben gekregen.'
Nancy reikte over de tafel heen en legde haar hand op Peter Lakes arm.
'We krijgen hem wel, meneer Lake. U hebt zoveel te verwerken, u moet hier niet bij betrokken raken. Laat ons het afhandelen. We krijgen hem wel, dat beloof ik u.'
Lake stond op. 'Bedankt, mevrouw Gordon.''Nancy. Noem me Nancy. En u kunt me altijd bellen als u wilt praten.'