77
Op de rechercheafdeling in Visby nam Knutas contact op met de Duitse politie en vroeg hun na te kijken wat er was gebeurd met het gezin uit Hamburg dat in juli 1985 op Gotska Sandön met vakantie was geweest. Een vakantie die was geëindigd in een tragedie. Kon het zijn dat de vader, Oleg Petrov, uiteindelijk wraak nam voor de dood van zijn dochter?
Terwijl hij op antwoord van de Duitsers wachtte, riep hij de mensen van het rechercheteam die aanwezig waren bijeen in zijn kantoor. Hij vertelde wat Karin had kunnen afratelen voor het gesprek werd afgebroken.
'Zou de vader de moordenaar zijn?' zei Kihlgård met twijfel in zijn stem. 'Nu nog. Na zo'n lange tijd. Waarom?'
'Ja, dat is de vraag,' zei Wittberg. 'Er moet iets zijn wat alles in gang heeft gezet.'
'Ik herinner me die zaak nog,' onderbrak officier van justitie Smittenberg. 'Het meisje werd eerst vermist. Er werd toen een grootscheepse zoekactie georganiseerd; ook veel mensen van hier hielpen. Later werd ze gevonden in het water bij Gotska Sandön, verkracht en vermoord. Een vreselijke geschiedenis. Het was iets met een paar mannen die vanaf een boot aan land waren gegaan en daarna waren verdwenen. Ze zijn nooit gepakt.'
'Ik begrijp maar niet waarom Karin niets van zich laat horen,' zei Knutas geïrriteerd. 'Ze zou me bellen zodra ze op de boot zat.'
'Bel dan zelf,' stelde Wittberg voor. 'Vraag of ze haar willen omroepen.'
'Ja, natuurlijk, ja...'
Knutas keek een beetje gegeneerd, maar toetste het nummer van de centrale in, die hem doorverbond met de M/S Gotska Sandön. Een zware stem antwoordde op een krakende telefoonlijn.
'M/S Gotska Sandön. Met kapitein Stefan Norrström.'
Knutas stelde zich voor.
'Is het mogelijk om een bepaalde persoon aan boord op te roepen, bijvoorbeeld via luidsprekers?' 'Om wie gaat het?'
'Het is een agent en ze heet Karin Jacobsson.'
'Blijft u wachten of belt u weer?'
'Ik wacht liever.'
'Oké.'
Knutas hoorde hoe de kapitein Karins naam omriep en haar vroeg ogenblikkelijk naar de stuurhut te komen. Meteen was hij weer aan de telefoon.
'Als ze op de boot zit dan kan ze hier binnen enkele minuten zijn. De boot is niet zo groot.'
'Oké.'
Minuten verstreken.
'Nu had ze er toch al kunnen zijn?'
'Ja, dan is ze kennelijk toch niet aan boord.'
'Kunt u haar nog een keer omroepen?'
De kapitein aarzelde.
'Is dit echt nodig?'
'Ik vind van wel. Voor de zekerheid.'
De kapitein riep Karins naam nog een keer om. Toen er weer een paar minuten waren verstreken gaf Knutas het op.
'Dan heeft ze het vast niet gehaald.'
'Nee, waarschijnlijk niet.'
'Bedankt voor de hulp.'
'Geen dank.'
Tijdens het gesprek was Knutas steeds ongeruster geworden. Karin had een verband ontdekt tussen de moord op Gotska Sandön en de actuele zaken. En nu was ze verdwenen. Hij vroeg de centrale de opzichter op Gotska Sandön te bellen en toen hij werd doorverbonden legde hij de reden van zijn telefoontje uit.
'Nee, ze is met de boot van halfdrie meegegaan. Ze had duidelijk erge haast.'
'Weet u zeker dat ze de boot heeft gehaald?'
'Absoluut. Ik was zelf bij de boot en heb geholpen met de bagage. Ik heb haar aan boord zien gaan.'
'En dat weet u honderd procent zeker? Ik bedoel, u weet hoe Karin eruitziet? Klein, tenger, net veertig, maar ze ziet er jonger uit, donker kort haar, bruine ogen, een spleetje tussen haar voortanden, erg lief...'
Hij hoorde de opzichter ongeduldig zuchten.
'Ja, natuurlijk weet ik wie ze is. Ze heeft me gisteren geïnterviewd over die Morgan Larsson die vermoord is.'
'O, op die manier. Wanneer komt de boot in Fårösund aan?'
'Halfvijf. De overtocht duurt twee uur.'
Knutas had nog maar net neergelegd of de centrale meldde hem dat ze de Duitsers aan de lijn hadden. Hij zette de ongerustheid over Karin aan de kant.
De anderen luisterden aandachtig naar zijn haperende Engels. Knutas' gelaatsuitdrukking was ondoorgrondelijk toen hij langzaam de hoorn neerlegde.
'Dat waren onze Duitse collega's. Oleg Petrov kan de dader niet zijn. Hij is namelijk dood. Drie maanden nadat Tanja vermoord is gevonden heeft hij zichzelf van het leven beroofd door zich voor een trein te gooien.'
Iedereen in de kamer keek hem in verwarring aan.
'Maar de moeder en de zus dan? Wat is er met hen gebeurd en waar zijn ze nu?' vroeg Wittberg.
'De moeder woont nog in Hamburg, maar hou je vast - de zus Vera woont hier op Gotland. Ze is getrouwd met een Gotlander en woont in Kyllaj.'
'Kyllaj,' herhaalde Wittberg en hij kreeg iets gejaagds in zijn blik. 'De vrouw op de veerboot, die eerste veerboot op de ochtend toen de moord was gepleegd. Zij woonde in Kyllaj. Ze was zwanger en getrouwd. Maar had een alibi - daarom zijn we niet met haar verdergegaan. Het alibi kreeg ze van haar man.'
Knutas boog zich naar voren.
'Haar man, ja - ze is getrouwd met een man genaamd Stefan Norrström. De kapitein met wie ik zojuist heb gesproken!'
Knutas' hersenen draaiden op volle toeren. De kapitein had beweerd dat Karin zich niet aan boord bevond. En nu was ze verdwenen.