74
Dinsdag 25 juli
Wakker worden in het tweepersoonsbed met Emma naast zich was onwerkelijk. Het duurde even voordat het tot hem doordrong dat het echt was. Pas nu hij daar lag besefte hij hoe intens zijn verlangen was geweest. Ze lag op haar zij met haar rug naar hem toe. Zachtjes streelde hij haar over haar tengere rug - wat was ze broos. Breekbaar, zowel letterlijk als figuurlijk. Plotseling voelde hij zich sterk. En toen verlangde hij enorm naar Elin. Wilde haar meteen ophalen. Maar zijn werk wachtte; ze hadden nog geen nieuwe landelijke verslaggever gestuurd, dus was hij verantwoordelijk voor de verdere verslaggeving van de moord op de springmeester.
Onder de douche dacht hij na over de moord. Het kon geen toeval zijn dat Morgan Larsson op het terrein van Cementa in Slite was vermoord, zo dicht bij de haven met de handel in illegaal gestookte drank. Drank die Peter Bovide ook had gekocht. Het verband moest daar te vinden zijn: de cementfabriek - illegale handel - Rusland. Alles klopte. Veel wees erop dat het motief voor de moord in de haven te vinden was. Het eerste waar hij achter moest zien te komen was de link tussen Peter Bovide en Morgan Larsson.
Hij werd in zijn gedachten onderbroken doordat Emma in de deuropening van de badkamer verscheen en haar ochtendjas van zich af liet glijden. Wat was ze mooi, ondanks het feit dat ze dunner was dan vroeger. Hij stak zijn hand uit.
'Kom.'
Nog nooit had het hem zoveel moeite gekost om zich van haar los te rukken. Het was alsof de tijd dat ze niet bij elkaar waren geweest hen nog meer aan elkaar had gesmeed.
'Wat is er met je mond gebeurd?' lachte hij toen ze elkaar op weg naar de auto kusten. 'Je lijkt wel een zuignap.'
'Moet jij zeggen.'
Hij nam haar hoofd tussen zijn handen.
'Ik hou van je, Emma.'
'Ik hou ook van jou.'
'Ik wil Elin graag zien. Wanneer kunnen we haar ophalen?'
'Ik rij er vandaag heen en dan kun je na het werk wel naar ons toe komen en vannacht ook blijven slapen.'
'Wanneer mag ik bij je intrekken?'
'Nu.'
'Zeker?'
'Zeker.'
Ze keek zo ernstig dat hij wel moest lachen.
'Jammer dat we morgen niet kunnen trouwen.'