17
Toen Karin terugkwam op het politiebureau na het bezoek aan Vendela Bovide, had Thomas Wittberg alle passagiers die de dag daarvoor de eerste veerboot over de Fårösund hadden genomen, kunnen lokaliseren.
De veerman had zich redelijk veel van de kentekens kunnen herinneren, zodat de eigenaren opgespoord konden worden.
'Het was gemakkelijker dan ik had gedacht om deze mensen te pakken te krijgen,' zei Thomas tevreden tegen Karin toen ze recht tegenover elkaar in haar werkkamer zaten.
Hij streek zijn blonde pony van zijn voorhoofd en las voor.
'Als we eerst het jonge stel nemen. Dat zijn mensen uit Gotenburg die sinds een week met vakantie zijn. Ze waren in Visby wezen stappen en waren op weg naar hun vakantieadres. Daarom waren ze zo vroeg op pad. Ze huren een huisje van een boer en ik heb om één uur een afspraak met ze om ze te verhoren. Ze gaan met de boot van vanmiddag naar huis.'
'O, dat zullen we nog weleens zien - pas als wij vinden dat we ze kunnen laten gaan.'
'De vrouw alleen is getrouwd en woont in Kyllaj.'
'Het hele jaar? Ik dacht dat daar alleen zomerhuisjes stonden.'
'Nee, ze woont daar in feite permanent, maar ik geloof dat ze bijna de enige is.'
Karin was in haar hele leven één keer in Kyllaj geweest. Dat was op een zomerfeest toen ze dertien jaar oud was. Daar op het strand had ze voor het eerst gezoend. Het was een mooie herinnering en dat kleine dorpje aan zee had een bijzonder plekje in haar hart.
Ze schoof de gedachte opzij.
'Komt ze ook hierheen?'
'Nee, ze is zwanger en bijna uitgerekend, begreep ik. Ze vroeg of ze telefonisch verhoord kon worden, maar ik heb haar uitgelegd dat dat niet ging, dat we haar persoonlijk moesten zien. Kennelijk kon ze zich moeilijk bewegen, ze had het over een instabiel bekken.'
'Als ze hoogzwanger is dan is ze nauwelijks interessant voor het onderzoek, maar ze kan natuurlijk iets gezien hebben. Ik rij het liefst zelf naar Kyllaj, ben daar sinds mijn dertiende niet meer geweest, maar vandaag red ik dat niet. Vraag haar of haar iets bijzonders is opgevallen, dan moeten we het daar voorlopig maar mee doen. Wat deed ze trouwens op de veerboot naar Fårö om vier uur 's ochtends?'
'Ze zei dat ze 's nachts niet kan slapen nu ze zwanger is en het zo warm is, dus grijpt ze de gelegenheid aan om wat rond te rijden en de streek wat te leren kennen op tijden dat er geen verkeer is. Ze woont daar nog niet zo lang. Het is nu bijna het hele etmaal licht.'
'Het klinkt een beetje vreemd, maar je hoort de meest krankzinnige dingen over zwangere vrouwen. Hoe zit het met de derde auto, die met de paardentrailer?'
'Die is van een boer op Fårö. Zijn zoon was naar het vasteland geweest om daar een paard te kopen en hij kwam terug met de nachtboot uit Nynäshamn. De familie heeft al jarenlang een boerderij op Fårö.'
'Verdomme.' Karin draaide een rondje met haar stoel. 'Mijn hoop was gevestigd op de mensen op de veerboot. Maar dat was natuurlijk ook wel een beetje te gemakkelijk. Hoe vaak kom je mensen tegen met het waarnemingsvermogen en het geheugen als van die veerman?'
'Maar we hoeven dat niet helemaal los te laten. We moeten de passagiers nog verhoren.'
'Zeker, maar het meest logische is toch eigenlijk wel dat Peter Bovides moordenaar zich op de ochtend van de moord al op Fårö bevond, ik bedoel dat hij daar overnacht heeft. Het is ook helemaal niet uitgesloten dat hij nog steeds op het eiland zit. Ga nog maar een paar dagen door met het controleren van de veerboten.'