20
Hamburg, 15 juli 1985
Nog vijf uur te gaan voordat het vliegtuig naar Zweden zou opstijgen. Ze waren vroeg opgestaan om te pakken. Vera vermoedde dat haar vader amper een oog had dichtgedaan. Al om zes uur had ze hem in de keuken horen scharrelen. Op het bed lagen, keurig in rijen, stapeltjes kleren die ingepakt moesten worden.
'Jullie hoeven niet zoveel kleren mee te nemen, en zeker geen mooie!' riep Oleg vanuit de keuken. 'We gaan de natuur in - ver weg van de beschaving!'
Vera bestudeerde de stapeltjes: slipjes, bh's, bikini, korte broek, hemdjes, een paar rokken en jurken, een spijkerbroek en een dikke trui.
Dat moest genoeg zijn, stelde ze vast en ze begon de kledingstukken in de rugzak te doen.
'Wat neem jij mee?'
Tanja stak haar hoofd om de hoek van de kamerdeur van haar grote zus.
Haar haar had ze opgestoken in een slordige knot, haar wangen waren rood en haar ogen gloeiden. Tanja was minstens zo opgewonden over de reis als haar vader. Ze was negentien jaar en was nog nooit in het buitenland geweest.
'Dit.'
Vera wees met haar arm naar het bed. Tanja inspecteerde de stapeltjes, keek naar de inhoud van de rugzak, pakte er een kledingstuk uit.
'Niet meer?'
'Nee, hoezo?'
'Maar we gaan toch wel stappen, jij en ik? In Stockholm of in elk geval in Visby?'
Ze gaf haar zus een por in haar zij.
'Ik wil een beetje lol hebben met die lekkere Zweden. Dat kunnen we toch niet aan ons voorbij laten gaan als we daar zijn. Het moeten de mooiste mannen ter wereld zijn, dat weet je toch!'
'Geloof je dat echt?'
'Jeetje, heb je nooit foto's gezien? De Zweedse meisjes zijn wereldberoemd - waarom zouden de mannen dan niet net zo mooi zijn?'
'Je hebt gelijk,' lachte Vera en ze opende haar kledingkast. 'Natuurlijk moet er ook iets moois mee. Het spreekt vanzelf dat we uitgaan. Dat heb ik ook wel nodig.'
Een week eerder had Gotthard het plotseling uitgemaakt. Hij had iemand anders leren kennen toen hij met vakantie in Portugal was. Een Zweedse, tot overmaat van ramp.
Ze had altijd pech met mannen, in tegenstelling tot haar jongere zus. Ze begreep eigenlijk niet waar dat aan lag. Ze leken erg veel op elkaar, maar qua karakter verschilden ze nogal. Vera was serieus. Ze ontbeerde de spontaniteit van haar zus. Soms wilde ze dat ze meer als haar zusje kon zijn, vrolijker, toegankelijker. Vooral wanneer ze zag hoe Tanja alle aandacht kreeg, zelfs van haar ouders. Hoewel het niet alleen met haar persoonlijkheid te maken had. Vera was zich heel goed bewust van de oorzaak, maar toch deed het pijn. Tanja had op haar dertiende leukemie gehad, en ze was langdurig ernstig ziek geweest. Haar ouders waren verlamd geweest van de vertwijfeling en hadden al hun tijd aan Tanja besteed. Vera had zich maar zo goed mogelijk moeten zien te redden. Haar eigen verdriet en ongerustheid over haar zus had ze in haar eentje moeten dragen.
Uiteindelijk was het goed aflopen. Tanja had een intensieve behandeling ondergaan en haar lichaam was nu vrij van bloedkanker. Langzaam maar zeker was ze hersteld en ze was nog sterker en energieker geworden dan vroeger. Natuurlijk was Vera ongelooflijk blij dat Tanja het overleefd had, maar het leek wel of de liefde van haar ouders voor haar zus alleen nog maar gegroeid was na de ziekte.
Soms, wanneer hun vader praatte en lachte met Tanja terwijl Vera zich ook in de kamer bevond, kon hij haar plotseling aankijken, alsof hij haar net ontdekte en zich erover verbaasde dat zij er ook was. Dan kon hij er soms beschaamd uitzien, alsof hij zichzelf betrapt had. Dat was bijna nog erger.
Vreemd genoeg koesterde Vera geen wrok tegen haar zus over de ongelijkheid tussen hen. Dat was wel anders geweest toen ze nog klein waren en ze haar zusje stiekem kneep en gemene opmerkingen maakte om haar tenminste een heel klein beetje terug te pakken. Nu ze zo goed als volwassen waren, had ze de situatie geaccepteerd. Dacht ze. Ze zou toch nooit met Tanja kunnen wedijveren, noch wat de aandacht van mannen, noch wat de aandacht van haar ouders betrof. Ze kon het net zo goed opgeven en van zichzelf uitgaan. Ophouden zichzelf met haar te vergelijken. Daar werd ze alleen maar depressief van.
Tanja's enthousiasme over de reis werkte aanstekelijk. Vera hield echt van haar zus; zij kon er niets aan doen dat het was zoals het was.
'Jij krijgt toch alle mannen,' zuchtte ze terwijl Tanja het ene topje na het andere omhooghield.
'Nee joh. Jij bent hartstikke knap! Kom op, we pakken ook een paar mooie kleren in, wat kan het ons schelen wat papa ervan vindt.'
'Oké.'
Oleg rende heen en weer door het appartement; fluitend en dansend was hij aan het inpakken. Hij greep Sabine beet en draaide met haar in de rondte tot ze schaterlachte. Vera had haar vader nog nooit zo uitgelaten gezien. Hun hele jeugd had hij het over Gotska Sandön gehad, hoe mooi het daar moest zijn, alle bijzondere vogels, zeehonden, vegetatie. Dat zijn overgrootvader daar was verdronken bij een schipbreuk voor de kust, die Franska Bukten werd genoemd, dat hij daar begraven lag, dat er drie kanonnen van het schip waren gered die nog steeds op het eiland stonden. Sinds hij toestemming had gekregen om ernaartoe te reizen, had hij nauwelijks over iets anders kunnen praten.
'De taxi is er!' riep hun moeder vanuit de keuken. Ze keken nog een laatste keer het appartement rond, voordat ze de deur achter zich dichttrokken.