38
Veel meer leverde het verhoor van Vendela Bovide niet op. Ze lieten haar foto's van bekende criminelen bekijken, maar ze kon niemand aanwijzen. Het resterende deel van de zaterdag werkte het rechercheteam aan deze zaak en het verband met de moord op haar man. Bij het buurtonderzoek kwam naar voren dat een getuige diezelfde ochtend een auto met een Estlands kenteken voorbij had zien rijden, een tip die als zeer bruikbaar werd beschouwd.
Laat in de middag had Knutas het gevoel helemaal leeg te zijn. Hij zat in zijn werkkamer en lurkte aan zijn koude pijp, terwijl zijn gedachten door zijn hoofd schoten. Hij dacht na over de ongebruikelijke handelwijze. Wat zei het hem? Aan de ene kant getuigde het van een koelbloedige, volstrekt gevoelloze moordenaar die zijn slachtoffer zonder blikken of blozen van dichtbij neerschoot. Aan de andere kant duidden de schoten in de buik op een dader die zijn zelfbeheersing had verloren. Volgde je die lijn dan kon je een moord in opdracht uitsluiten. De dader kende het slachtoffer waarschijnlijk en had een bepaalde emotionele binding met hem. Vooral het feit dat hij Peter Bovide recht van voren had neergeschoten wees daarop.
Hij kon het niet rijmen. Hij kon niets nuttigs meer doen, hij kon net zo goed naar huis gaan. Line en de kinderen waren nog in het zomerhuisje. Hij verheugde zich erop om in zijn eentje met een koud pilsje in de tuin te gaan zitten. Misschien zou het zijn gedachten helder maken.
Toen hij thuiskwam belde hij Line. Haar stem klonk vrolijk.
'Wij zijn de hele dag op het strand geweest, het is zo heerlijk daar. Het water is drieëntwintig graden. Nisse staat nu de zalmmoten om te keren, hij is de kampioen van de barbecue nu jij er niet bent,' lachte ze. 'Zelf nip ik van een glas koele witte wijn. Je zou hier nu moeten zijn, lieverd. Kun je echt niet komen?'
Knutas vertelde van de mishandeling van Vendela Bovide.
'Nee, ach, wat naar. Om op die manier in te breken bij een alleenstaande vrouw, die bovendien ook nog kinderen heeft. Dat moeten wel nietsontziende types zijn, anders doe je zoiets niet. Denken jullie dat zij ook achter de moord op haar man zitten?'
'Natuurlijk hebben we dat vermoeden. Maar ze zijn verdwenen en kunnen op dit moment alweer terug zijn in hun eigen land.'
'Weten jullie waar ze vandaan komen?'
'We denken dat het Esten zijn.'
'Het klinkt niet meteen als een stel profs. Zouden ze geen gebruik hebben gemaakt van valse kentekens?'
'Ja, dat zou je wel denken. Er zijn zo veel tegenstrijdigheden in dit onderzoek.'
'Maar hebben jullie al contact opgenomen met de Estse politie?'
'Ja, natuurlijk. We moeten maar hopen dat we ze te pakken krijgen.'
'Oké, schat, ik hoor dat je het druk hebt.'
Knutas voelde plotseling hoe hij naar haar verlangde. Maar hij zei niets. Hij hoorde Nisse op de achtergrond roepen.
'Zeg, ik moet Nisse helpen met de zalm. Zullen we morgenvroeg even bellen?'
'Is goed. Doe de kinderen de groeten.'
'Dat zal ik doen.'
Hij had twee pilsjes op toen de telefoon ging. Het was Karin.
'Hoi Knutte. Hoe is het?'
Op de achtergrond hoorde Knutas gelach, vrolijkheid en rinkelende glazen. Het was duidelijk te horen dat ze in de kroeg zat. De enige die hem Knutte noemde was Kihlgård, en Karin wist heel goed dat hij die koosnaam verafschuwde.
'Ben je dronken? Is dat niet een beetje vroeg?'
Karin leek zich helemaal niets aan te trekken van de zure toon van haar chef.
'Thomas en ik zitten in Packhuskällaren. We hebben hier gegeten en al heel wat wijn gedronken,' giechelde ze. 'En nog een paar borrels. We vonden dat we dat nodig hadden. We vroegen ons af of jij geen zin had om te komen. Je bent toch alleen? Zit je gezin niet in het zomerhuisje?'
'Ja, dat klopt, maar ik was net van plan wat eten klaar te maken.'
'Kom dan hierheen en eet en drink wat met ons. We zien elkaar alleen maar op het werk.'
'Kom op nu, verdomme!' hoorde hij Wittberg schreeuwen. Knutas overlegde even met zichzelf.
'Oké. Ik kom.'