6
Laat in de middag verzamelde het rechercheteam zich voor een vergadering op het politiebureau. Naast Karin Jacobsson, Thomas Wittberg en Erik Sohlman waren ook woordvoerder van de politie Lars Norrby en officier van justitie Birger Smittenberg aanwezig.
Karin begon met iedereen welkom te heten.
'Het ziet er dus naar uit dat we een ongewoon brute moord op ons dak hebben gekregen. Je kunt het een afrekening noemen. De doodgeschoten man is op het strand al geïdentificeerd door zijn vrouw. Hij heet Peter Bovide, geboren 1966, getrouwd, vader van twee kinderen, uit Slite en sinds zaterdag met zijn gezin met vakantie op camping Sudersand - met andere woorden: hij is daar dus drie dagen geweest. Vanmorgen vroeg, al om halfzes volgens zijn vrouw, is hij naar buiten gegaan voor zijn joggingrondje. Kennelijk was dat niet ongewoon. Hij begon de dag altijd met een rondje hardlopen. Het slachtoffer lijkt een stabiel gezinsleven te hebben gehad, hij en Vendela Bovide waren zes jaar getrouwd, ze hebben twee kinderen, een jongetje van vijf en een meisje van drie. We hebben zijn vrouw maar heel kort kunnen ondervragen toen ze hem identificeerde. Ze verkeert in een ernstige shock en is naar het ziekenhuis gebracht, waar ze haar een nacht ter observatie houden. Ik hoop morgen langer met haar te kunnen praten.'
Karin zweeg even en keek in haar papieren.
'Het lichaam is om ongeveer halftien gevonden door twee jochies van dertien jaar uit Stockholm, hun ouders huren een huisje verderop in het vakantiepark. Ze hadden gevoetbald op het strand en waren daarbij op een afgelegen stukje terechtgekomen toen ze besloten om te gaan zwemmen. Een eindje verderop in het water ontdekten ze het lichaam. Ze schreeuwden om hulp en verschillende mensen die zich op het strand bevonden kwamen naar hen toe. De man die de politie heeft gebeld is de vader van een van hen. Het gesprek kwam om kwart voor tien op de alarmcentrale binnen. De eerste patrouille was daar vijfenveertig minuten later.'
'Hoelang was hij al dood?' vroeg officier van justitie Smittenberg.
'Minstens een paar uur, maar maximaal vijf, zes,' antwoordde Erik Sohlman.
'Precies,' zei Karin. 'Er was dus geen reden om wegversperringen op te zetten of veerboten tegen te houden. Uiteraard is toch de hele dag iedereen die het eiland met de veerboot verliet gecontroleerd en dat blijven we doen tot vanavond. Is er iemand hier die het slachtoffer kende?'
Alle aanwezigen rond de tafel schudden hun hoofd. 'Wat weten we over Peter Bovide?'
Karin beantwoordde die vraag zelf.
'Hij heeft een strafblad, hoewel voor een klein vergrijp. Een veroordeling voor mishandeling uit de jaren tachtig, toen hij in de twintig was. Een ruzie in Burmeister hier in de stad. De portiers weigerden hem de toegang tot de discotheek en toen heeft hij een van hen neergeslagen. Aangezien hij toen nog geen strafblad had, is hem alleen een geldboete opgelegd. Sindsdien is er niets meer voorgevallen. Hij heeft gewerkt als bouwvakker en had nu samen met een compagnon een eigen bouwbedrijf, Slite Bygg, met zes medewerkers in vaste dienst. Zijn compagnon heet Johnny Ekwall; hij zal vanavond worden verhoord. Dat is in net kort wat we op dit moment over het slachtoffer kunnen zeggen. Wat de daad zelf betreft, daarover hebben we niet veel om mee aan de slag te gaan, helaas. We hebben een buurtonderzoek gedaan en er zijn geen getuigen. Maar er zijn wél schoten gehoord. Een echtpaar dat in de buurt woont, hoorde eerst één knal en daarna meerdere knallen waarvan zij meenden dat het schoten waren. Ze werden wakker van het geluid en volgens hen was dat rond een uur of zes vanmorgen. Ze dachten dat het een schietoefening was of iemand die stiekem op konijnen schoot, dat komt kennelijk vaak voor in die omgeving. Momenteel zijn we bezig met het verhoren van de campinggasten en de mensen die op de camping en in de restaurants in de buurt werken. Een paar mensen hebben in de loop van de dag de camping verlaten, en die proberen we te achterhalen. Aangezien het om een groot aantal verhoren gaat heb ik contact opgenomen met de rijksrecherche. Martin Kihlgård en een paar van zijn collega's komen morgenvroeg al hierheen.'
'Goed,' zei woordvoerder Lars Norrby. 'Dat zal nodig zijn.'
Karin wierp hem een vluchtige blik toe. Het was onmogelijk te bepalen of het commentaar ironisch bedoeld was of alleen maar goedbedoeld. De herrie over de benoeming van Knutas' plaatsvervanger lag nog maar een halfjaar achter hen. Toen de oudere collega besefte dat Karin benoemd zou worden, had hij luid geprotesteerd en een groot deel van zijn werktijd gewijd aan kwaadsprekerij over zowel Knutas als Karin. Bovendien verdachten ze hem ervan dat hij informatie naar de pers had gelekt. Tenslotte was hij helemaal uit het rechercheteam gehaald. Nu was hij louter in de hoedanigheid van woordvoerder aanwezig, aangezien dit hun eerste vergadering was en hij enigszins geïnformeerd moest worden over waar het rechercheteam mee bezig was.
Karin wilde geloven dat alle rancune was vergeten, maar zeker wist ze het niet. Norrby's gezicht verried niets over wat hij voelde. Intuïtief begreep ze dat degenen die haar nog steeds wilden tegenwerken vrij spel hadden nu Knutas weg was.
Ze verheugde zich erop dat Martin Kihlgård zou komen helpen met het onderzoek. Karin had de commissaris van de rijksrecherche in Stockholm gemogen vanaf het eerste moment dat ze elkaar een aantal jaren geleden hadden ontmoet in verband met de jacht op een seriemoordenaar.
Ze wendde zich tot Sohlman.
'Erik, neem jij het over?'
'Oké.'
Hij ging bij de computer zitten, gaf Karin een teken om het licht uit te doen. Op het witte doek helemaal voor in de ruimte verscheen een kaart van de camping en de Sudersandsbaai. Peter Bovides waarschijnlijke joggingroute was gemarkeerd met een rode lijn.
'Hier zien jullie het gebied. De camping zelf strekt zich uit over het hele oppervlak. De caravan van de familie Bovide staat aan de rand ervan. Aan de andere kant van het hek ligt het wandelpad dat naar het strandrestaurant en vakantiepark leidt. Peter Bovide koos niet de weg, maar rende recht naar het strand, daarna sloeg hij links af en liep in noordelijke richting langs het strand. Hij is bij de landtong gekeerd en op de terugweg is hij de dader tegengekomen, maar een paar kilometer verwijderd van de camping zelf.'
'Hoe weten we dat?' vroeg Birger Smittenberg.
Hij was hoofdofficier van justitie bij de Gotlandse rechtbank en had al in zo veel gevallen met het rechercheteam samengewerkt dat hij een natuurlijk onderdeel van het team was. Hij sprak nog steeds met een onmiskenbaar Stockholms accent, hoewel hij al twintig jaar getrouwd was met een Gotlandse en op het eiland woonde.
'We hebben Peter Bovides schoensporen geïdentificeerd. Ze zijn zowel op het pad vanaf de caravan naar de zee als op het strand gevonden. We konden zijn weg gemakkelijk volgen.'
'Hebben jullie ook schoensporen van de dader gevonden?' vroeg Karin.
'Er zijn verschillende sporen in de buurt van de plek waar het slachtoffer is gevonden. Het meest interessante is van een gymschoen maat 41. We zijn ermee bezig. We hebben tot nu toe geen andere vondsten gedaan.'
'Geen kogels of lege hulzen?'
'Nee, maar er zitten vast nog wel een aantal kogels in zijn lichaam. Hij is met maar liefst acht schoten neergehaald. De patholoog-anatoom is hier geweest en heeft het lichaam op de plaats delict gezien, dus wat ik nu zeg, is zijn en mijn allereerste indruk. Met andere woorden: het is vrij onzeker, dus neem het met een korrel zout. Hopelijk wordt er morgen sectie verricht en hebben we 's avonds het voorlopige sectierapport.'
'Goed,' zei Karin. 'Hoe duid je de wonden tot zover?'
'Wat het schot in het voorhoofd betreft, we kunnen zien dat de kogel bij de schedel naar binnen is gegaan en de hersenen is binnengedrongen en daar is gestopt. Naar het uiterlijk van de wond te oordelen, denken we dat het schot van heel dichtbij is afgevuurd. Of de dader heeft het wapen tegen het voorhoofd aan gedrukt, of de loop van het pistool is hoogstens een paar centimeter van het hoofd van het slachtoffer verwijderd geweest.'
'Hoe kun je dat zien?' vroeg Thomas Wittberg geïnteresseerd.
'Dat het gaat om een schot van dichtbij is te zien aan de plek waar de kogel naar binnen is gegaan. Die is vrij groot en stervormig. Eromheen is het gelobd zoals jullie op de foto kunnen zien. Dat heeft te maken met het feit dat wanneer het schot van dichtbij wordt afgevuurd, er met de kogel een wolk van heet gas mee het lichaam in gaat. Het gas verzamelt zich als een bel onder de huid en barst open op het moment dat de kogel binnendringt - ja, als een puist ongeveer, en dan ontstaat er een stervormige wond. Rond de schotwond blijven ook roetdeeltjes zitten en daarvan hebben we er een paar op het voorhoofd gevonden.' 'Hoewel hij al een aantal uren in het water gelegen had?' vroeg Wittberg.
'Ja, het wordt een soort tatoeage.'
'Gatver,' kermde Karin.
Ze begreep niet hoe Sohlman zo onberoerd kon blijven wanneer hij over de verwondingen van het slachtoffer sprak.
'Het schot in het voorhoofd zou voldoende geweest moeten zijn om hem te doden omdat het van zo dichtbij is afgevuurd,' ging Sohlman verder. 'Je vraagt je af wat er daarna gebeurd is.'
De volgende foto toonde de schotwonden in de buik.
'Stel dat het schot in het voorhoofd eerst werd gelost, dan moet de moordenaar daarna gek geworden zijn. Hij lijkt het hele magazijn te hebben geleegd. Er zijn zeven schoten in de buik afgevuurd, ook van dichtbij.'
'Wat betekent dat?' mompelde Karin. 'Waarom deed hij dat?'
'Het eerste waar ik aan denk is woede, razernij,' zei Wittberg. 'Dit is iemand die behoorlijk kwaad was op het slachtoffer.'
'Ja,' beaamde Karin. 'Het lijkt een sterke emotie, ze kunnen elkaar gekend hebben.'
'Onprofessioneel zou ik het noemen,' viel Sohlman in de rede. 'Wil je iemand ombrengen? Dan schiet je waarschijnlijk niet heel veel kogels in zijn buik. Dan is de kans namelijk groot dat het slachtoffer het overleeft, tenzij de kogel de aorta of het hart treft. Een prof had nog een schot in het hoofd gelost als hij er niet helemaal zeker van was of het slachtoffer meteen dood was.'
'Een amateur dus, iemand die nog niet eerder gemoord heeft,' zei Karin. 'Tegelijkertijd is het ongelooflijk koelbloedig. Ik bedoel, iemand die een mens van zo dichtbij kan doodschieten, in het voorhoofd, is niet zomaar iemand.'
'Maar waarom zou hij eerst in het hoofd hebben geschoten en daarna in de buik?' vroeg Wittberg. 'Andersom lijkt toch logischer? Je schiet in de buik en om er helemaal zeker van te zijn, eindig je toch met een schot in het hoofd?'
'Gewoon een gevoel,' zei Sohlman. 'We weten het eigenlijk pas als er sectie is verricht. De patholoog-anatoom kan vast wel bepalen in welke volgorde de kogels zijn afgevuurd.'
'Kun je iets over het wapen zeggen?' vroeg Karin.
'Het gaat om een klein kaliber pistool. Pas wanneer we naar de kogels hebben kunnen kijken, kan ik er meer over zeggen.'
'De vraag is hoe de moordenaar kon weten dat Peter Bovide zo vroeg op pad ging,' mompelde Wittberg. 'Of het gepland was, bedoel ik.'
'Het meest waarschijnlijke is toch wel dat het gepland is,' zei Norrby en hij legde zijn ene lange been over het andere. 'Hoelang hadden ze daar op de camping gestaan, zei je?'
'Drie dagen,' antwoordde Karin.
'De dader heeft Peter Bovide natuurlijk op de camping gevolgd en heeft gezien welke gewoonten hij had.'
'Kennelijk rende hij elke ochtend op dezelfde tijd,' onderbrak Karin. 'Altijd. Elke dag, het hele jaar door.'
Ze reikte naar de thermoskan met koffie.
'Wat ik niet begrijp is waarom de dader ervoor koos om de moord te plegen op een plek die zo dicht bij een camping ligt en waar het krioelt van de mensen. Is dat niet tamelijk gestoord?'
'Misschien omdat hij ook op de camping stond,' zei Wittberg. 'Het kan iemand zijn geweest die Peter Bovide net had leren kennen.'
'Of er is een reden dat de dader het niet in de nabije omgeving van Bovide wilde doen,' zei Smittenberg. 'Een buurman, een collega of iemand anders die sterke banden heeft met Bovides leven thuis in Slite. Het kan een afleidingsmanoeuvre zijn om hem op Fårö te vermoorden.'
'Klinkt niet helemaal onlogisch,' zei Karin. 'Uit zijn handelwijze blijkt dat het om een gek gaat. We moeten er alles aan doen om deze persoon zo snel mogelijk te pakken. We moeten ook het wapen vinden. De dader kan het ergens in de buurt hebben weggegooid. We zoeken met metaaldetectoren en we hebben hulp gekregen van duikers van de kustwacht, die het gebied waar het lichaam is gevonden afzoeken.'
Ze bedacht dat ze het Forensisch Instituut, skl, zover moest krijgen dat het de hoogste prioriteit gaf aan het onderzoeken van de kogels, om zo te achterhalen wat voor wapen er gebruikt was. Ze wendde zich tot Sohlman.
'Erik, kun je ervoor zorgen dat het skl opschiet - zowel met de lijkschouwing als met het onderzoek naar de kogels? We kunnen niet uitsluiten dat we te maken hebben met een psychisch zieke dader die in het ergste geval de smaak te pakken heeft gekregen. Het risico bestaat dat hij weer toeslaat.'