41
Zondag 16 juli
Het onderzoek naar de moord op Peter Bovide ging gestaag verder zonder dat de langverwachte doorbraak plaatsvond. Nog steeds was de dader op vrije voeten.
Uit het onderzoek van Slite Bygg door de afdeling Economische Delicten kwam naar voren dat Peter Bovide veel meer klussen had aangenomen dan hij met zijn personeel aankon. Het vermoeden dat hij gebruik had gemaakt van zwartwerkers werd alleen maar sterker. De firma was momenteel met meerdere klussen bezig: het grootste project was de bouw van een huis op Furillen, een tweede huis in Stenkyrkehuk en een verbouwing van het restaurant bij de camping in Åminne.
Op zondag besloot Knutas een kijkje te nemen op alle drie bouwplaatsen als hij daar tijd voor had. Hopelijk zou hij enkele bouwvakkers treffen die wilden praten. Aangezien hij geen haast had en geen aandacht wilde trekken nam hij zijn eigen auto, de oude Mercedes. Eigenlijk was die al lang geleden afgeschreven, maar hij kon er maar geen afscheid van nemen, ondanks Lines aandringen. Tenslotte had ze op eigen initiatief een auto voor zichzelf gekocht. Hij was verrast geweest toen hij op een avond thuiskwam van het werk en de spiksplinternieuwe Toyota onder hun carport zag staan, maar hij kon haar geen ongelijk geven. Er waren grenzen, dat begreep Knutas zelfs.
Tot vreugde van de toeristen hield het mooie weer aan. De zon leek zich voor een langere tijd boven Gotland te hebben geïnstalleerd en het was erg druk op de stranden.
Knutas was meteen de stad uit. Hij kon nog steeds genieten van het idyllische Gotlandse landschap waar hij doorheen reed. Weldoorvoed vee graasde in de weilanden bij de boerderijen die hij passeerde, de bermen langs de weg stonden vol roodglanzende klaprozen en blauwe cichorei. Af en toe schitterde de zee langs de weg. Wuivende graanvelden en krijtwitte kerkjes. Hij hield van zijn eiland en kon zich niet voorstellen dat hij daar ooit weg zou gaan. Knutas had zijn hele leven op Gotland gewoond. Een geluk voor hem dat Line erin had toegestemd om hierheen te verhuizen. Als hij echt heel eerlijk was, twijfelde hij eraan of hij hetzelfde voor haar gedaan zou hebben.
Onderweg naar Slite belde hij het ziekenhuis om te horen hoe het met Vendela Bovide was. Ze moest nog een paar dagen blijven, dacht de arts. De gebroken rib zorgde ervoor dat ze veel pijn had. Voor het overige waren de verwondingen oppervlakkig. Degenen die haar hadden mishandeld hadden haar waarschijnlijk alleen maar bang willen maken. Knutas kreeg een onaangenaam gevoel als hij eraan dacht hoe ze er had uitgezien toen ze haar vonden. Hij had nooit begrepen hoe iemand een vrouw kon slaan.
Hij besloot met het huis op Furillen te beginnen. Weliswaar hield hij er rekening mee dat hij er niemand zou aantreffen op zondag, maar je kon nooit weten.
Furillen was een schraal en eenzaam eiland, vijfhonderd hectare groot, dat aan de noordoostkust van Gotland lag. Het had een afwisselende natuur, dichte bossen, zand- en kiezelstranden, rotsen, heuvels, kalksteenpilaren en heidevelden. Vroeger was er een grote kalkgroeve geweest, en restanten uit die tijd waren er nog, onder andere in de vorm van de oude fabrieksgebouwen.
De fabriek was door een paar enthousiaste mensen uit Gotenburg verbouwd tot hotel en restaurant. Defensie had de beschikking over een paar gebouwen, en verder lag Furillen vooral braak. Over een lange brug was het eiland te bereiken. Uit de kaart begreep hij waar het huis in aanbouw lag, precies tegenover de oude fabriek. Hij volgde de met kalksteenstof bedekte grindweg langs de fabrieksgebouwen. Er was geen mens te bekennen.
Toen hij de heuvel achter het hotel op was gereden, had hij een schitterend uitzicht over de zee en op Kyllaj, dat verderop lag als de laatste buitenpost van Gotland. Het was een afgelegen dorpje bij Valleviken, dat vroeger had bestaan van de zeevaart en de steenindustrie, maar dat tegenwoordig bijna alleen maar toeristen herbergde.
Hij ontdekte het huis in aanbouw meteen. Op een open terrein met uitzicht op het water en op de eilandjes verderop stond een nieuw huis dat bijna klaar leek te zijn. Een luxe gepleisterde villa van twee verdiepingen met grote panoramaramen op het zuiden. Met ernaast een dubbele garage en een ronde stenen trap met pilaren aan weerszijden van de hoofdingang. Het zag er nouveau riche uit, alsof men graag wilde pronken. Knutas parkeerde voor het huis. Er was geen mens te bekennen. Aan de achterzijde was een enorm houten terras, met verschillende niveaus, een ingebouwd zwembad en vrij uitzicht over de zee.
Een vissersboot was op weg naar Kyllaj, gevolgd door een zwerm krijsende meeuwen die met regelmatige tussenpozen naar het dek doken. Knutas ging zitten op een zaagbok die op het bouwterrein stond. Hij stopte zijn pijp, stak hem aan en nam een trek. De beelden van het gewonde lichaam van Peter Bovide en zijn vrouw verschenen op zijn netvlies. Ging het hier allemaal om? Dat Peter Bovide zwartwerkers geld verschuldigd was? Het moest in elk geval om meer dan driehonderdduizend gaan. Maar om dan degene die je nog geld schuldig is te vermoorden, leek volstrekt idioot. Om daarna de weduwe te mishandelen getuigde ook niet van een weloverwogen planning. Misschien ging het om iets heel anders, dacht Knutas terwijl hij de villa bekeek.
Hij stond op, keek door de ramen en bewonderde de gemetselde open haard, de vloer van zeesteen, een volledig betegelde badkamer met sauna en een uitgang naar het terras. Een schitterende, hypermoderne keuken waar al het witgoed al ingebouwd was. Mozaïek, tegels en plavuizen overal. Hij vroeg zich af wie hier zou gaan wonen.
Plotseling werd de stilte verbroken door het geluid van een motor die dichterbij kwam.
Hij liep naar het randje van het plateau en keek over de rand van de rots naar beneden. Op de weg kwam een grote bestelbus aanrijden die afsloeg naar het hotel.
Plotseling werd Knutas onzeker. Weliswaar was hij naar de bouwplaats gereden om met de bouwvakkers te praten, maar het was het niet ondenkbaar dat de dader zich juist onder deze bouwvakkers bevond. Hij was helemaal alleen, zonder dienstwapen, en zou geen enkele kans hebben als de situatie bedreigend werd. Hij vervloekte zichzelf omdat hij niemand had gevraagd om mee te gaan. Het slimste was waarschijnlijk om zich te verstoppen en af te wachten, kijken wie of welke mensen eraan kwamen. Hij keek om zich heen. Zou hij tijd genoeg hebben om de auto te verbergen? Snel rukte hij het portier open en stak de sleutel in het contactslot. De weg liep verder langs het perceel met de villa.
Hij was nog maar net de bocht om, toen de neus van de bestelbus in zijn achteruitkijkspiegel opdook. Toen hij buiten gezichtsafstand kwam deed hij de motor uit en draaide het raampje naar beneden om te horen wat er gebeurde. De autoportieren werden dichtgeslagen en hij hoorde stemmen die een andere taal spraken. Het klonk als Fins, hoewel met minder harde klanken. Misschien was het Ests. Een getuige had een auto met een Ests kenteken voor Vendela Bovides huis zien staan. Waren het haar belagers die daar aankwamen? Zijn zenuwen waren tot het uiterste gespannen.
Voorzichtig deed hij het portier open, stapte uit. Terwijl hij sluipend terugliep, bleef hij dicht bij de rand van het bos, en ging achter een paar bomen en struiken staan vanwaar hij een goed uitzicht had op alles.
Twee jonge mannen kwamen de villa uit, ze droegen iets wat op een wasmachine leek. Een derde man, die bij de bestelbus de wacht hield, hielp mee om in te laden. Meteen verdwenen ze weer naar binnen en keerden terug met een hoge roestvrijstalen koelkast. Mijn hemel, dacht Knutas, ze zijn bezig om al het witgoed uit het huis te halen. Nerveus graaide hij in zijn zakken naar zijn mobiele telefoon en toetste Karins nummer in. Begon te vloeken toen hij haar antwoordapparaat kreeg. Probeerde Wittberg. Hetzelfde liedje. Wat een pech! Was iedereen onbereikbaar omdat het zondag was?. Dat zou toch niets uit moeten maken, het hele rechercheteam was toch aan het werk? Hij toetste het nummer in van de rechercheafdeling. Kihlgård nam op zijn gewone overdreven joviale manier op, hoewel het nu klonk alsof hij zijn mond vol had.
'Kihlgård.'
'Hallo, met Knutas.'
'Hoi Knutte.'
'Ik sta hier op een van de bouwplaatsen waar Peter Bovides firma aan het werk is. Ze hebben een luxe villa op Furillen gebouwd en nu is er een groep mannen bezig om al het witgoed eruit te halen.'
'Waarom fluister je?'
'Omdat ik er maar een paar meter vandaan sta.'
'Oké, ben je alleen?'
'Ja, helaas. En ik heb ook geen wapen bij me, vandaar dat ik niet durf in te grijpen.'
'Niet doen, potverdomme. Wat zijn het voor mensen?'
'Drie jonge knullen met ringen in hun oor en tatoeages. Ik denk dat het Finnen zijn, of mogelijk Balten.' 'Waar ligt die bouwplaats, zei je?'
'Het is op Furillen, helemaal bovenin bij de oude fabriek, wat nu een hotel is.'
'Furillen, wat is dat voor plek?'
'Een eiland, godverdomme,' siste Knutas. 'Ik ben niet van plan je een routebeschrijving te geven. Vraag de anderen maar, jullie moeten hierheen komen, en snel, verdomme.'
'Uiteraard. Blijf waar je bent, dan komen we meteen die kant op.'
'Doe dat, maar gebruik civiele auto's zonder sirenes. En bel me wanneer jullie op de brug naar het eiland toe rijden. Jullie moeten wachten op mijn alles-veilig-teken voordat jullie het hotel kunnen passeren. Vanaf hier zijn jullie namelijk te zien. Het huis staat daar precies boven.'
'Oké, we vertrekken meteen. Met z'n hoevelen zijn ze, zei je, en denk je dat ze gewapend zijn?'
'Shit, verdomme!'
'Wat is er, Knutte?'
'Er komt iemand aan. Ik bel je nog.'
Knutas drukte Kihlgård weg. Een van de mannen liep recht op zijn schuilplaats af. Zijn hart klopte in zijn keel en hij vroeg zich af of hij ontdekt was. De slungelachtige magere man had een kaalgeschoren hoofd en een bloot bovenlijf met heel veel tatoeages. In de achterzak van zijn korte broek ontwaarde hij een mes.
Gespannen hield hij zijn blik op de jonge man gericht. Zodra hij een vin verroerde zou zijn schuilplaats worden ontdekt.
Hij wierp een blik op de andere mannen. Ze gingen verder met het leeghalen van het huis.
Het volgende moment begreep Knutas wat er bezig was te gebeuren. De man frunnikte wat in zijn broek, moest kennelijk zijn blaas legen, slechts een paar meter bij hem vandaan. Knutas boog zijn hoofd en staarde naar de grond, deed een schietgebedje dat hij niet gezien zou worden.
Toen ging zijn mobiele telefoon.