76
Toen Karin eindelijk het kamp bereikte, was ze drijfnat van het zweet en uitgedroogd. Ze had wel een moord kunnen doen voor water, maar daar had ze geen tijd voor. Twee dingen moest ze doen. Ten eerste moest ze Knutas bellen en ten tweede moest ze uitzoeken op welke datum Tanja was vermoord. Bovendien wilde ze zo snel mogelijk naar huis. Haar mobieltje deed het nog steeds niet. Bij de rij buiten-wc's rende ze langs een paar jongens die de tonnetjes aan het verwisselen waren. Van hen hoorde ze dat de volgende boot naar Gotland over een kwartier zou vertrekken.
Ze rende haar huisje in en gooide haar spullen in haar rugzak. Haastte zich naar het museum, dat gelukkig open was. Verder was er geen mens te bekennen. In een paar stappen nam ze de trap naar de bovenverdieping en pakte de map die ze nodig had. Nog vijf minuten voor de boot zou vertrekken.
Op weg naar het strand zag ze dat haar mobieltje weer bereik had en ze belde Knutas. Hij nam meteen op.
'Hoi,' hijgde ze. 'Ik ben erachter gekomen hoe alles in elkaar zit. De moord heeft met een oude zaak te maken. Een Duits meisje dat hier op Gotska Sandön met haar ouders en zus met vakantie was, een onopgehelderde moordzaak uit 1985.'
Haar mobieltje piepte als waarschuwing dat de batterij bijna leeg was.
'Verdomme. Als het gesprek wordt afgebroken, bel ik je vanaf de boot. Ik moet mee, hij vertrekt over een paar minuten. Ik denk dat de vader de moordenaar is. Dat is een Rus.'
'Oké, nog een keer, ik volg het niet helemaal.'
'Je herinnert je de zaak nog? Het was midden in de zomer, een Duits gezin waarvan de dochter vermoord werd gevonden, in 1985.'
'Ja, ik herinner het me. Ik zat toen bij de geüniformeerde politie en dus weet ik niet alles meer. En jee, dat is twintig jaar geleden. Maar die zaak is nooit opgelost.'
'Nee precies, maar nu heeft...'
Het gesprek werd afgebroken. De batterij was leeg. Karin vloekte en rende naar de boot, waar de loopplank al werd binnengehaald.
'Wacht!' schreeuwde ze en ze zwaaide met haar armen.
De jongen die op het strand stond en de laatste koffer optilde, gaf de kapitein een teken.
Karin bedankte hem toen ze hijgend aan boord tuimelde.
Opgelucht herkende ze kapitein Stefan Norrström van de heenreis en ze liep snel de stuurhut in.
'Hallo, kan ik je telefoon even lenen?'
'Zeker. Is er iets gebeurd?'
'Ja, dat kun je wel zeggen,' zei Karin terwijl ze de map met oude krantenknipsels opensloeg.
Ze wilde de datum van de moord op de Duitse vrouw weten voordat ze Knutas belde. De kapitein keek nieuwsgierig over haar schouder mee in de map.
'Ik moet de politie bellen. Dat stomme mobieltje doet het niet.'
'Nee, het bereik kan zo nu en dan problemen opleveren.'
'De batterij is leeg. En de oplader ligt thuis in Visby,' zei ze met een berustend gebaar.
Ze had nu de bladzijde met het krantenknipsel over de moord op Tanja Petrov voor zich. Ging in gedachten na wat ze wist. Morgan Larsson reisde altijd op dezelfde datum naar Gotska Sandön. De afgelopen vijftien jaar had hij het eiland met regelmatige tussenpozen bezocht en elke keer van 21 tot 23 juli.
Haar blik viel op de datum van de moord. Tanja was vermoord in de nacht van 21 op 22 juli 1985. Haar lichaam werd op 23 juli gevonden. Karin haalde diep adem. Het verband was glashelder.
'Wat heb je daar?' vroeg de kapitein nieuwsgierig terwijl hij haar de hoorn aanreikte. 'Gaat dat over dat meisje dat hier is vermoord?'
'Ja,' zei Karin kortaf en ze pakte de telefoon. Ze had tijd noch zin om een buitenstaander in te wijden in wat ze had ontdekt.
Ze begon het nummer van Knutas in te toetsen.
'Heb je een beetje water voor me?'
'Tuurlijk.'
Stefan Norrström stond op van zijn stoel en draaide zich om om een fles water uit de koelkast te pakken. Karin ving nog net zijn blik op. Die was veranderd.