63
Eerder die dag verliet Kathy Burnett haar huis en liep ze haar straat door. Ze had een tennisracket onder haar arm en een blikje tennisballen in haar hand. Ze wilde in het park, drie straten verderop, tegen de oefenmuur gaan slaan.
En ze wilde nadenken over Tyler. Hij was niet op school geweest en ze vroeg zich af waarom niet. Ze was bij zijn huis langsgegaan, maar er was niemand thuis geweest, hoewel de auto van de Wingo’s wel op de oprit had gestaan.
Alle Wingo’s, zo leek het, waren verdwenen.
Ze sloeg de hoek om en kwam bij een bosje dat door liep tot de volgende straat. Ze was zo diep in gedachten dat ze het busje helemaal niet hoorde dat naast haar stopte en ook niet dat het portier openschoof.
Even later werd ze opgetild en drukte iemand een vochtige doek tegen haar gezicht. Ze haalde diep adem en viel flauw. Het portier schoof weer dicht en het busje reed weg. Kathy’s tennisracket en ballen bleven achter op de stoep.
Het busje reed ruim een uur door, over afgelegen wegen en vermeed drukke gebieden. De eindbestemming was het hutje in de bossen vlak bij de plaats waar Jean Shepherd was begraven. De blokhut was donker, maar er stond een auto voor geparkeerd.
Het busje stopte en er stapte een man uit. Hij schoof het portier open, tilde de nog steeds bewusteloze Kathy eruit en droeg haar de blokhut binnen.
Ze werd vastgebonden op een stoel en geblinddoekt. Haar mond werd niet dichtgeplakt. Ze wilden dat ze zou praten. En er was niemand in de buurt die er zich iets van zou aantrekken als ze zou schreeuwen.
De chauffeur van het busje stapte naar achteren en leunde met zijn schouder tegen de enige deur van de blokhut. Alan Grant pakte een stoel en zette hem ongeveer dertig centimeter van de stoel vandaan waar Kathy onderuitgezakt in zat.
Hij keek naar haar gezicht, dacht na over de vragen die hij haar zou stellen. Hij was niet bang dat hij Sam Wingo niet zou kunnen vinden; in elk geval nóg niet. Maar hij had bijna geen tijd meer en hoopte dat het sneller zou gaan met de hulp van Kathy Burnett.
Hij wachtte geduldig tot ze bij bewustzijn kwam. Haar hoofd viel opzij toen ze wakker werd. Daarna hield ze haar hoofd rechtop en keek ze om zich heen, maar ze kon natuurlijk niet meer zien dan de binnenkant van de doek die haar gezicht bedekte.
Grant raakte haar arm even aan, waardoor ze schrok en ze begon te gillen.
Hij had dat met opzet gedaan. Hij wilde dat ze een beetje rustig was, maar ook bang, geïntimideerd en wanhopig.
‘Wie ben je?’ vroeg Kathy met trillende stem.
‘Iemand die even met je wil praten, Kathy.’
‘Alsjeblieft... Doe me alsjeblieft geen pijn.’
‘Niemand gaat je pijn doen, Kathy. Ik wil alleen maar met je praten. En je moet iets voor me doen.’
‘Wat?’
‘Tyler Wingo. Hij is toch je vriend?’
Ze knikte, haar lichaam trilde zo dat de poten van haar stoel zachtjes bewogen.
‘Nou, ik wil hem helpen.’
‘Nee, dat wil je niet! Waarom zou je me ontvoeren en vastbinden als je hem wilt helpen?’
Grant glimlachte. Ze liet nu een beetje pit zien. Maar ze zou wel weer bang worden. Dat was altijd zo. ‘Het is ingewikkeld, Kathy. Heel ingewikkeld. Dat is altijd zo met dit soort dingen. Weet je waar Sam Wingo van wordt beschuldigd?’
‘Maar dat geloof ik niet!’ zei ze kwaad. ‘Het is een goede man. Hij zou dat geld nooit stelen. Hij was een soldaat.’
‘Ik geloof je, Kathy. Ik denk ook dat hij het niet heeft gedaan. Maar andere mensen denken van wel. En die andere mensen kunnen hem en Tyler kwaad doen. Dat wil ik voorkomen.’
‘Niet waar!’ snauwde ze. ‘Je wilt hen kwaad doen.’
‘Ik ga je blinddoek afdoen en je iets laten zien, oké?’
Grant knikte tegen de andere man die zich omdraaide en het vertrek verliet. Grant ging achter Kathy staan. ‘Kijk niet achterom, Kathy. Blijf voor je uit kijken. Wat je zult zien, zal je hopelijk van mijn goede bedoelingen overtuigen.’
Hij hield iets voor haar en maakte met zijn andere hand haar blinddoek los.
Kathy knipperde een paar keer snel met haar ogen en keek toen naar wat Grant haar liet zien. ‘Ben je van de cia?’ riep ze ademloos, terwijl ze naar de legitimatie keek.
‘Ja. Undercover, en daarom kan ik je mijn gezicht niet laten zien. Sam Wingo is betrokken bij iets heel ernstigs. Wij denken dat hij erin is geluisd, maar dat kunnen we niet bewijzen. Wingo vertrouwt niemand, ons ook niet. Maar we moeten op de een of andere manier contact met hem maken. Zodat hij naar ons toe komt en met ons samenwerkt.’
‘Maar waarom heb je mij daarbij nodig?’
‘We hebben geprobeerd contact met hem op te nemen, maar zoals ik al zei, vertrouwt hij niemand. Ik denk dat hij jou wel vertrouwt, Kathy.’
‘Wat moet ik dan doen?’
‘Kun je contact opnemen met Tyler en hem vertellen dat je een afspraak met hem wilt maken? Jij mag zelf beslissen waar. Zoek maar een openbare gelegenheid uit, zodat jullie je allebei veilig voelen.’
‘Maar wat moet ik dan tegen hem zeggen?’
‘Dat zijn vader contact met ons moet opnemen. Dat hij naar Langley moet komen. Je hebt toch wel van Langley gehoord?’
‘Dat is jullie hoofdkantoor.’
‘Dat klopt, Kathy. Daar zijn mensen die het belangrijk vinden wat er met Sam Wingo gebeurt. Zij willen dit in orde maken. Maar hoe langer hij zich niet meldt, hoe erger het wordt. Dat begrijp je toch wel?’
Ze knikte langzaam, en keek nog steeds naar de cia-badge die hij haar liet zien. Grant deed dit heel bewust. Hij wilde er zeker van zijn dat zij dacht dat hij echt van de cia was en dus een van de ‘goeien’.
‘Je doet het dus? Hem bellen?’
‘Dat denk ik wel. Maar ik kan niet beloven dat hij iets met me zal willen afspreken.’
‘Uiteraard, maar volgens mij wil hij dat wel. Volgens mij vindt hij je aardig en vertrouwt hij je. Ik weet dat hij het beste wil voor zijn vader en dat geldt ook voor ons. En zijn vader zal Tyler vertrouwen, dat weet ik zeker.’
Grant hield haar haar telefoon voor die hij eerder van haar had afgepakt. ‘Ga Tylers nummer bellen.’
‘Ik zou hem een sms kunnen sturen.’
‘Volgens mij moet hij je stem horen. Als je hem een sms stuurt, zal hij niet zeker weten dat jíj die hebt verstuurd.’
‘Dat is zo. Daar had ik niet aan gedacht. Maar waar moet ik met hem afspreken?’
‘Wat vind je van Tyson’s Mall? Daar is toch een Starbucks? Ik weet wel dat het niet heel dicht in de buurt is van waar jullie wonen, maar het is wel een centrale plek waar heel veel mensen zijn.’
‘Ja, daar zijn we inderdaad weleens geweest.’
‘Dan brengen we jou naar het winkelcentrum en zetten je daar af. Dan praat jij met hem. Vertel hem wat ik heb gezegd. En daarna ga je naar huis. Verder regelen wij het dan wel. Hoe klinkt dat?’
‘Dat klinkt wel goed,’ zei ze opgelucht.
Grant glimlachte. ‘Dat dacht ik al. En je land waardeert het echt dat je helpt.’
Hij drukte op de sneltoets voor Tyler.
Hij moest het nummer twee keer bellen voor Tyler opnam.
‘Kathy?’
Ze bracht de boodschap zo kalm mogelijk over.
‘Ik zie je daar,’ zei Tyler. Hij hing op.
Kathy keek naar Grant.
‘Je hebt het juiste gedaan,’ zei hij. Voor mij.